Oscar Rexhaüser: 'Ik hek altijd heel hard gewerkt.
Naa st mijn kaan de optredens met de Hot Jumpers
door weer en wind; ik was nooit ziek. ik hek mijn
constitutie waarschijnlijk van mijn moeder geërfd,
ik ken van echt djatihout
door Inge Dümpel
et weerbericht gaf die bewus-
I te dag regen en harde wind
en ik waai dan ook bijna let
terlijk binnen bij Oscar Rexhaüser.
Ik word verwelkomd met de beroem
de brede glimlach. Als de recorder is
aangesloten, steekt Oscar van wal cn
zal tijdens het interview soms de
regie overnemen. 'Dit is niet voor
iedereen bestemd,' zegt hij dan en
drukt de pauzeknop in.
I jepoe
Oscar Rexhaüser is in 1935 in de
petroleumstad Tjepoe geboren:
'Mijn vader was hoofdopzichter van
de djativelden bij Tjepoe, mijn moe
der was Indonesische. Gelukkig heeft
mijn vader mij erkend. Bij zo velen is
dat niet gebeurd en wat is er van hen
terecht gekomen? Als kind van vier
kwam ik bij een Indische familie in
Soerabaja en droeg de naam van
mijn pleegouders. Toen ik vijftien
was, zei iemand tegen mij dat ik
eigenlijk een andere achternaam heb.
Mijn pleegouders bevestigden dat en
vanaf die tijd noemde ik mezelf
Rexhaüser.
Ik heb mijn vader nooit ontmoet,
mijn moeder heb ik wel terug gezien.
Dat is zo wonderlijk gegaan;
Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.
Ik kwam op een keer bij een klasge
note van mij en toen haar vader mijn
achternaam hoorde, zei hij: "Ik heb
een Rexhaüser gekend in Tjepoe.
Als ik ging jagen, moest ik toestem
ming vragen aan jouw vader."
Mijn moeder leefde nog en die
meneer heeft ervoor gezorgd dat ik
haar kon ontmoeten. Dat was in
1953.'
'Voor mij was ze toch een vreemde,'
gaat Oscar na een poosje verder.
'Het weerzien was voor beide kanten
emotioneel. Inmiddels was de familie
gewaarschuwd en er stonden op het
laatst wel vijftig mensen om mij
heen. Ooms en tantes die ik allemaal
niet kende. Zeven keer ben ik terug
gegaan naar Indonesië tot mijn moe
der was overleden.'
Home-made
Oscar vertrekt met zijn pleegouders
met de Sibajak naar Nederland.
Ze worden in Rhoden gehuisvest,
wat voor Oscar een enorme overgang
is na Soerabaja waar er altijd wel iets
te doen was. Het gaat beter als hij
kennis maakt met een paar jongens
die een Hawaiian-band hebben.
Af en toe mag hij mee spelen.
Oscar: 'Dat is het begin geweest van
de ontwikkeling van een talent dat
waarschijnlijk latent in mij aanwezig
was. Ik koos de basgitaar, omdat het
een stuwend instrument is. Een bas
sist geeft het ritme aan, de beat, de
swing. In 1957 zijn The Hot Jumpers
opgericht met Win Monoarfa en Jan
Oechies, ritmegitaar, Dolf van
Caspel, sologitaar, Rob Danekes,
drums, Jim Pownall, zang en ik op de
basgitaar, van het merk 'Home
made'. Dat ging zo: op een dag kreeg
ik een foto uit Amerika van de Bell
Ruben Agaatz, een anak
Betawie, organiseert al vijf
jaar happenings met
Indische bands.
De reünie van The Hot
Jumpers wordt ook door
hem georganiseerd.
Het feest wordt op 13 april
gehouden in zaal Vianden,
Viandenlaan 3 in Breda,
tel. 079 - 362 30 22.
moessQn
Oscar Rexn
aiiser:
10