'Incliscke gfroep keeft een lokky nodig' Speelt dat nog een rol in je functione ren als kamerlid? 'Ja zeker. Ook de mensen in Brabant moeten het gevoel hebben dat op hun belangen wordt gelet. Samen met mijn collega in de fractie, Dick de Cloe, leg ik regelmatig werkbe zoeken af in de provincie om zo een vinger aan de pols te houden. En wanneer er zaken zijn die Brabant aangaan, ben ik altijd extra alert. Soms heeft die ver bondenheid met Brabant ook een luchtiger tintje: als ik tijd heb, vier ik graag carnaval en ga ik naar de Indische avonden die in Brabant worden gehou den.' Je bent kamerlid én moslim. Hoe kijk je tegen de recente discussie over de islam in Nederland aan? 'De discussie is natuurlijk los gebarsten na de aanslagen van 11 september van het vorig jaar. Er kan geen misverstand bestaan over de noodzaak om terrorisme af te wijzen en te bestrijden. Wat ik wel vind, is dat in de hele discussie soms onnodige verkettering van de hele islam heeft plaatsgevon den. Godsdienstvrijheid is een groot goed en niet voor niets verankerd in de grondwet. De staat moet zich niet willen bemoeien met de inhoud van de godsdienst. Er is wel een duidelijke grens waar iedereen in Nederland zich aan de te houden heeft: de wet. Wat de discussie over de islam in Nederland betreft, kan ik verder zeggen dat ik veel meer heil zie in het onderhou den van een open dialoog waar je elkaar de waarheid mag zeggen, zolang dat maar met wederzijds respect gebeurt. In zijn algemeen heid kan ik je nog steeds zeggen dat de islam voor velen in Nederland een vreemde godsdienst is. Ook als ik kijk naar mijn collega's in de Kamer, dan denk ik dat ik vaker in een kerk ben geweest dan zij in een moskee, enkele uitzonderingen daar gelaten natuurlijk.' Vorig jaar verscheen een onderzoek en Indischen, toen nog Ambonezen en Indo's genoemd. Ik denk dat het nu van belang is dat beide gemeen schappen waar mogelijk samen optrekken. In de ouderenzorg en de kwestie van de oorlogsuitkeringen is toch sprake van een gezamenlijk belang. Ook op cultureel gebied bestaan veel mogelijkheden tot samenwerking.' Wie verre reizen doet, kan veel vertellen. Je bent de afgelopen jaren nogal op reis geweest. 'Dat klopt. Zo ben ik meerdere keren in Indonesië geweest. In 1999 was ik waarnemer bij het referendum in Oost-Timor en ik kan je zeggen dat het een bij zondere ervaring is om bij de geboorte van een nieuw land aanwezig te zijn. Medio april ga ik weer naar Oost-Timor om als waarnemer de presidentsverkie zingen bij te wonen. Als verkie zingswaarnemer ben ik ook in Kosovo en Bangladesh geweest. Dan kom je erachter dat demo cratie niet iets vanzelfsprekends is. Maar ook voor een heel triest geval, het conflict op de Molukken, ben ik inmiddels ver scheidene keren in Jakarta en op Ambon geweest. Tijdens die bezoeken heb ik inmiddels met de drie presidenten na de val van Soeharto gesproken: Habibie, Wahid en de huidige president Megawati. Voor mijn bemoeienis met de Molukken, heb ik altijd de volledige steun van mijn fractie gehad en ben ik steeds aangemoedigd me met deze kwestie bezig te houden. Wat ik als prettig heb ervaren, is dat er kamerbrede zorg was voor de problematiek in de Molukken. Dat is meermaals geble ken uit kamervragen die ik samen met collega's uit andere partijen kon indienen. Op dit moment opereert de Nederlandse regering wat betreft het conflict op de Molukken binnen de mogelijkheden: er wordt hulp gegeven, terwijl zowel bilateraal als in Europees verband een kritische dialoog met Indonesië wordt onder houden.' van de Erasmus universiteit waarin werd gesignaleerd dat de integratie van Molukse jongeren minder goed verloopt dan lang is gedacht. Is er iets bekend van de Indische jon geren? 'Bij mijn weten is er geen actueel onderzoek gedaan naar de onder wijs- en arbeidspositie van Indische jongeren. Wij hebben in de Kamer in ieder geval geen geluiden gehoord dat er problemen van welke aard dan ook zouden zijn bij derde-gene ratie Indische jongeren. Dat die er wel zijn bij Molukse jongeren van de derde generatie is overigens zorge lijk. De uitkomsten van het onder zoek - tegenvallende prestaties op school en een relatief zwakke positie op de arbeidsmarkt - betekent dat er werk aan de winkel is. Het zou inte ressant zijn om Indische en Molukse jongeren met elkaar te vergelijken. Uit mijn eigen jeugd herinner ik me de concurrentie tussen Molukkers moessQn 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 12