door F. van Garling Een in 1895 in Ujung Kulon geschoten jonge hadak. De jager is de Indische Charles Te Mechelen, die later als resident bekend werd om zijn harde aanpak van de opiumsmokkel aan de noordkust van Java. Foto uit een particuliere verzameling, gepubliceerd in Komen en blijven van Rob Nieuwenhuys. Met dank aan Querido. IIet oudste natuurreservaat in Indonesië is Ujung Kulondat zich op het uiterst westelijke puntje van West-Java bevindt. liet vormt grotendeels een schiereiland en is internationaal vermaard vanwege de nabij gelegen Krahatau-vulhaan, maar ook omdat het de laatste Javaanse badaks (neushoorns) herbergt. jung Kulon bestaat uit ver schillende typen laaglandbos, mangrovebossen, kustbossen, lagunen en duinen. De meest gangba re manier om er te komen is een zo'n zes tot negen uur durende boottocht vanuit de haven van Labuhan. Op het voor de kust liggende eiland Peucang kan een tussenstop gemaakt worden om in een guesthouse een stevig ont bijt te nuttigen. De overtocht naar het vaste land duurt van hieruit slechts enkele minuten. Aan de noord-oost- kant van Ujung Kulon ligt nog een eilandje Handeuleum, vanwaar het park ook bereikbaar is. De landings plaats ligt dan aan de kali Cigenter, die met prauwen goed bevaarbaar is. Begeleid door peddelende Rangers kan nu een zoektocht naar het in het verleden meest vervolgde dier, de Javaanse badak, beginnen. Kalm voortglijdend in de prauw, overwel digd door de majestueuze pracht van het oerbos, wordt bij bezoekers de indruk gewekt alsof in dit natuurrijk de tijd sinds de schepping stil is blijven staan. Toch heeft dit gebied een nogal roerig verleden gekend. btrate^iscne ligging' In 1807 koesterde Gouverneur-gene raal Daendels plannen om er vanwege de strategische ligging een marineha ven te vestigen. Grote aantallen arbei ders kwamen echter om vanwege de schadelijke moerasdampen, zodat het plan tenslotte werd opgegeven. Een wetenschappelijke expeditie onder zocht in 1853 met succes de er voor komende steenkoollagen. Vanwege de ligging aan de ingang van Straat Soenda zag men er ook een gunstige handelsvestiging in. Maar ook deze plannen liepen spaak en de onderzoe kingen werden in 1861 beëindigd. De enkele vissersdorpjes die er waren, werden door de uitbarsting van de Krakatau in 1883 volledig wegge vaagd, waarna Ujung Kulon tijdelijk in de vergetelheid raakte. Rhinoceros sontlaicus Zo'n dertig jaar later hadden jagers er de in tegenstelling tot elders op Java nog zeer grote wildrijkdom opge merkt, terwijl ook natuurbeschermers geïnteresseerd raakten. Ofschoon men ook andere op Java endemische dier soorten op het oog had, zag men er vooral een laatste wijkplaats voor de zeer zeldzaam geworden Javaanse badak in. Hoewel deze neushoornsoort, de Rhinoceros sondaicus, nog tot in het midden van de 19e eeuw algemeen voorkwam van Thailand tot Indonesië en op Java sinds 1910 tot een beschermde diersoort was verklaard, leek hun totale ondergang onafwend baar. Dit kwam grotendeels vanwege de sinds de oudheid wereldwijd - tot in Europa - verbreide mythe als zou den neushoornlichaamsdelen, en voor al hun hoorn, een medicinale en potentieverhogende werking bezitten. Met name in bepaalde delen van India was de hoorn als potentieverhogend middel zeer populair, naast minder dure middelen als gal van geiten of tot moes gewreven rode mieren. Gelukkig heeft de Indiase overheid de handel tegenwoordig aan banden gelegd. Preparaten In China zijn neushoornpreparaten vooral gewild vanwege hun medicinale werking. Vanwege de grote vraag ernaar, was de neushoorn rond de middeleeuwen in geheel China reeds uitgestorven. Hoorn werd gebruikt tegen de meest uiteenlopende ziekten, zoals hoofdpijn, koorts, reuma, slan genbeten, 'bezetenheid door de dui vel', hallucinaties, steenpuisten, negenogen en tyfus. Thans wonen de meeste producenten in Hongkong, Singapore, Taipei en Macao en de verkoop geschiedt heel openlijk. Men mag soms zelfs zien hoe er poeder van de hoorn wordt afgeschraapt zodat fal sificatie niet mogelijk is. In sommige Zuidoost-Aziatische landen wordt ook het vlees, bloed, organen en zelfs urine en uitwerpselen voor preparaten gebruikt. Ondanks dat China met andere landen het ClTES-verdrag inzake de hoornhandel heeft onderte kend, gaat de im- en export van deze producten gewoon door, hoewel soms op waterbuffelhoorn is overgeschakeld. Op de rand van uitsterven In het verleden hebben op heel Java grote aantallen badaks geleefd. Een plaatsnaam als Tjibadak getuigd daar nog van. Het gouvernement loofde toen nog premies uit voor elk gedood exemplaar. De voorkeur gevend aan laag gelegen terrein, kwamen ze tot een hoogte van drieduizend meter moessQn Mythische Javaanse

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 22