I door Klara Smeets Fragment van een doek van Jacob Coenian met daarop de Bataviase opperkoopman Pieter Cnoll, zijn Euraziatische echtgenote Cornelia van Nijenrode, dochters Catharina en Hester en de huisslaven. Het VOC-jaar loopt alweer op zijn einde. Er is veel aandacht geweest voor de manier waarop de VOC handel dreef en zijn vestigingen bestuurde. Maar het contact tussen Europeanen en Aziaten is veel minder belicht. Toch is dit contact van groot belang geweest voor de geschiedenis van de Europese vestigingen in Zuidoost-Azië. In de geschiedschrijving over kolo niaal Indonesië nemen Indo-euro- peanen over het algemeen een marginale plaats in. Het zijn de blanke Europese mannen: koop mannen, soldaten, bestuurders en ondernemers, die de hoofdrol spe len. Dit levert een eenzijdig beeld op van de geschiedenis, want een deel van de Indo-europeanen had al in de VOC-tijd een belangrijke positie in de Indonesische archipel. De groep mensen met een gemengd Europees-Aziatische afkomst was onmisbaar in het con tact tussen handelaren en nieuwko mers aan de ene kant en de plaatselijke Aziatische bevolkings groepen aan de andere kant. Daarnaast was deze groep Indo europeanen van groot belang voor het ontstaan van meer permanente Europese vestigingen in Zuidoost- Azië. Weinig vrouwen Naar de Indonesische archipel zijn altijd meer mannen dan vrouwen ver trokken. Alhoewel het verschil in het aantal vrouwelijke en mannelijke migranten door de eeuwen heen ver kleinde, bleef het tot in de twintigste eeuw bestaan. Met name tijdens de VOC-tijd reisde er jaarlijks een mini mum aan Europese vrouwen naar Azië. Het idee bestond dat het klimaat in de tropen en de onherbergzaamheid van de VOC-vestigingen ongeschikt waren voor Europese vrouwen. Bovendien waren vrouwen in die tijd niet vrij om zelfstandig te handelen. Daar komt nog bij dat er van tijd tot tijd zelfs sprake was van een restrictief migratiebeleid van bovenaf. In 1652 bijvoorbeeld, werd de migratie van Nederlandse vrouwen naar de Europese vestigingen in de archipel via regels sterk aan ban den gelegd. De VOC-top was bang dat hun werknemers te duur zouden wor- moessQn 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 18