die ik niet voel?'
'Hoe kan het dat er spanningen zijn
Nieuwe roman van Hella Haasse
moessQn
Foto: Jerry Batier.
Herma Tadema-Warner probeert
haar vriendschap met de Indische
Dee Mijers op waarde te schatten.
Een vriendschap die in het vooroor
logse Indië begon.
'Soms had ik, ook als kind al, de
indruk dat er ondanks alle hartelijkheid
en camaraderie een haast onmerkbaar
wederzijds voorbehoud bleef bestaan.
Mijn ouders leken zich daar niet van
bewust, of misschien vonden zij het
vanzelfsprekend.'
Sleuteloogpagina 111)
De verhouding tussen Indische en
Hollandse mensen heeft Hella
Haasse altijd beziggehouden.
Daarom heeft zij uiteindelijk
Sleuteloog geschreven. 'De problema
tiek van die verhouding,' vertelt zij,
'drong steeds meer tot me door, door
wat ik hoorde en las - want ik heb de
literatuur goed bijgehouden. Hoe is
het toch mogelijk, dacht ik, dat er
spanningen zijn die ik helemaal niet
voel? Ik hoopte nog eens te kunnen
schrijven over de onderlinge verhou
dingen. Maar dan om te laten zien
hoe alles zich ontwikkeld heeft en dat
er nog andere mogelijkheden zijn.
Dee, de hoofdpersoon, bijvoorbeeld,
is een meisje met Indisch bloed.
Maar dat waaiert in haar uit, naar
een internationale horizon. Zij blijft
uiteindelijk niet steken in verbitte
ring, die buigt zij op haar eigen
manier om naar een eigen loopbaan.'
'Als ik nu terugkijk, lijkt het me dat
mijn moeder misschien te gauw tevreden
zvas met wat in wezen vaak neerkwam
op uiterlijk vertoon van onderlinge ver
standhouding en bereidioilligheid. De
werkelijke stemming achter veel vormen
van hoffelijk, inschikkelijk gedrag wist
zij niet te peilen.'
(Sleuteloog, pagina 51-52).
'Ik heb Tjalie Robinson één keer ont
moet in Hilversum, toen we daar
voor plaatopnamen waren. Enkele
Indische schrijvers lazen voor uit
eigen werk. Bij die gelegenheid heb ik
hem aangesproken. Hoe is het nu in
godsnaam mogelijk dat u dat stuk
destijds heeft geschreven?, vroeg ik
hem. Dat heeft mij echt verschrikke
lijk geraakt. Ik had het gevoel dat ik
werd verdacht van iets wat mij abso
luut vreemd was. Hij nam toen terug
wat hij gezegd had.'
'Achter trots en "branie" verborg Dee de
vernederende overtuiging niet voor vol
aangezien te ivorden. Zij heeft houvast
gezocht in groeiende rancune. Die
maakte haar hard.'
(Sleuteloog, pagina 12)
'Zo vlak na de oorlog, zei Tjalie
Robinson, was een moeilijke en ang
stige tijd. Er heerste veel onzekerheid
en grote groepen van met name
hoger opgeleide Indo's beschouwden
zichzelf als een soort tussenschakel
tussen het Nederlandse bestuur en
de Indonesische bevolking. Ze waren
al jarenlang bezig geweest om tot een
bepaalde bundeling van krachten te
komen, om, als het zou kunnen,
onder de Nederlandse vlag delen van
het bestuur over te nemen. Zij waren
tenslotte meer vertrouwd met het
land, het klimaat en de sfeer. Vlak na
de politionele acties heerste er angst
onder Indische mensen. Terecht
maakten zij zich zorgen over wat er
met hen ging gebeuren. Het einde
van Oeroeg is daarom misschien wat
hard aangekomen, omdat de moge
lijkheid al werd aangeraakt dat de
Nederlandse tijd voorbij zou kunnen
zijn. Ik stond er verder vanaf, omdat
ik de oorlog in Nederland had mee
gemaakt en bij mij overheerste toen
het gevoel dat die wereld voorbij was.
Tjalie Robinson voorzag dat de
Indo-europeanen in de knel zouden
komen. En ik kan me hun proble
men, ellende en frustraties buitenge
woon goed voorstellen.'
'Totok-gezinnen stonden buiten de
Indonesische wereld, ja, zelfs buiten de
Indische.'
(Rob Nieuzvenhuys in de Oost-Indische
Spiegel)
'Rob Nieuwenhuvs heeft mij eigenlijk