strop van touw waaraan een begraven blok hout van minstens honderd kilo was bevestigd. Door de vreselijke pijn in zijn poot zal de badak het blok uit de grond trekken en als worstelend trachten weg te komen. Na een dag is het dier uitgeput en verstrikt tussen bomen en struiken en vormt het een gemakkelijke prooi. De straf voor stroperij was veel te laag in verhouding tot de opbrengst van de buit, zodat het gewenste effect uit bleef. Fondsen om informanten met premies te belonen, zodat de stroper op zijn beurt het opgejaagde wild zou worden, waren er niet. Met de komst in Ujung Kulon van de assistent van de Bogorse plantentuin-directeur, A. Hoogerwerf, werd eindelijk een gestructureerd beheer opgezet. voor. De bekende natuuronderzoeker Junghuhn vond nog vele badaksporen op de hellingen van het Gedeh- Pangrangogebergte. Toen de grote cultures op Java ontstonden werd door badaks, bantengs, zwijnen en herten nog grote schade aangericht in aan plantingen. Landontginning en gena deloze jacht brachten de badak tenslotte op de rand van uitsterven. Het was net op tijd toen het gouverne ment Ujung Kulon in 1921 eerst tot natuurmonument en in 1937 tot wild reservaat benoemde. Voordien was er geen daadwerkelijk beheer geweest, al bezochten wetenschappers het gebied wel eens. Een moeilijkheid was, dat de eilandjes Handeuleum en Peucang niet bij het reservaat waren inbegrepen en de toegang tot het gebied niet verbo den was. Niet alleen voor bonafide jagers, maar ook voor stropers werd het een waar Eldorado. Hoogerwerf Een jager met vergunningen was het hoofd van de B.B. te Bantam, J.S. de Kanter, die er rond 1930 vaak op tijgers ging jagen. Hij meende abusievelijk dat het door deze roofdieren kwam, dat de wild stand sterk afnam. Het stropers- en illegale jagersgilde werkte niet alleen met moderne jachtgeweren, soms werden er pri mitieve methoden aangewend. Een wrede manier van stropen was die met een valkuil met op de bodem een houten schijf met scherpe bam boe-pinnen. Rondom de kuil een 46 ste jaargang - nummer 9 - maart 2002 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 23