FummusEum CII mmncciim Beelden uit het filmprogramma. Filmmuseum, Vondelpark 3, Amsterdam info: 020 - 589 14 00. films uit de KIT- collectie. Films uit laatstgenoemde categorie zijn vrijwel allemaal westers georiënteerde docu mentaires. De Klerk: 'Treinen, kan toren, autobanen. Alles komt veelvuldig aan bod en geeft soms een wat zelfvoldaan beeld. Het westen is nadrukkelijk aanwezig.' Begin vorige eeuw was men druk bezig mensen naar De Oost te halen om te werken. De werving had niet veel succes, er was weinig belangstelling om in het warme, klamme Indië te werken. Volgens De Klerk was dat de reden om optimistische films te maken: 'Het zijn propagandistische films. Alles wat ook maar enigszins riekt naar opstand, werd buiten beeld gelaten. De Indische films zijn bedoeld voor het educatieve circuit, zoals scholen en musea. Zeker niet voor de commerciële bioscoop.' Al geeft de KIT-collectie als geheel een vertekend beeld van de werkelijk heid, er is een genre dat volgens De Klerk een betere indruk achterlaat van de Indische maatschappij: de familiefilms. Een kenmerk daarvan is dat de filmmaker tegelijkertijd de kij ker is. 'Familiefilms staan het dichtst bij het alledaagse leven, ze zijn niet gearrangeerd. Ook het huispersoneel wordt bij de films betrokken. Ik denk dat wanneer je jarenlang in hetzelfde huis woont, kolonialisme verder te zoeken is dan op politiek niveau.' Exotisme Uitzondering op de propagandisti sche films zijn de films over Bali. Net zoals films over andere delen van Azië, wordt hier al het westerse juist gewist. Het exotisch aanzien is van groot belang, de commercie houdt ervan en dus wil men de beeldvor ming graag in stand houden. 'Dat zie je in elke film uit die tijd terug, of het nu een Amerikaanse, Engelse of Nederlandse filmploeg was. Altijd die exotiserende beelden. Dat trekt toe risten.' Bijna alle films zijn door Nederlanders gemaakt. Als er al Indische of Indonesische filmmakers zouden zijn geweest, dan liggen hun producten volgens De Klerk in een filmarchief in Jakarta. 'En dan is de kans groot dat er geen zorg voor is gedragen. In de jaren twintig zijn er wel producties geweest, maar daar is bedroevend weinig van over. Films moeten in climat controlled boxen opgeslagen liggen. Die zijn prijzig en ik kan me voorstellen dat ze in Indonesië andere prioriteiten hebben.' TILIIIIIIU JCUIM

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 25