ning van recht op de persoonlijke
beleving daarvan. Want er is dan wel
veel geschreven, maar er is nog
zoveel niet gezegd.
(jeen migranten
Wat is er dan mis met Wim
Willems? Eigenlijk niets. Hij heeft
een degelijk historisch overzicht
geschreven over de uittocht uit Indië
en dat was zijn opdracht. Het wordt
wat anders als hij of anderen daar
suggestieve uitspraken over doen.
Het wordt wat anders als huidige
inzichten met terugwerkende kracht
op het verleden geplaatst worden. Je
kunt de repatrianten van toen nu
wel 'migranten' willen noemen,
maar daar worden ze nu echt niet
anders van. Want zo werden ze toen
niet genoemd, zo voelden ze zich
niet en zo waren ze ook niet. Dat de
uitkering voor oorlogsslachtoffers
'45-'49 voor mensen uit Indië hoger
lag dan voor andere oorlogsslacht
offers, mag dan waar zijn, maar
voor de betrokkenen zelf maakt dat
de feiten van toen en beleving daar
van nu niet anders. Willems hoop
dat met zoiets een genuanceerder
inzicht zal ontstaan in 'wat er des
tijds werkelijk met de Indische groep
is gebeurd' wordt gelogenstraft.
Door die trotse Indische meneer op
de Enschedese markt, door die dap
pere mevrouw die haar ingezonden
brief beëindigt 'omdat ze naar thera
pie moet' en door de talloze verha
len die mij als muzikant
overkwamen. En terecht, want met
nieuwe historische feiten verander je
volgens Willems misschien wel
'vastgeroeste beelden', maar niet het
geheugen van mensen en datgene
wat in hun hart is gegrift.
'De toekomst van Indië'
Wat nu? Soms denk ik: laten we toch
ophouden over het verleden. Laten
we ons richten op de toekomst, er is
nog zoveel meer te doen. Niet meer
terugkijken naar wat is geweest, maar
alleen vooruitblikken naar wat komt.
Net zoals onze ouders dat destijds
hebben geprobeerd. Maar dan leren
we niet van onze eigen geschiedenis.
Het moet dus anders, maar hoe?
Laten we stoppen met zwijgen.
Laten we elkaar de verhalen gaan
toevertrouwen, die nog niet verteld
konden worden. Laten we gaan lui
steren naar elkaar en zo onze eigen
geschiedenis maken. En laten we die
gebruiken voor ieders eigen koers
naar ieders eigen bestemming. Laten
we tegenover het geschiedenisverhaal
van Wim Willems een verhaal van de
toekomst maken. De wereld veran
dert niet door wat vroeger is
gebeurd, maar door mensen die in de
toekomst geloven. We moeten
De uittocht uit Indië van Wim
Willems daarom niet verketteren,
maar serieus nemen en daarover met
hem en elkaar in debat gaan. Wie
durft? Ik ben geen historicus, maar
durf daar wel van te verliezen.
Daarom daag ik Wim Willems hier
bij uit voor een openbaar debat. Ik
nodig hem uit om naar aanleiding
van zijn laatste boek daarover met
mij en u de degens te kruisen. Hij
met zijn boek, ik met mijn gitaar en u
met uw verhalen. Plaats van hande
ling? Mijn voorstel: Het Indisch Huis
te Den Haag. Als het zover is, leest u
dat in Moesson.
Onbeschreven hoeh
De uittocht uit Indië was destijds
voor meer dan 300 duizend mensen
de gebeurtenis van hun leven. Dat is
het nog steeds voor degenen die daar
nog van over zijn. Reden genoeg om
daar een boek over te schrijven. Wim
Willems deed dat. Maar ik geloof dat
er in vele harten nog een ander boek
bestaat. Een nog ongeschreven boek.
Laten we elkaar helpen om dat boek
zichtbaar te maken. Voor uzelf, voor
uw dierbaren, voor die Indische
meneer op de Enschedese markt,
maar vooral voor de toekomst. Want
zoals gezegd: 'er is nog zoveel niét
gezegd'.
Ze kwamen vroeger met z'n allen,
maar ze gaan nu één voor één,
de mensen van de eerste generatie
en velen zijn al gevallen
of gaan nog van ons heen,
dus wie weet dan nog iets
van hun frustratie,
van hun woede, van hun pijn
om hier een vreemdeling te zijn
zonder aanzien, zonder recht,
er is nog zoveel, zoveel niet gezegd
ze hadden zoveel te vertellen,
maar werden nauwelijks gehoord,
de mensen van de eerste generatie
en ze hebben hun verhalen
maar in stilte gesmoord,
dus wie weet dan nog iets
van hun prestatie,
van hun strijd om een nieuw bestaan,
zo ver van hun wieg vandaan,
voor eigen meester, niemands knecht
er is nog zoveel, zoveel niet gezegd.
(fragment uit 'Orang Belanda Blues
tekst/muziek: Wouter Muller)
46 ste jaargang - nummer 8 - februari 2002