De verleidingskunst van Jan Lavies Indische periode In 1925 vertrekt Jan Lavies naar Indië. Hoewel hij in Nederland vol doende opdrachten binnenhaalt, ver wacht hij in Indië nog succesvoller te kunnen worden. De reclamewereld in Indië is in ieder geval een stuk overzichtelijker. Er zijn daar in die tijd drie ontwerpers die de dienst uit maken: Frits van Bemmel, Lou van den Berg en een zekere Admiraal. Vrijwel direct na zijn aankomst in Indië krijgt Lavies zijn eerste opdracht. Hij mag in opdracht van persbureau Aneta de voorplaat van het tijdschrift id'Oriënt ontwerpen. Het onderwerp van die voorplaat is de Pasar Gambir. Zijn eerste opdracht in Indië wordt een succes, hij krijgt lovende kritieken voor zijn voorplaat. Binnen een jaar is de char mante Lavies in Indië een beroemd reclameontwerper en stromen de opdrachten binnen. Hij maakt onder meer advertenties voor het sigaret tenmerk Kyrizi, bagagelabels en folders voor de Nederlands-Indische Hotelvereeniging, omslagen voor kalenders, affiches en standinrichtin gen voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). In 1926 doet Lavies mee aan een afficheontwerp wedstrijd voor de Pasar Gambir. Hoewel hij de wedstrijd niet wint, is de pers lyrisch over zijn poster. De naam van zijn affiche is 'danspaar'. De pers vindt het knap dat iemand die nog maar zo kort in Indië is, de sfeer en de lijn van dit Inlandse dan spaar zo goed heeft getroffen. Billboards Eind 1926 oogst Lavies veel succes met zijn ontwerpen voor standinrich tingen op een tentoonstelling over reclame in Batavia. Hij decoreert daar maar liefst drie stands; die voor de KPM, drukplaatfabriek Batoetoelis en Gimborn inkt. Voor deze ontwerpen krijgt hij eremedail les en de eerste prijs voor zijn func tionele, artistieke en unieke ontwerpen. Het Bataviaasch Nieuwsblad spreekt van 'een modern gevoel in de reclame': 'Simpele lijnen en kleuren, die in een oogopslag een onuitwisbare indruk op de toeschou wer achterlaten.' Volgens het vakblad De Reclame dankt Lavies zijn succes aan de aandacht die hij heeft voor het inlands leven. Daardoor bereikt hij met zijn affiches ook de niet- Europese bevolking van Indië. Het gebruik van heldere, en tegelijk inge togen kleuren komt onder het helle licht van de tropenzon goed tot zijn recht. Dit geldt zeker voor de bill boards en affiches die hij in 1928 voor General Motors ontwerpt. Vooral Amerikaanse en andere bui tenlandse auto-industrieën geven de voorkeur aan reclame in de buiten lucht. Voor de billboards gebruikt Lavies grote vlakken met heldere kleuren die erg aan de Franse art deco stijl doen denken. Gestileerd weergegeven heuvels, bomen, auto's en mensen in combinatie met luxe en snelheid. De sfeer van de onbezorgde roaring twenties. Een opvallend ken merk is de evenwichtige toepassing van de art deco typografie. In zijn andere affiches past hij deze typogra fie minder harmonieus toe. Daisl 1UÏ1 Na een kort uitstapje naar Singapore, waar hij zes maanden folders ont werpt voor The Progressive Publicity Company, maakt hij het glamour- affiche voor de jaarlijkse Pasar Malem in Soerabaja. Op dit affiche staat een Indisch meisje - in prachti ge art deco stijl vormgegeven - dat in elegante avondmantel de aandacht trekt. De Japanse importfirma Daishun is zijn volgende werkgever. Deze in Soerabaja gevestigde firma importeerde schoenen, sokken, kou sen, hoeden, batterijen, thermoskan- nen, zeep, verf en vulpennen. Voor al deze producten ontwerpt Lavies affi ches die niet alleen anekdotisch, maar ook humoristisch zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de reclame voor de Sailor-vulpen, die het ten toonstellingsaffiche van het Gorcums Museum siert. In 1932 keert Lavies terug naar Nederland. In dat jaar ontwerpt hij voor zijn nieuwe opdrachtgever de Koninklijk Nederlands-Indische Luchtvaartmaatschappij (op de voor plaat van deze Moesson afgebeeld) een van zijn mooiste affiches. Hij gebruikt hierbij voor het eerst de air brush techniek. Deze techniek stelt hem in staat kleuren op een nauw keurige manier toe te passen en te vermengen. Vóór de oorlog ontwerpt Jan Lavies moessQn Come to Holland t)AN 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 28