iag Louise de Neve (1859-1913) janneke door Vilan van de Loo Strenge tantes Louise Adriana Johanna de Neve werd geboren op 4 april 1859, te Padang. Zij was het eerste kind van Louise Christina Johanna Loder en de jonge luitenant Gilles Pieter de Neve. Hij was afkomstig uit een oude Franse familie die naar Nederland gevlucht was eind zestiende eeuw. In Padang bracht Louise haar eerste kinderjaren door. Na een tweejarig verblijf in Den Haag - vader was met verlof - ging het gezin De Neve naar Soerabaja. Hier overleed haar moe der; Louise was toen ongeveer twaalf jaar. Het werd verstandig geacht om het jonge meisje naar Nederland te zenden. Zij kwam in Leiden onder de hoede van haar tantes, die recht vaardig maar ook streng waren. Of deze manier van handelen de half- wees kon troosten, laat zich raden. Toch zou zij bij hen zo'n zes jaren moeten doorbrengen. Jaren, waarin zij als kind moest opgroeien tot jonge vrouw, in het Nederland van de prille jaren zeventig van negentiende eeuw. De tijd, waarin een vrouw uit beschaafde kringen thuis hoorde te blijven met een handwerkje, wach tend op een echtgenoot. Dat zullen de tantes hun nichtje hebben bijge bracht. Binnen blijven, wachten; het moet achter de Leidse vitrage erg benauwd zijn geweest. Zo heel anders dan Indië. Indisch-militair In 1877 riep haar vader zijn nu acht tienjarige Louise naar huis. Papa had een mooie carrière gemaakt; hij was uiteindelijk luitenant-generaal van 't Indische leger. Hij had op Atjeh gevochten, en wilde nu met zijn kind te Batavia gaan wonen. In Leiden had Louise in de burgerwereld geleefd, nu leerde ze via haar vader de Indisch-militaire wereld kennen. Aan zijn zijde ontdekte Louise het grote uitgaansleven van Batavia: bals, soirees, dansen, het logeren aan het hof van de gouverneur-generaal, toneelvoorstellingen en recepties. Het was helaas van korte duur. Al na drie jaar (in 1880) werd vader gepensio neerd en trok hij naar Leiden. Louise ging mee, en kwam aan het hoofd van de huishouding te staan. Zij was 21 jaar en droeg de zorg voor haar vader en voor zes broers en zusters. Drie jaar vervulde zij deze zorgplich ten. Toen vertrok ze met een zusje De Wijs-de Neve naar Den Haag, waar zij vrijwel al haar litteraire werk zou schrijven. Dit zusje en haar echt genoot hadden Louise in 1877 aan de kade opgehaald. Louise's zusje was donker, maar Louise niet. Het verhaal gaat, dat De Wijs verbaasd uitriep: 'Wel jou, blonde bliksem!' En daarmee was haar schrijfstersnaam geboren. Eerste indrukken Als Louise B.B. schreef ze het ene werk na het andere. Hoe kon het ook anders, dat daarin haar geliefde Indië vaak zou verschijnen? In veel jaar gangen van het tijdschrift Eigen Haard verschenen ruim twintig feuil letons, die soms later zelfstandig wer den uitgegeven. Dit is niet het geval met Eerste indrukken uit 1886. In acht afleveringen vertelde Louise B.B. de wedervaardigheden van Willem Lankhorst. Hij was door zijn ouders voor zijn opvoeding naar Nederland gestuurd en keert nu weer terug naar Indië, naar huis. Al komen er geestige passages in voor, toch beschrijft Louise B.B. pijnlijk de moeder, die haar zoon afgestaan heeft aan een andere, die in Nederland voor hem zorgde. Nu haar kind is teruggekeerd, voelt ze zich van hem vervreemd: 'Hoe kon ik in mijne onervarenheid vermoeden, dat een moe derhart, dat reeds jaren lang jaloersch was op den invloed, dien anderen op de vorming en het hart van haar zoon had den, het grievend zoude vinden, dienzelfden zoon, sedert een paar uren eerst terug geziendoch niet terug gevotidenmet een ongeveinsde hartelijk heid te hooren uitroepen: "O, ik ben tante alles verschuldigd en ik heb haar lief als eene moeder!"' Net als in Janneke de pionierster komt in Eerste Indrukken Nederland op een spe cifieke manier naar voren: het land dat heilzaam moet werken of het nu gene zing of opvoeding betreft, maar dat in feite de bron is van vervreemding. Hoe het afloopt met Janneke de pionierster zal hier niet geopenbaard worden, wel dat Janneke aan de zijde van haar Henk in Indië blijft. Breeden kring Louise zou, hoe verlangend zij ook over Indië schreef, het land niet meer terug zien. Zij had hartklachten; later kwam daar een nierziekte bij. In mei 1913 moest zij verplicht kuren. Maar op 20 juni van dat jaar kwam een nieuwe aan val, waaraan ze bezweek. Louise B.B. werd 54 jaar. Eigen Haard schreef treu rig: 'Zij heeft een breeden kring van lezers aan zich verplicht, zij heeft tot het laatst gewoekerd met haar gaven, en haar naam zal, met die harer beste wer ken, ongetwijfeld in dankbare herinne ring blijven.' Janneke de pionierster verscheen in 1904 en werd tien jaar later opnieuw uitgegeven in de serie Hedendaagsche romans van de Amsterdamse uitgever Van Holkema en Warendorf. jsaot- 46 ste jaargang - nummer 11 - mei 2002 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 17