Brieven t i m t 15 UM\ f 5 Onze vreedzame jeugd Hoewel laat, wil ik toch reageren op 'Onze wreedzame jeugd' door Sinjo Petah in Moesson augustus 2001 (pagina 16). Sinjo Petah heeft jeugdherinnerin gen aan Indië, net als wij die met dank baarheid (en vol verhalen) op onze Johanna (Poppy) von Arnoldi-Anakotta weduwe van F.J. von Arnoldi (Bill Toma) Correspondentie-adres: Hermesburg 17 3437 HG Nieuwegein De begrafenis heeft inmiddels plaatsgevonden. leuke, vreedzame en zorgeloze jaren daarginds terugzien. En tegelijk twijfelt hij aan de toepasselijkheid van die herin neringen - de onze wel te verstaan, niet de zijne. Wordt er in Holland, vooral in sommige leringen, niet gedreigd met hel en vagevuur? Worden er geen spookver halen verteld (de witte wieven en de zwarte spookhonden) Werden we niet via de zondagsschool bekend gemaakt met het alziend oog van God, waar we alleen last van hadden als we iets ondeu gends uithaalden? We zwommen wel degelijk, onder toezicht en zonder gevaar, in meren (Sarangan!) en in zwembaden natuurlijk. Rampokkers? Kinderrovers? Die heb ik werkelijk nooit meegemaakt, al zullen die net zo goed bestaan hebben als in Europa en elders. En dieven heb je toch overal; zelfs in het tegenwoordige Holland kan je je tas geen seconde alleen laten. Niet van de straat eten? In Modjokerto werd de saté-man geregeld binnen geroepen (groot feest) en een Chinees kwam langs met grote platte eggrolls met hele piepkleine rawits erin, hemels! Alleen sprongen de tranen je in de ogen. Mijn totok-vader smulde met alles mee, behalve met doerians. Goena-goena, de spirituele- of geesten wereld, de momoh's; het waren span nende verhalen van de baboe en ik keek alleen onder de kolong of in mijn schoe nen 's ochtends op 5 december: Sinterklaas! Ja, de waringins schenen altijd een of andere geest te herbergen, die gunstig gestemd moest worden met offers, er lagen bloemen op vierspron gen, mijn moeder brandde wierook op donderdagavond en als de nachtwacht 'melèh, melèh' riep buiten in het donker was dat wel griezelig, maar je was toch nooit alleen. Eigenlijk heb ik, net als de H. B. S. - VEREENIGING T. E. M. E. S. I. A. S. BEWIJS VAN LIDMAATSCHAP Klasse TEMESIAS Met veel interesse lees ik elke keer de Moesson. In de september uitgave stond een brief over TEMESIAS. Het voelt goed aan als ik iets lees dat betrekking heeft op mijn verleden (dat hoort er zo bij als men ouder wordt). Hierbij een kopie van mijn lidmaatschaps- bewijs van TEMESIAS. Herkenbaar voor diegenen die het niet meer bezitten. Lies Brincker-Kwast, Deventer moessQn t De inhoud van de ingezonden brie ven valt huiten de verantwoordelijk heid van de redactie. Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt. Joh. 13:34 Na een kortstondig ziekbed is toch nog onver wacht overleden, onze lieve moeder, schoon moeder, oma, zuster, schoonzuster, tante en vriendin Amboina, 12 augustus 1920 f Den Haag, 12 oktober 2001 Nieuwegein: Rotterdam: Zoetermeer: Canada: Apeldoorn: Spanje: Filda en Paul Butteling- von Arnoldi Joel, Maile Carmen en Bas Maurice Justin Margy von Arnoldi-Sebek en Erik Bing en Onny Anakotta Benny Anakotta Ed en An Siegers en verdere familie NaamVT. Stadium Bd. 96i-6''i1 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 4