door Marijke Klokke
Indonesië is een land met ruim 200 miljoen inwoners en meer dan 13 duizend eilanden. Het land
kent vele etnische groepentalen en culturen. Niet alleen vanwege de rij ke cultuur, maar ook vanwege
hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van economie, politiek en religie, is Indonesië interessant.
Wie zich hier verder in wil verdiepen kan Indonesische talen en culturen gaan studereneen unieke
opleiding aan de Universiteit van Leiden. Indonesisch kan een aantrekkelijke studie zijn voor Moesson
lezers van allerlei leeftijden die zich in hun wortels willen verdiepen.
De opleiding Indonesisch is een
expertisecentrum met internationale
allure en telt op dit moment onge
veer zeventig studenten. Het voor
deel van zo'n kleine opleiding is dat
er veel contact is tussen docenten en
studenten en tussen studenten
onderling. Om die contacten te
bevorderen, en gewoon voor de
gezelligheid, hebben de studenten de
studievereniging Permai
(Perhimpunan Mahasiswa Indonesia)
opgericht. Deze vereniging organi
seert regelmatig lezingen, film- en
dansvoorstellingen, etentjes en fees
ten voor studenten en docenten.
Vaste onderdelen
Hoewel de lange officiële naam van
de opleiding, Talen en Culturen van
Zuidoost-Azië en Oceanië, een
immens groot gebied van Birma in
het westen tot aan Nieuw-Zeeland in
het oosten beslaat, richt de studie
zich in de eerste plaats op Indonesië.
De studie kent een basisprogramma
van drie jaar (bachelors programma)
Voor wie verder wil studeren is er
een vervolgprogramma van één of
twee jaar (masters programma). Het
driejarige basisprogramma omvat
vaste onderdelen, zoals taalverwer
ving, taal- en letterkunde, geschiede
nis en samenleving, kunst en
materiële cultuur, godsdiensten van
Indonesië, en recht en bestuur in
Indonesië. Daarnaast kan je kiezen
uit een scala van keuzevakken om
een persoonlijk tintje aan je studie te
geven. Het basisprogramma geeft de
student een brede kennis terwijl het
vervolgprogramma ruimte biedt voor
specialisatie.
Taal onderwijs
Taalonderwijs vormt de basis van de stu
die: het Indonesisch, omdat het de natio
nale taal van Indonesië is, de taal
waarmee men zich bijna overal in
Indonesië verstaanbaar kan maken; het
Javaans, omdat het met zijn ruim 70 mil
joen sprekers de tweede taal van
Indonesië is en de taal met de oudste en
omvangrijkste literatuur. Studenten
beginnen niet tegelijkertijd met beide
talen. In het eerste jaar wordt eerst grote
vaart gezet achter de taalverwerving van
het Indonesisch. Pas in het tweede
semester van dat jaar komt daar Javaans
bij. Er wordt gebruik gemaakt van leer
boeken die door de docenten van de
opleiding zelf zijn samengesteld, en van
geavanceerd interactief multimediamate-
riaal met beeld, geluid en oefeningen,
toegankelijk via het World Wide Web.
Na het tweede jaar is het mogelijk om
een zesweekse cursus Indonesisch of
Javaans te volgen aan een taleninstituut
in Yogyakarta.
Taal der dingen
De studie geeft naast kennisoverdracht
en praktische vaardigheden ook theore
tisch inzicht. Dit vindt plaats in colleges
taalkunde, letterkunde, kunst en materië
le cultuur, en geschiedenis en samenle
ving van Indonesië. De taalkunde houdt
zich bezig met het verschijnsel taal: hoe
zitten Indonesische talen in elkaar en
hoe kan een bepaalde taal in verschillen
de contexten verschillend worden
gebruikt. De letterkunde bestudeert
Indonesische literaire teksten vanuit ver
schillende theoretische gezichtspunten.
Moderne romans, korte verhalen en
gedichten komen aan bod, maar ook
mondeling overgeleverde traditionele
literatuur. Naast taal en literatuur
geven ook de voorwerpen die een
cultuur voortbrengt (kunst en mate
riële cultuur) inzicht in die cultuur.
Ze spreken hun eigen taal, vertellen
hun eigen verhaal. De colleges kunst
en materiële cultuur geven inzicht in
die 'taal der dingen'. In het vak
geschiedenis en samenleving ligt de
nadruk op kennis van en inzicht in
het moderne Indonesië, bijvoorbeeld
vanuit politiek-economisch of socio
logisch perspectief. Ook wordt aan
dacht gegeven aan de geschiedenis
van Indonesië omdat de hedendaagse
Indonesische samenleving alleen
goed begrepen kan worden in histo
risch perspectief. In het derde jaar
kan je je specialiseren in een van deze
vakgebieden. Voor al deze vakken is
actieve taalbeheersing van groot
belang. Ze helpen om Indonesische
bronnen in Indonesische talen te
raadplegen.
Keuzemogelijkheden
In het tweede jaar kies je één groot
bijvak of twee kleine bijvakken. In de
keuze van deze bijvakken ben je vrij.
Wanneer je geboeid bent door alles
wat je in het eerste jaar gehoord hebt,
kun je ervoor kiezen om je zoveel
mogelijk met Indonesische talen en
culturen bezig te houden. Je kunt dan
een van de bijvakken kiezen die de
opleiding Indonesisch zelf aanbiedt.
Eén bijvak behandelt elk jaar een
ander thema. Komend jaar is dat het
toerisme in Indonesië en de gevolgen
daarvan op politiek, economisch en
kunsthistorisch gebied. Een ander
bijvak draagt de titel 'het klassieke
Indonesië: bijzondere collecties in
moessQn
Indonesisch studere
22