Mevrouw J.M.J. Catenius-van d (1860-1926) Ons Huis in Indië, Mtinii J. M. J. CadDiBS 1.1 éjé. Schrijfsters uit het Damescompartiment: door Vilan van de Loo Hei was Jat ene boek Jat mevrouw atenius-van Jer MeijJen Je roem bezorgJe Jie zij nog altijJ bezit: een kook boek. I let Nieuw olie Jig Oosf- InJisch Kookboek, Jat voor bet eerst gcpubliceerJ werJ in 1Q02. llerJrukken volgJen elkaar op en bet boek verkreeg m Je loop Jer jaren een bijna legen Jariscbe status. Hit jaar is bet Oost-InJiscb Kookboek bon Jer J aar ouJ en Jaarom verJient bet, samen mei Je schrijfster, extra aan Jacht. 'Evenals de nieuwste Nederlandsche en buitenlandsche Kook- en Recepten boeken is dit werk volgens de tegenwoor dige methode samengesteld; de bereiding van elk gerecht wordt n.l. voorafgegaan door een opgave van de verschillende bestanddeelen, waaruit het wordt gemaakt. Dat dit de meest practische wijze voor de bereiding is, springt dade lijk in het oog. Men behoeft niet meer naar het een of ander te zoeken. Als alles gereed ligt, kan men ongestoord voort- werken.1 Met deze strenge woorden in het voor woord sprak mevrouw Catenius haar lezeressen toe. Zij dienden te begrijpen dat mevrouw moderne methoden gebruikte, die nagevolgd dienden te wor den. Overzicht, praktisch handelen en doelgericht te werk gaan, daar was mevrouw Catenius een groot voorstand ster van. Niks romannetjes lezen in de wipstoel, vrouwen moesten aan de slag. Dat gedachtegoed stond tussen de regels door in haar Nieuw Volledig Oost-Indisch Kookboek, in de andere kookboeken die zij schreef en zeker ook in haar handboe- Koba Catenius-van der Meijden ken voor Indische en Europese vrouwen. Verliefd op Indië Over Josephina Maria Jacoba van der Meijden, roepnaam Koba, is nog maar weinig bekend. Zij is geboren en gestor ven in Indië, trouwde in mei 1880 te Den Haag met de legerofficier Hendrik August Nicolaas Catenius, reisde met hem voor of in 1881 naar Indië en kwam later met hem weer naar Den Haag. Zij woonden aan de Zoutmanstraat 52 en de Weimarstraat 167. Later moet zij weer teruggegaan zijn naar Indië, want op 5 mei 1926 overleed zij te Malang. Uit Canada kreeg ik een brief van mevrouw M. Schenkhuizen die het vol gende schreef: 'Veel kan ik niet vertellen. Maar ik heb de Heer en Mevrouw Catenius persoonlijk gekend. Ik noemde ze Oom en Tante Cat. Ze woonden toendertijd in Batoe en waren hele goede kennissen van mijn ouders, Lanzing geheten. Ik geloof dat Oom Cat in de bergcultures is geweest. Ik weet niet wat, waar, hoe. Het zijn oudere Hollandsche mensen en geheel verliefd op 't Indië van toen. Ze zijn in Batoe (stadje boven Malang) gestorven en begraven. Oom Cat was een specialist in orchideeën. Mijn bruidsbouquet was afkomstig uit zijn tuin. Tante Cat kookte natuurlijk out of this world en we hadden 't genoegen vele malen van haar kook kunst te genieten. Eenvoudige, zeer goede en hartelijke mensen.' En verder zwijgt de geschiedenis. Spijtig genoeg, want de vrouw die de culinaire bijbel voor de Indische keuken schreef, verdiende toch beter. Uit de boeken van mevrouw Catenius valt wat aanvullende informatie te halen. In haar kookboeken staan persoonlijke opmerkingen en haar handboeken lijken autobiografisch te zijn. Dat mevrouw Catenius 'geheel verliefd op 't Indië van toen' was, blijkt wel uit de overvloed aan regels aan recepten die zij in boekvorm uitgeeft. Maar in dat 'Indië van toen', richtte zij zich vooral op Hollandse dames, vrouwen van een zeke re stand. In al haar boeken spreidt zij een In december 1908 verscheen deze advertentie in het dagblad De Locomotief. Verschenen: Prijs i 3.ÖO en t Kebonden. 1 V. Soikfcudii ti Ortkkir{| Kuui I Stronk. moessQn >Uj(ir« *COf «1W« la 4* Soil.-.tooi O. ItHililO. 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 34