De ondergfangf van cle Batavia r>.m mee hun kanonnen op het dek vastgezet waren. Zodra de massieve geschutsstuk- ken van brons en ijzer, die elk ongeveer duizend kilo wogen, los waren gemaakt, werden ze door de schietgaten naar bui ten gemanoeuvreerd, de zee in, waar door het schip zo'n dertig ton lichter werd. Een hagel van kisten, touwen en andere spullen van het hoofddek volgde de kanonnen. Terwijl dit alles gaande was, pakte een ander groepje matrozen het kleinste van de acht ankers van de Bataviaen bevestigde liet aan een flink lang stuk touw. Wanneer het licht werd, zou het anker vanaf het achterschip in dieper water worden neergelaten, en de kabel zou bevestigd worden aan een windas, in de hoop dat men het schip achterwaarts van het rif zou kunnen sle pen. Inmiddels brak de dageraad aan. De wind schuurde de dekken steeds heviger, en het begon te gieten van de regen. Boven, op de kampanje, riep Pelsaert om het peillood, een slanke metalen cilinder aan een lang touw, die werd gebruikt om de diepte rondom een schip te bepalen. Zo snel hij kon peilde de loder overal rond het schip - bij de boeg was het water maar drieënhalve meter diep, en de grootste diepte bij het ach terschip was vijfenhalve meter, slechts iets meer dan de gebruikelijke diepgang van een Oost-Indiëvaarder, vier meter vijfennegentig. Dat was een angstaanjagende ontdek king. Ze hadden eigenlijk gehoopt dat ze bij laagwater aan de grond waren gelo pen. In dat geval zou de Batavia weer kunnen drijven wan neer het vloed werd. Maar als ze bij hoog tij waren vastgelo pen, dan was er zo weinig water onder het schip dat de terugwijkende zee het snel zou doen stran den, en dan zou het onmogelijk zijn het weg te slepen met het anker - dat zou nog meer spanning op de romp veroorzaken en misschien zelfs de ruggengraat van het schip breken doordat de zware kiel knapte. Toen ze klaar waren met het lichter maken van het schip, wachtten ze af, ter wijl ze zich afvroegen of het hoogwater was. Pas ergens tussen vijf en zes uur in de ochtend werd duidelijk dat het lot hun niet welgezind was: het water onder de romp steeg niet, maar daalde. Langzamerhand begonnen de scherpe punten van het rif waarop ze gestrand waren, boven de golven uit te komen, en het duurde niet lang of de mensen op het schip zagen hoe ze aan drie zijden waren omgeven door woeste branding en klau wen van koraal. Naarmate het water weg trok, begon de Batavia zwaar op het rif te slaan. Het werd onmogelijk aan dek te staan of te lopen; bergingspogingen moesten worden opgegeven, en passagiers en bemanningsleden konden niet veel anders doen dan in ellendige groepjes bij- eenhurken, luisteren naar het afschuwelij ke schuren van de romp. De ondergang van de Batavia door Mike Dash De Arbeiderspers: 456 pag. (gebonden) ISBN 90295 1399 3 prijs 19,95 Moesson verloot 5 exemplaren van Mike Dash's De ondergang van de Batavia, ter.waarde van 19,95, onder nieuwe jaarabonnees! Bel, schrijf, fax of e-mail Moesson vóór 31 mei en geef jezelf op als nieuwe jaarabonnee. Alle nieuwe jaarabonnees die zichzelf tussen 3 mei en 31 mei opgeven, maken kans op een exemplaar van De ondergang van de Batavia. Moesson, Bergstraat 27, 3811 NE Amersfoort. Tefefoon 033 - 4 611 611, fax: 033 - 4 655 208. E-mail: info@moesson.com moessQn - Y G E N' TIMJ IRA TC. D vA A1A lltt UCJ l E JJ"1' CrjrizAfKt &rofcjïj> neima- M/astitt Si VU'.C—'. :iir V:\t 'r.i-rr JöxJtr. r' Arai».iAfco AVA M A. V ii K [NDIA. AkABrcuM Vi 'V,-.rv- —axx-i ht'/fszï" l 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 20