geheim 1 3 m 4 Generaties praten over verzwegen oorlog Mijn uiterlijk verraad mijn afkomst Ja, als je de oorlog niet hebt meegemaakt kun je er problemen aan overhouden. Ik ben een Indische vrouw van vijftig jaar. Tot mijn veertigste heb ik proble men gehad met mijn identiteit. Werd ik heen en weer geslingerd over wie of wat ik was. Uit bescherming is mij weinig verteld over de oorlog in Indië en het krijgsgevangenschap van mijn vader. Daarom kon ik niet begrijpen waarom ons gezin zo anders was. Toen mijn zoon zestien was, zijn wij gaan zoeken naar onze roots. Eenmaal daar viel de puzzel voor mij langzaam op zijn plaats. Langzaam, want het heeft nog enige jaren geduurd voordat ik me pas echt lek ker voelde in mijn bruine vel. Ik ben opgevoed als Hollands meisje, geboren in Holland met een Hollandse moeder. Mijn uiterlijk verraad echter mijn afkomst. Ik heb me altijd anders gevoeld; maar dat nooit uit kunnen leggen. Na een lange zoektocht begrijp ik wat er was in het gezin waarin ik ben opgegroeid. Ik voel me nu beter; een Indische vrouw, die haar afkomst durft te tonen op podia. Vroeger verborg ik angstvallig mijn Indische gevoel. Maar nu genieten zowel in Semarang als in Den Haag de ouderen van mijn Indische liedjes die ik zing bij Toko Oen. Op de Pasar Malam Besar kwam na een optreden in het restaurant een oude Indische dame naar mij toe die vroeg: ben jij een Indisch meisje? Trots kon ik antwoorden: ja, dat ben ik. Ik heb veel last gehad van de oorlog, maar nu niet meer. Herkenning en erkenning is belangrijk voor onze groep. I.J. Fraanje, Schagen H Poekoel teroes Vandaag kreeg ik het oktobernummer van Moesson in de bus, en ik voldoe gaarne aan de oproep om over de oorlog te schrijven, en wat ik daaraan heb overgehouden. Ik ben nu 67 jaar. Als ik 's ochtends opsta, ben ik al moe. Ik begin met uit te rusten en als ik iets doe, rust ik nog een paar keer uit. Als ik klaar ben, rust ik weer uit. Het grootste deel van de dag doe ik niets en denk ik over wat ik moet doen. Alles kost moeite, en ik stel alles uit. Ik begin pas als het bijna te laat is. Wat denk ik daarvan? Ben ik een zielige mislukkeling, die niets kan? Ja, zo zie ik me vaak. Maar vaak vertel ik me ook, dat het niet mis is wat ik heb gedaan. Per slot van rekening, ik heb Tjideng overleefd. Ik ben geëmigreerd, heb aca demische graden gehaald, en een carrière gemaakt. Toen ik werkeloos werd, heb ik weer een graad gehaald. Als iets gedaan moet worden, doe ik het. Ik geef niet op, maar poekoel teroes. Dat heb ik in Tjideng geleerd. Twee voorbeelden: Mijn moeder liet me altijd zien hoe ze voorwerpen verborg voor de Japanners tijdens huiszoekingen. In 1972 reisde ik per trein naar de Soviet Unie met papieren die mij in het gevang zouden hebben doen belanden als ze ontdekt waren. Ik stond buiten terwijl mijn coupé onderzocht werd, maar ze vonden niets, dankzij mijn moeder. Ik voelde me geweldig. Verder doe ik vaak mee met lange afstandswedlopen. Ik strompel halfnaakt, uitgeput, en bezweet voort, net zoals in Tjideng, maar ik weet dat ik het zal halen. En ik voel me geweldig. Gijs Beynen, Ankeny, Iowa, Verenigde Staten flg Spannend jongens boek Ik ben 61 jaar en in Soerabaja geboren, mijn vader heeft aan de Birma spoorweg gewerkt. Gelukkig is hij na vier jaar levend terug gekomen, hoewel mijn broer en ik het op dat moment helemaal niet leuk vonden een strenge vader te hebben. Wij hadden hem amper gekend van voor de oor log, tijdens de oorlog was het bij ons een echt moeder en oma huishouden geweest. Voor mijn vijf jaar oudere zus lag dat heel anders: Pap kwam terug. Wij, de twee jongsten, hebben de oorlog als een spannend jon gensboek ervaren. Mijn vader heeft weinig of niets aan ons over akelige dingen uit het kamp verteld, hoewel hij die beslist heeft meegemaakt. Ik ben zelf deze zomer naar de rivier Kwai geweest en de rillin gen liepen over mijn rug toen ik de plek zag waar de krijgsge vangenen geleefd en gewerkt hebben. Heel zacht heb ik gezegd: 'Lieve Pap, nu weet ik wat je mee hebt gemaakt.' Diezelfde rillingen voelde ik ook toen ik over Vanessa Kruijsboom las. Toch geloof ik dat haar moeilijkheden meer met de problemen van haar vader te maken hebben. Als deze man geen ervaringen met de oorlog had gehad, dan had hij waarschijnlijk wel andere problemen gehad. Wij hebben dankzij onze fan tastische ouders gelukkig geen problemen aan de oorlog over gehouden. Maar ik geloof dat de oorlog bij sommigen wel doordrukt en littekens kan ver oorzaken, zoals alles wat je meemaakt je vormt. Jorien Burlage v.d. Linden (via e-mail) i

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 33