maar het huwelijksgebod. Tine Bonnema
laat Lien en Wim dan ook afstand nemen
van elkaar. Zij piekert over vergiffenis, hij
tobt of hij zijn geloof niet herwinnen kan.
Sociaal Kart
Dergelijke onderwerpen waren aan Tine
Bonnema goed besteed. Zonder in zwaar
moedigheid te vervallen, beschrijft ze in
haar boeken hoe moeilijk het is het kwade
te laten en het goede te doen. Ook in haar
persoonlijk leven was dat een belangrijke
boodschap om aan anderen te verkondi
gen.
Tine Bonnema werd in 1880 geboren als
Tine Vrisou, in het Groningse De Leek.
Met haar moeder voerde zij als kind
gesprekken over het geloofsleven.
Lichtvoetige conversatie zal dat niet
geweest zijn, want moeder was
afkomstig uit een zeer orthodox
gelovige familie. Later voerde
Tine als pseudoniem
'Bonnema', de meisjesnaam
van haar moeder. Al jong
publiceerde zij in de kinderru
briek van het dagblad De
Nederlander. Het was in de
Indische periode dat zij werkelijk
begon te schrijven. Met haar echtge
noot, de accountant W. de Vries, reisde
ze in 1911 naar Indië waar ze in Batavia
kwamen te wonen. Samen kregen ze twee
kinderen, een dochtertje Paula en een
zoontje Willv.
Terwijl haar man een bekend figuur werd
in de Gereformeerde Kerkenraad van
Batavia (destijds bekend als de Kwitang-
gemeente), was Tine het sociale hart van
dezelfde gemeenschap. Hun grote huis
werd een trefpunt voor Europees-
Indische kringen, vol christelijke gezellig
heid van gesprekken en zangavonden.
Een van de bezoekers, de schrijver Piet
Korthuys, herinnerde zich: 'Ze was niet
tevreden als de bezoekers maar zoet en
gezapig heen de avond in dezelfde stoel
bleven zitten; ze trommelde ze op bij de
piano om te zingen, ze bracht de een met
de ander in contact, ze liet niemand zich
eenzaam voelen. Wij, jongeren, stonden
versteld van haar vitaliteit in het tropische
klimaat.'
'kebon' worden uitgelegd, zodat we weten
dat met dit boek de Hollandse christelijke
jeugd gewaarschuwd werd tegen het zo
veel vrijere Indië. Een aardig voorbeeld
daarvan is Het geweer, een verhaal over
Kees die voor zijn vierde verjaardag een
geweer vraagt. Natuurlijk krijgt hij dat
niet, omdat hij te jong is. Als hij acht
wordt, is hij wel volwassen genoeg denkt
zijn vader: 'Kijk eens, Kees, hier is je
geweer.' Het jongetje gaat binnen de
kortste keren experimenteren met zijn
wapen. Kalk erin doen, dat zou pas een
knal geven. Zo gedacht, zo gedaan.
Om het feest te vergroten, besluit Kees:
Tine Bonnema aan haar schrijftafel,
rond 1930.
'Als Amat [de huisjongen] om den hoek
van de achtergalerij komt, zal ik het ineens
afschieten. Wat zal ie een verschrikt
gezicht zetten.' En inderdaad: Amat krijgt
de volle laag, in zijn ogen, moet meteen
onder dokterbehandeling en wordt bijna
blind. Jammer genoeg horen de Hollandse
kindertjes niet of Amat nog herstelt, want
de moraal van het verhaal is belangrijker:
'O, hoe dom was ie geweest, om met kalk
te schieten!' Kees zal voorlopig niet met
het geweer spelen.
Waarachtig' g'evoel
Aan het begin van de jaren dertig vertrek
ken Tine en haar man weer naar
Nederland. Ze blijft schrijven over haar
vaste thema's in boeken en kranten, en is
in christelijke kringen een beroemdheid.
Haar Kinderbijbel (1936) beschouwde ze
als haar levenswerk; de Heilige Boodschap
navertellen aan de kinderen, mooier werk
was er nauwelijks. Haar romans raakten
wat uit de mode. Een aantal is zelfs nooit
uitgegeven, zoals haar herinneringen aan
de Kwitang-gemeente. Piet Korthuys ver
klaarde Tine's verminderde populariteit
als volgt: 'Ze droegen bij tot vervalsing
van het waarachtige gevoel, slechte
romantisering van het leven in Christelijke
kring.' Zou het werkelijk? Lien Ronda en
Wim Vredenburg uit Over de grenzen vin
den elkaar uiteindelijk, maar dat gaat
alleen ten koste van veel ellende. Tine
Bonnema had waarschijnlijk daaraan
gedurende een aantal jaren haar
faam te danken: een realistische
voorstelling van Indische situaties,
die christenen voor problemen kon
den stellen. Na Tine's overlijden in
1952 benadrukte de Nieuwe Haagsche
Courant dat nog eens: 'Vooral haar
boek Over de grenzen vond een brede
lezerskring. De schrijfster kende het leven
der Nederlanders in Indië van zeer nabij,
zij wist van de vele zedelijke en geestelijke
gevaren, waardoor jong uitgezonden
ambtenaren werden bedreigd en haar
boek vestigde daarop de aandacht.'
Met dank aan de nazaten Bonnema.
Volgende keer Augusta de Wit, romanciè
re en journaliste. Zij schreef het even
geprezen als verguisde Orpheus in de dessa
(1903) en publiceerde lyrische natuurbe
schrijvingen. Maar zij was ook geestig. Zo
verzuchtte zij: 'Menschelijkerwijs gespro
ken, is het onmogelijk-aan een rijsttafel
deel te nemen, en zich niet ontzettend te
overeten.'
Geweer
Tine Bonnema zou zo'n 22 jaar in Indië
blijven. In die periode schreef ze het eer
der genoemde Over de grenzen en De
Gouden draad (1926). Ook kwam de ver
halenbundel Oude en nieuwe vertellingen
(1925) uit, waarin Indische en Hollandse
verhaaltjes en sprookjes voor kinderen
staan. Indische begrippen als 'kokki' en
Damescompartiment Online
Meer weten over Tine Bonnema en
andere schrijfsters? Bezoek het
Damescompartiment Online:
www. damescompartiment, nl.
Of schrijf Vilan:
Postbus 11082, 2301 EB Leiden.
'Amat is getroffen. Geneest hij nog?'
46 ste jaargang - nummer 5 - november 2001
37