Hoe ver de oorlog in generaties door kan slaan is te zien bij Vanessa Kruijsboom. In 1974 in Nederland geboren uit een Moluks-Nederlandse vader en een Nederlandse moeder. Zij ziet zichzelf als oorlogsslachtoffer, en vermoed dat er velen zijn met dezelfde ervaringen. Sinds 2001 komt ze bij het Sinai Centrum. 'Ik praat over mezelf, maar tegelijkertijd vertel ik mijn vaders verhaal', zegt Kruijsboom. Haar vader werd in 1942 in Poerwokerto geboren als jongste van acht kinderen, bracht zijn eerste drie levensjaren in een Japans interne ringskamp door en groeide op zonder vader; die was omgebracht. Moeder stond er alleen voor en gaf haar jong ste zoon een strenge opvoeding. Als er gestraft moest worden, mocht haar zoon zelf de stok uitzoeken. Eenmaal in Nederland ging vader Kruijsboom bij de marine, vocht in Nieuw- Guinea, pendelde tien jaar tussen Nederland en Duitsland totdat hij in 1973 trouwde en vader werd van Vanessa en Vincent. Onberekenbaar Vanessa en haar twee jaar jongere broertje Vincent kregen een militaire opvoeding waarbij discipline, trainin gen en straffen voorop stonden. Vanessa: 'Die straffen waren geen gewone straffen, maar lijfstraffen; door de knieën en de handen vooruit steken zodat mijn vader daarop kon slaan, opdrukken, met een tanden borstel de vloer schoonmaken.' De willekeur waarmee deze straffen wer den uitgedeeld, maakte dat Vanessa een afwachtende houding had en altijd op haar hoede was. 'Hij was onberekenbaar. Als je twee dezelfde dingen deed, was het de ene keer goed en de andere keer kreeg je ervan langs.' In 1978 werd Vader Kruijsboom op psychische gronden afgekeurd. Het was niet altijd slecht, maar als Vanessa's vader een vervelende bui had, werden dierbare spullen van Vanessa, haar broertje en haar moe der kapotgemaakt. In sommige periodes mocht Vanessa's moeder niet alleen naar de supermarkt, en moest het eten dat ze had gekookt voorproeven. 'Hij dacht dat iemand hem wilde vergiftigen', legt Vanessa uit. Schoolreisjes, spelen bij vrien dinnetjes, ziek zijn was verboden. 'Hij was paranoïde, tijdens vakan ties moesten we onze paspoorten inleveren. Een keer toen we op vakantie waren, kreeg ik mijn bord niet leeg. Ik was toen tien jaar. Mijn vader was daar zo kwaad over, dat hij in de tent mijn haar heeft afge schoren. De volgende dag moest ik bij wijze van extra straf verplicht gaan zwemmen. Ik bleef zo lang mogelijk onder water, het zwembad was vol met campinggasten. Tot op de dag van vandaag kan ik niet rus tig in een restaurant zitten. Ik voel de druk dat mijn bord leeg moet, dus kan ik niks meer eten. Na een paar happen ben ik vol.' Grenzen Toen Vanessa twintig jaar was liep ze van huis weg en had verschillen de relaties die stukliepen. 'Ik was achterdochtig en perfectionistisch. Als iemand niet deed wat ik zei sloeg ik door. Ik rakelde altijd vroe gere misstappen op van mijn vriend. Dat maakte hem klein en gaf mij een machtsgevoel. Als hij dan nog tegensprak ging ik slaan. Net als mijn vader.' Aan de andere kant kon Vanessa nooit nee zeggen. 'Ik paste mijn grenzen altijd aan aan degenen om me heen. Wat ik echt wilde en voel de zei ik niet. Bewijzen dat ik iets durfde, mezelf nooit laten kennen. Ik had niemand nodig, wilde stoer zijn en identificeerde me altijd met jongens.' Verwantschap Jarenlang maatschappelijk werk bood voor Vanessa geen oplossing. Vanessa: 'lit voelde me nooit begrepen. Via stichting Pelita kwam ik bij het Sinai Centrum, en daar had ik het gevoel thuis te komen. Ik kreeg de bevesti ging van dingen die ik vermoedde.' Vanessa heeft al een paar jaar geen contact met haar vader. Wel heeft ze voor hem Het Gebaar aangevraagd. 'Ik wilde mijn vader altijd begrijpen. Hij sprak alleen met mij over zijn tijd in Nieuw-Guinea. Op dat gebied voel ik een diepe verwantschap met hem. Alleen als hij te emotioneel werd, kwam er daarna een kwetsende opmerking. Gewoon om te laten zien dat ik niet te dichtbij mocht komen. Zelf praat ik ook moeilijk over mijn gevoelens. Je bent dan zo kwetsbaar.' 'Ik voel het verdriet van mijn vader. Als hij pijn had, hoefde ik hem maar aan te kijken en wist precies op welke plek ik hem moest masseren. Ik weet zeker dat we aan elkaar denken, ook al hebben we elkaar al jaren niet gezien.' Praten? Sinai Centrum, Laan 1914 nr. 23 Postbus 66 3800 AB Amersfoort tel. 033 - 464 06 40, locatie Amsterdam, tel. 020 - 301 37 30. Wat vinden Moesson-lezers van dit artikel? Als je de oorlog niet hebt meegemaakt, kun je er dan wel problemen aan over houden? Schrijf of e-mail een reactie (maximaal 250 woorden) met daarbij uw leeftijd vóór 12 oktober 2002 naar Moesson, Postbus 2074, 3800 CB Amersfoort, of naar redactie@moesson.com De redactie maakt een selectie uit de beste brieven. 47 ste jaargang - nummer 4 - oktober 2002 Jongfe generatie

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 13