B. B. KONGSIE vrouw van Deli. Maar volgens de bijbel ook de Filistijnse vrouw die door list en verleiding achter het geheim kwam van de grote Simson (Richteren 16:4-22). Brave boeken hoefde men niet te ver wachten. Recept Toen Dé-Lilah eenmaal begon met schrijven, kwam het ene boek na het andere op de markt. Eerst verscheen in 1897 Gecompromitteerdde geschiedenis van het Indische meisje Betsy Scott, dat als dame de ménage gaat werken bij een even rijke als zedeloze tabaksplanter. Dat Betsy gescheiden is, heeft ze niet gezegd. Hij maakt avances, maar toch is het Betsy die vanwege haar scheiding de tabaksplanter zou hebben 'gecompro mitteerd' - een gescheiden vrouw was in die tijd immers per definitie verdacht. Na Gecompromitteerd kwam in 1898 het dikke Hans Tongka 's carrière met als veelzeggende ondertitel: Tabaksroman. Hans Tongka komt als arme jongen in Indië en weet een carrière in de tabak te maken; maar met die enkele zin is het boek niet samen te vatten. Aan lezers in Nederland bood dit tweedelige werk een overweldigende kennismaking met de Indische maatschappij, vol beschrijvin gen, anekdotes en allerlei bevolkings groepen die het nodige over elkaar te zeggen hadden. Hartstocht, verderf, geld en pistolen; 't zat er allemaal in. Volgens hetzelfde recept verscheen in hetzelfde jaar de bundel Een Indisch dozijntjehet B.B. Kongsie. Roman uit de Indische Ambtenaarswereld verscheen in 1900, bij uitgeverij H. Honig te Utrecht. jaar daarop kwam Mevrouw Klausine Klobben op Javain 1900 het eerder genoemde B.B. Kongsie en de laatste publicatie, Madame Caprice verscheen in 1901. Toen zweeg de stem van Dé- Lilah. Althans, er werden geen boeken meer uitgegeven. Wel publiceerde ze 'Brieven uit Japan' in de Soerabaya-Courant tus sen 1903 en 1905. En er zijn de ongeda teerde manuscripten, die nog altijd wachten op een uitgever. In het pakket 'Drie pakken novellen per post' bevin den zich maar liefst zeven korte of lan gere novellen. En dan is het vervolg op Mevrouw Klausine Klobbenwaarin de genoemde dame Singapore, Penang en Malakka bezoekt. Niet 'ladylike' Wie de boeken goed doorleest, komt heel wat over Dé-Lilah zelf te weten. Maar of het betrouwbare informatie is, mag betwijfeld worden. De 'ruim 2000 pagina's Indisch proza', om met Joop van den Berg te spreken, zou men met het vergrootglas moeten lezen en verge- Damescompartiment Online Meer lezen over Dé-Lilah en andere schrijfsters over Nederlands-Indië? Bezoek dan het Damescompartiment Online op http://www.damescomparti- ment.nl/ Wilt u Vilan schrijven, dan kan dat ook: postbus 11082, 2301 EB Leiden. Madame Caprice werd door H. Honig in 1901 uitgegeven. lijken. Dat zij van reizen hield, staat wel vast gezien haar reisboeken. En dat zij niet ladylike was, is evenzeer een feit. Zij logeerde liever niet in hotels op stand, maar koos voor het avontuur van een onzeker onderdak. Zij reisde alleen, ook zonder bedienden. Dat dééd een fat soenlijke vrouw niet; maar Dé-Lilah wel. Zij was eerder een avonturierster in de beste zin van het woord. Of en wanneer zij de kinderen opvoedde en wellicht enig oog voor haar echtgenoot had, zijn kwesties die in de boeken slechts zijde lings aan de orde komen. Het leven in de Indische maatschappij, op reis of in de stad, leek haar sterker te boeien. Vooral als er schandelijke geheimen waren. Die waren er volop in B.B. Kongsie, de roman waarin omkoping en zedeloos heid van de ambtenaren B.B. centraal staan. Frans Maas, die in aanbidding voor zijn Charlotte d'Almina ligt, blijkt een zwakke broeder in de gelederen. Om zijn liaison met de getrouwde Charlotte geheim te houden, trouwt hij met haar dochter Fee en komt uiteindelijk in Medan terecht. Hier raakt Maas verwik keld in plannen om de uitslag van de paardenrennen te beïnvloeden; en zo vormt hij een 'B.B. Kongsie'. Zijdelings komen en gaan vele interessante figuren, waarschijnlijk getekend volgens waarne ming van Dé-Lilah. Zo verschijnt Nonna Lien, de njai van de resident die haar gunsten verdeelt over hem, de Indische Arnold en enkele andere heren die haar aanstaan: Tien achtte het ver kieslijker, te zijn "a young man's slave than old man's darling!'". Dat zijn open hartigheden, die men destijds eerder ver wachtte van een mannelijke auteur. Ook dat kenmerkt Dé-Lilah: oog voor de bestaande verhoudingen. Mysterie Dé-Lilah bewaart nog veel van haar geheimen. Waarom hield zij zo plotse ling op met publiceren? Wat is waar, en wat verzonnen in haar reisromans? Waar kwam haar belangstelling voor Japan vandaan? Haar roman Madame Caprice zou een weerslag zijn van enkele maan den verblijf in dat land en ook veel van de ongepubliceerde manuscripten gaan over Japan. Dé-Lilah heeft veel gezien en beschreven. Dikke boeken, lijvige manuscripten. Maar wie was zij nu eigenlijk zelf? Waarom is er slechts één foto van haar bekend? En wat vond haar echtgenoot van zijn uithuizige eega? Zoveel vragen. Nog altijd blijft Dé-Lilah alias Lucie van Renesse een mysterie. 35 EmntciBL DE UI U AH l.i hDei i, w H HONIC 46 ste jaargang - nummer 9 - maart 2002

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 35