De hangende
tuinen van
Amstelveen
door Bert Simon
Na mijn pensionering zijn we naar een flatje
verhuist 1. Dicht bi/ het winkelcentrum, kantor
pos, stasioen tram en hits. Ciampang toch,
a He s kinnen drie tot tien minuten loopaf
stand. hn het flatje onderhouden is ook geen
patah-pinggang, oj ha Iskr ekende, activiteit
meer voor nenek Silvy en ka kek II ert.
It is quite senang too! (Engelsnja
geleend van Step by Step, leerboek
voor de Engelse taal van de vooroor
logse mulo). Boleh bilang meer dan
tevreden, zijn we in onze pondok. Alleen
de tuin mist mijn (v)echtgenote Silvy
zeer. Begin van de zomer, als de
Nederlandse collega's van de Indische
zangvogels koetilang, tjutjarawa en
kepodang al vroeg in de ochtend hun
liveconcerten ten beste geven, begint
mijn lieve nenek onrustig te worden.
Want dan is de tijd aangebroken dat ons
balkonnetje een metamorfose moet
ondergaan tot de 'hangende tuinen van
Amstelveen'. Sil zou een reïncarnatie
kunnen zijn van keizerin Semiramis, de
beeldschone gemalin van maharadja
Nebukadnezar van negeri Babylon. Met
weldoordachte aankopen van planten en
bloemen weet ze van ons platje een
plaatje te maken. En deze kakek mag
dan, bij de gratie van zijn nenek, als hof-
hovenier deze taman boenga gantoeng,
of hangende bloementuin, begieten.
Gestoken in mijn zomeruniform, de uit
Betawi afkomstige badjoe koko begin ik
tussen half zeven en zeven uur 's och
tends met een gieter de dorstigen van
water te voorzien.
Jean Harlow
Op een zonnige zomerdag in juni 1999,
toen ik bezig was de planten en bloemen
in de hanging
basket te begieten, hoorde ik een stem:
'Selamat pagi toean besar.'
Ik kijk op, kijk kekiri en kekanan, maar
zie neks. Kijk nog een keer, zie nog neks
en toen verder gegaan met het laven van
de dorstigen. Hoor dan weer: 'Selamat
pagi toean besar.'
Kijk om me heen, maar zie nog steeds
neks. Ik denk bij mezelf: Ik ben toch
geen Mozes bij het brandende braam
bos? Jang bener adje dong!
Ik loop naar de balustrade toe en kijk
naar beneden. Zie daar een lachende,
lieve dame met platinablond haar a la de
filmster Jean Harlow, met aan haar voe
ten een foxterriër aan de lijn. Ze zegt
nog een keer: 'Selamat pagi toean besar',
die ik beantwoord met: 'Selamat pagi
njonja moeda'. Waarop ze begon te
bekikik; te giechelen.
Ze zei: 'Zo schattig en gezellig toch, als
ik u in Indische klederdracht zie, terwijl
u de planten water geeft. Doet me aan
mijn vader zaliger denken die ook zoals
u gekleed, 's morgens de planten water
gaf. Mijn vader was planter op de thee
onderneming Tjiherang in de Preanger.'
Onze staande receptie en conversatie
werd toen doorspekt met Soendanese
woorden. Ze was duidelijk in haar sas en
bij wijlen ontroerd als we het over
Preanger tempo doeloe hadden. Ik
nodigde haar uit te mampiren om onder
het genot van kopi toebroek en een stuk
je kwee lapis legit verder te ngobrollen.
Ze bedankte er vriendelijk voor, want ze
moest nog verder. 'Een volgende keer
heel graag', zei ze. Toen ze weg liep zei
ik, zoals een goede Soendanees betaamt
de afscheidswoorden: 'Pileuleujan-pileu-
leujan sapu njere pegat simpaj.'
Ze draaide zich om en zei zichtbaar aan
gedaan: 'Nuhun pisan, pileuleujan-
pileuleujan'. En verdween in het
plantsoen.
Over tlie rainbow
Zomer 2000 en 2001. De planten en
bloemen en ik kijken naar haar uit, maar
jammer genoeg isterniet metchaar! Vaak
vraagt Silvy aan me: 'En, heb je je patjar
(liefje) gezien?'
'Neen, Sil' en dan zing ik een regel uit
Krontjong Hudjan Petir: 'Kekasihkoe
dimanakah kamoe?'
Zeker niet op de theeonderneming
Tjiherang in de Preanger, maar mis
schien op de theeonderneming
'Tjiherang somewhere over the rainbow'
achter de Goenoeng Salak en Goenoeng
Gede met zijn eeuwige groene theestrui
ken. Mijn derde dochter - Grace de lol
broek - plaagt me met: 'Pap, misschien
is zij het spook met die holle rug, de
koentianak, die mannen probeert te ver
leiden.' Gila die Grace!
moessQn
42