In de rij
C U
Het zijn de uitspraken, de manier van kijken,
zijn houding en gebaar en zijn humor die
mensen er wellicht toe brengen voor prins
Claus in de rij te gaan staan.
Donderdagavond, 10 oktober, half tien, zie ik
de rij met eigen ogen. Het beeld raakt me
gelijk. Ik wil ook in die rij. Wie weet wat de
bewoners van zo'n rij allemaal tegen elkaar
zeggen. Hoe voelt zoiets.
Vrijdagochtend fiets ik naar de
Toussaintkade. Fiets tegen een dranghek.
De rij is tot de couponnenwinkel aan de
overkant van het water. Mooie lichtval met
dat zonnetje door de bomen, maar koud dat
het is. Vijf graden en we hebben al iets van
nachtvorst gehad. De overgang is te abrupt.
Ik kan me voorstellen dat mensen uit de
Oost hier onwel van worden, lichamelijk en
geestelijk. Zelf heb ik die neiging ook, maar
met winterkleren aan gaat het wel. De griep
waart ook al weer rond. In de rij staan de tot
nu toe ontsnapten. Naast mij links een
keurige ambtenaar, rechts van mij
waarschijnlijk een Scheveningse visboer met
droeve ogen. Staan er ook Indische mensen
in de rij? Nee. Het meisje voor mij is niet
Indisch, Chinees-Indisch is ze, denk ik, en
dat is niet echt Indisch (zo denkt men
natuurlijk ook over mij. Daar probeer ik al
jaren mee te leven). Zeg nou zelf, als je
Indisch bent wil je er toch ook volbloed
Indisch uitzien. Eén troost, de persoon voor
wie we urenlang in de rij staan is ook geen
gewone Nederlander. En toch, een in de
harten geslotene, niet om waar hij vandaan
kwam, maar vanwege zijn persoonlijkheid.
Waar hij vandaan kwam deed er al lang niet
meer toe. Tijdens mijn werk op het lordens
Vioolconcours heb ik hem een paar keer
meegemaakt en zelfs een keer kort
gesproken. Het ging over journalistiek. Maar
ook als ik hem nooit ontmoet had was ik die
rij ingegaan. Gewoon, omdat hij was wie hij
was.
Zij vóór mij is hartstikke aangepast. Zwarte
lange jas, zwarte laarzen, spijkerbroek en
schouderlang zwart haar. In haar mobieltje
zegt ze: 'Ik ben even buiten. Straks mag je
weer vragen stellen. Oké?' Naast haar staat
de Nederlandse collega. Uit de kluiten
gewassen tot dik, op sportschoenen nog
een half hoofd groter dan de Oosterse. Ze
praten honderduit over hun bedrijf en die
Nederlander is toch lief voor dat Oosterse
stoere poppetje. Haar naar achter strijken,
stofjes van de zwarte jas plukken, over het
ruggetje strijken. 'Heb je het koud?'
Kwart over negen staan we bij het laatste
huis van de Toussaintkade. Iets over half tien
gaan we door de hekken van de Paleistuin.
Dit is zo lang mijn tuin geweest. Hier heb ik
met een drie maanden oud kind
geschommeld in de sneeuw. We waren de
enigen. Dat is nu wel anders. We lopen met
onze groep stevig door naar de ruimte waar
de condoleanceregisters liggen. Daar
waaieren we uit naar wel vijftien boeken. De
rij gaat verder door de tuin en eindelijk staan
we binnen de hekken van het paleis. De
gevel wordt steeds hoger. Vanaf de trappen
heb ik al zicht op zes marmeren zuilen. In de
marmeren hal liggen de bloemstukken.
Groot, supergroot en bescheiden van
formaat, overwegend wit. We worden over
de grijze loper naar rechts geleid en weer
naar links. En dan komen we in de ruimte
waar de prins ligt opgebaard. De begeleiders
zorgen ervoor dat alles goed doorstroomt.
Daar hebben ze een cursus voor gevolgd en
dat merk je. Alles moet je tegelijk doen. Je
concentreren op je groet aan deze dierbare
mens, de gezichten van de vier wachten
observeren, de sfeer aanvoelen en beseffen
dat dit een afscheid is. Via de andere deur
worden we kwart voor tien weer losgelaten.
Jill S t o I k
door Ciska Cress
Ik heb veel reacties gekre
gen op mijn nieuwe boek
Selamat Makan. Door alle
aandacht voor het boek
vorige maand in Moesson
hebben veel mensen het
gekocht. Ik ben er erg blij
mee. Ook vrienden en ken
nissen hebben als steun
voor mijn projecten in
Indonesië geld gegeven.
Ze vroegen natuurlijk wel wat ik met
het geld ging doen. Ik heb ze uitge
legd dat veel gezinnen ondersteuning
nodig hebben omdat ze daar zo ver
schrikkelijk arm zijn. Toen ik dat ver
telde reageerden ze positief.
Sinds november ben ik weer terug in
Indonesië. Van het huwelijkscadeau
van Jacques en Gerrie heb ik voor
een groot gezin een wasmachine
gekocht. Hierdoor hoefde de vrouw
des huizes niet meer elke dag kleding
van zeven personen met de hand te
wassen. Door de vele regen is bij een
gezin het dak ingestort. Ik heb ze
geholpen met een nieuw dak. Zoals
je leest wordt de opbrengst van mijn
boek goed besteed. Nog even en dan
is het weer Kerstmis. Ik ben
benieuwd hoe ze hier Kerst en Oud
en Nieuw vieren. Zelf ben ik van
plan om een barbecue te geven. Het
lijkt me te gek om met Kerst te kun
nen barbecuen.
In augustus heb ik een paar koude
schotels gemaakt en een barbecue
gegeven voor al mijn vrienden in
Indonesië. Ik was heel erg verbaasd
dat ze daar geen huzarensalade ken
den. Ze kennen daar sowieso geen
salades. Ik kan me van vroeger nog
herinneren dat mijn moeder thuis
met Oud en Nieuw altijd huzarensa
lade maakte. Een traditie waaraan wij
moessQn
14