Bij uitgeverij Prometheus verscheen Indisch zwijgen van journaliste Anneloes Timmerije. Timmerije heeft een Nede rlandse vader en een Indi sche moeder. In In disch zwijgen probeert ze met veeI liefde het geheim van haar Indische familie bloot te leggen. 'Zeggen wat ih denk en voel heb ik mezelf op latere leeftijd moeten aanleren, licht goed zal ik er nooit in worden. Het is net als met schaatsen. enz ij je over uitzonderlijk talent beschikt, moet je het van jongs af aan hebben gedaan, anders wordt het nooit wat! Ben passage uit het hoofdstuk 'I Ia lus'. door Anneloes Timmerije Zwijgen is mij met de paplepel ingegoten. Mijn moeder praat alleen als het strikt noodzake lijk is. Haar moeder was precies het zelfde. Zij konden urenlang in dezelfde ruimte zijn zonder een woord te wisselen. Als ze niet stond te koken, zat mijn grootmoeder dub belgevouwen in een stoel met een naaiwerkje of haar correspondentie. Mijn moeder was bezig met andere dingen. Conversatie was niet nodig. Praten was een evenement, een gebeurtenis die gepaard ging met onbegrijpelijke, bijna mystieke ritu elen. Dat kwam door het goede- momentensysteem van mijn moeder. Zij vindt namelijk dat er, als je al wat zegt, goede momenten om te praten zijn en slechte. Natuurlijk zijn die goede momenten dun gezaaid en moeilijk te lokaliseren. De enige die ze wist te vinden was mijn moeder. Dat was ook wel zo rechtvaardig, aangezien zij ze het hardst nodig had. Ze kon nou eenmaal niet op elk wil lekeurig tijdstip van de dag gewoon maar praten. Ze had wel wat anders te doen. Gesprekken met mijn vader over de kinderen en het huishouden vergden zelfs een uitgekiende, planmatige aanpak. Daar moest ik vooral niet te licht over denken, wat ik dus ook niet deed. Ik liet het wel uit mijn hoofd om zomaar in het wilde weg dingen te bespreken met mijn vader, want je kon het wel aan mij overlaten precies het verkeerde moment uit te kiezen. Maar behalve mijn ongelukkige momentenkeuze was er ook nog de kwestie van de volgorde. Vooral als het om belangrijke dingen ging, zoals een verzoek om meer zakgeld of toe stemming voor het bijwonen van een schoolfeest, was het aan te raden din gen in de juiste volgorde ter sprake te brengen, namelijk via mijn moeder. Zij verstond de kunst mijn vader ongemerkt zó voor te bereiden op een vraag, dat hij akkoord ging. Dat lukte natuurlijk niet van de ene dag op de andere. 'Heb je al gevraagd of ik een Dave Berrybroek mag kopen?' 'Ik heb nog geen geschikt moment kunnen vinden.' 'Wanneer is dan een goed moment?' 35 46 ste jaargang - nummer 1 1 - mei 2002

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 35