Veilig'lieitl burgers
Dat Poncke Princen sympathie had
voor de Indonesische Vrijheidsstrijd
valt te begrijpen. Te verfoeien is dat
hij als Nederlands militair voor de
Republikeinse strijdmacht koos en
daadwerkelijk de wapens opnam
tegen zijn eigen landgenoten. Zijn
latere activiteiten op het gebied van
de mensenrechten rechtvaardigen dit
niet. In de door hem getoonde voor
keur voor de Republiek en zijn afwij
zing van het Nederlandse ingrijpen,
lijkt Princen ook voorbij te zijn
gegaan aan een belangrijk aspect: het
- los van alle politieke doelstellingen
en zekerstellen van Nederlandse
belangen - beveiligen van de duizen
den burgers, die na de capitulatie van
Japan in de bersiaptijd wederom veel
te verduren hadden gehad. De bete
kenis hiervan wordt duidelijk ver
woord door een voormalig lid van
het 5e Bataljon Infanterie Andjing
Nica, dat vanaf november 1945 het
ingesloten vrouwenkamp te Tjimahi
verdedigde. Ten aanzien van de
komst van de eerste OVW bataljons
Overloper, maar geen meeloper
Circa twintig jaar geleden hoorde ik
de naam Poncke Princen voor het
eerst. In eerste instantie begreep ik
alle drukte om de persoon Princen
niet. Van twee ooms die bij de poli
tionele acties in Nederlands-Indië
waren betrokken, begreep ik dat het
hier om landverraad ging. Later reali
seerde ik me dat dat wel erg gemak
kelijk gesteld werd. In de tijd dat
Poncke Princen zijn keuze maakte,
was er geen sprake van onpartijdige
voorlichting. Niemand wist, denk ik
nu, wat precies recht en wat krom
was. Wat vooral fout was, begreep ik,
was dat Poncke Princen tegen zijn
eigen mensen ging vechten.
1-9 RI, 1-5 RI en 1-3 RI in februari
1946 zegt hij: 'Als ze niet waren
gekomen, hadden we op den duur
geen munitie meer gehad en was er
niemand overgebleven.' Princen
moet in de grote groep OVW'ers,
dienstplichtigen en alle anderen die
hun plicht deden, gezien worden als
de bekende druppel teer in een vat
honing. Een man die het als 'gewe
tensbezwaarde' niet genoeg vond om
passief stelling te nemen, maar puur
verraad pleegde door zich van zijn
eigen land af te keren en zijn uniform
te verruilen voor dat van de tegen
stander. Ons dorp telt een paar
Indië-veteranen, dienstplichtigen en
OVW'ers. Op de jaarlijkse 4 Mei
herdenking leggen ze een krans bij de
gedenksteen voor hun in 'De Oost'
achtergebleven maten. Een van hen
is enkele jaren geleden bezweken aan
een Indië-trauma. Heb het niet over
Poncke Princen in bijzijn van deze
veteranen.
- Een Indische man van 75.
Nu, bij zijn dood terugkijkend, was
hij een overloper toen, maar nooit een
meeloper. Ook toen Indonesië, het
land waar hij voor koos, zelf verkeer
de keuzes maakte - de keuze voor
onrecht - koos hij weer voor de ande
re kant, voor recht ondanks de conse
quenties die dat meebracht. Inmiddels
ben ik zover dat ik mensen bewonder
die kiezen voor rechtvaardigheid,
steeds opnieuw, door dik en dun,
tegen de gevestigde orde. En ik vraag
me dan af of ikzelf in onveilige tijden
altijd de juiste, rechte keuze zal kun
nen of durven maken, ondanks de
consequenties, en ondanks de publie
ke opinie.
- Een Hollandse vrouw van 52.
Gruwelijk
Ja, wat moet ik zeggen over Poncke
Princen? Hij liep in Nederlands uni
form over. Dat uniform gebruikte hij
later om Nederlandse militairen in de
val te lokken: Nederlandse soldaten
dachten dan met een Nederlander te
maken te hebben en liepen nietsver
moedend op hem af. Vervolgens wer
den ze door de Indonesiërs
omsingeld en afgemaakt. Ik heb de
rapporten gelezen van degenen die
de lijken - of wat daarvan over was -
moesten opruimen. Zó gruwelijk. Tot
op de dag van vandaag ben ik blij dat
de moeders van die jongens nooit
hebben geweten hoe hun zoons zijn
omgekomen.
Maar ik heb hem gekend, Poncke
Princen, toen ik na de soevereiniteits
overdracht bij de immigratiedienst
werkte. Hij had zó'n arrogantie over
zich. Hij deed er alles aan om
Nederlandse ex-militairen het leven
zuur te maken. Maar ook de
Indonesiërs hadden een hekel aan
hem. Als hij langs liep, spuugden ze
achter zijn rug op de grond. Dat is
alles wat ik over Poncke Princen te
zeggen heb. Ik vond en vind het een
vreselijke man.
- Een Indische vrouw van 84.
46 ste jaargang - nummer 10 - april 2002
31