rrn r
T O'JTi
0_n _£iu
V P
tïoor Geert Or;wo Pnm
De bestverkochte artiest van Nederland is een Indische.
Op 7 juni wordt Anneke Grönloh zestig en dat zal ze vieren
met een nieuwe cd, een groot concert m Den Haag en een
tournee door het Verre Oosten. Maar éérst heeft zij een
gesprek met Moesson.
nneke Grönloh is de meest
succesvolle Nederlandse
artiest ooit. Wereldwijd ver
kocht Anneke Grönloh 30 miljoen
platen. Haar eerste singletje werd
meteen een nummer één hit in
Singapore en Indonesië. In
Nederland stond ze vijf keer (op rij)
op één en internationaal 23 keer. Met
'Nina Bobo' boekte ze haar grootste
succes: het liedje scoorde in 48 lan
den en haalde in twintig landen de
eerste plaats. In Nederland heeft zij
ook het record in handen van de best
verkochte single aller tijden:
'Brandend zand' natuurlijk, waar
tweeënhalf miljoen exemplaren van
over de toonbank zijn gegaan. Wat
kunnen we verder nog zeggen? Vijf
seizoenen lang een eigen show op
televisie, vijf vermeldingen in het
Guiness Book of Records, officier in
de orde van Oranje Nassau, draag
ster van de Roze Driehoek en cultu
reel ambassadeur van Indonesië. In
2000 vierde Anneke Grönloh haar
veertigjarig jubileum als artieste.
M a kas sar
Anneke Grönloh wordt in 1942
geboren in Tondano op Noord-
Celebes. Haar Hollandse vader,
beroepsmilitair, is dan al door de
Japanners krijgsgevangen genomen.
Anneke en haar moeder blijven tij
dens de bezetting buiten het kamp,
pas na de oorlog worden zij door
Indonesische nationalisten geïnter
neerd. In 1946 gaat het gezin
Grönloh voor het eerst naar
Nederland. Ze logeren bij Anneke's
Hollandse opa en oma aan de
Koningin Wilhelminalaan in
Voorburg ('Waar vroeger de blauwe
tram langsreed'). In hetzelfde jaar
keren ze alweer terug naar Indonesië.
Een verwarrende tijd, zeker voor een
Indisch meisje: 'In Nederland werd
ik nog wel eens uitgescholden voor
pinda-poep-chinees en in Indonesië
voor kepala keju!'
Terug in Indië wordt Anneke's vader
gelegerd in Malang, Bandjermasin,
Menado en Makassar, in de tijd van
de legendarische kapitein Westerling:
'In Makassar hebben we relletjes
meegemaakt. Vreselijk. In mijn her
innering zie ik nog mijn moeder
water halen om rijst in te koken, over
de grond kruipend, een emmer voor
zich uitduwend. Je zag de lucht
boven haar hoofd bewegen en nóg
hoor ik het geluid van kogels.'
In 1949, zeven jaar oud, komt
Anneke definitief naar Nederland.
Ze groeit op in het Eindhoven van de
jaren vijftig. Anneke: 'Tot mijn zes
tiende, zeventiende werd ik nog wel
uitgescholden vanwege mijn huids
kleur. Maar ik ben een optimistisch
mens, ik ging daar niet echt onder
gebukt. Wat wel altijd is gebleven, is
het gevoel dat je nergens echt thuis
hoort. Soms heb ik dat nog wel eens
en het zal wel nooit overgaan. Verder
ben ik heel trots op mijn afkomst.
Soms, in Frankrijk, waar ik woon, zie
ik de mensen denken: waar zou zij
nou vandaan komen? Maar het is
waar: als ik hier in Nederland ben,
mis ik iets van Indonesië en als ik in
Indonesië ben, mis ik iets van
Nederland. Mijn goede vriend Jan
Rot heeft daar een nummer over
geschreven; over heimwee, omdat ik
nooit helemaal honderd procent op
m'n plek ben. Maar voor mijn moe
der moet alles vele malen vervelender
geweest zijn, hoewel ze het daar
eigenlijk nooit over gehad heeft. Ik
heb altijd veel van mijn moeder
gehouden en een sterke band met
haar gehad. Zij is tien jaar geleden
overleden, maar mijn bewondering
voor haar neemt alleen maar toe. Pas
op latere leeftijd besef je wat iemand
van haar generatie allemaal overwon
nen heeft.'
Spoedig breekt Anneke ook in
Nederland door. Eerst nog voorzich-
moessQn
J J
Miss Dynamite
Op de middelbare school treedt
Anneke ('Miss Dynamite') regelma
tig op met Peter Koelewijn en zijn
Rockets. Eind 1959 wint ze het
beroemde Cabaret der Onbekenden
in Eindhoven en verschillende
platenmaatschappijen tonen zich
geïnteresseerd. Haar eerste single,
'Asmara', verschijnt in 1960.
De ontvangst in Nederland is voor
alsnog lauw, maar in het Verre
Oosten staat het nummer gelijk al
drie maanden bovenaan de hitpara
de. 'De sarong en kebaja die ik in
Singapore droeg,' vertelt Anneke,
'heb ik zelf ontworpen toen ik er in
1961 optrad. De kebaja die voor
mijn optreden klaarlag, paste niet.
En toen heb ik er bij het voorpand
een stukje stof tussen gezet. Dat is
een hele rage geworden in Singapore,
zonder dat ik het wist. Niet lang
daarna kwam ik er weer en tot mijn
grote verrassing droeg ineens ieder
een zo'n kebaja! Daar was ik natuur
lijk hartstikke trots op... eigenlijk nog
steeds wel een beetje.'
26
T