Het is een rijdend meeting
point voor iedereen op zoek
naar sambal, kroepoek of
een praatje. Toko Semoea
Ada is net een srv-wagen,
met wat anders geurende
spulletjes.
door Sheila van Rhoon
Ede, maandagochtend. Jan
Verweij (59), alias Jan Keliling,
heeft zijn rijdende toko op de
markt in het centrum van Ede gepar
keerd. 'Bagaimana, bung', roept hij
naar een passerende man die zijn
hand opsteekt als begroeting. Al
meer dan 45 jaar rijdt Verweij met
zijn toko-bus door Nederland. Eerst
in Molukse woonkampen zoals in
Vught en Woerden, later ook naar
wijken waar veel Indischen en
Molukkers wonen.
Eieren
Een Hollandse jongen, zoon van een
kippenboer, die in vloeiend Maleis de
klanten van zijn Indische toko te
woord staat. Het is op zijn minst
opvallend. 'Het begon allemaal met
eieren', vertelt Verweij. 'Mijn vader
hield kippen, en als klein jongetje
bracht ik samen met mijn oudere
broer Arie eieren naar het Molukse
woonkamp in Woerden. Op de bak
fiets, zo ging dat toen.'
De vrouwen in het Molukse kamp
hadden niet genoeg aan gewone kip
peneieren. Rijst hadden ze nodig,
kruiden, tahoe en tempé. 'Toen mijn
broer en ik weer met verse eieren
langskwamen, vroegen de vrouwen:
Heb je geen ketjap, heb je geen dit,
heb je geen dat. Er was toen niet veel
te koop, het waren de jaren vijftig.'
De zoektocht naar ketjap begon. 'Die
haalde ik bij een man die overdag bij
een benzinepomp werkte. Hij maakte
Ketjap A, dat merk verkoop ik nog
steeds. In die tijd was er wel rijst,
maar in Nederland waren ze alleen
gewend aan paprijst.' De vraag naar
Indische producten steeg, de kippe
neieren maakten plaats voor telor
asin, gezouten eendeneieren, en de
bakfiets werd omgeruild voor een
auto. Totdat ook die te klein bleek en
een bus uitkomst bood.
Van nuiten
Verweij raakte snel bekend met de
Indische voedingsgewoonten. 'Hij is
van buiten Nederlands, maar hij is
opgegroeid in de kampen', weet een
mevrouw op de Edese markt te ver
tellen. Net als veel klanten kent zij
Jan al sinds de jaren vijftig, toen hij
met zijn bus in de Molukse woonwij
ken van Vught tot Lunteren, en van
Moordrecht tot Waalwijk, kwam.
Het tokowereldje beviel Verweij ken
nelijk, want in 1980 opende hij
samen met zijn vrouw Trudy de
gewone, standvaste toko Anleda (ver
noemd naar zijn drie dochters Anita,
Letty en Danielle), in Alphen aan
den Rijn. Koken leerden ze van de
Molukse kokkin. Verweij: 'Maar na
twintig jaar hadden we er genoeg
van. Het is zwaar werk, dag in dag
uit. Daarom is de toko drie jaar gele
den verkocht aan het personeel, maar
nog steeds voel ik het in mijn hart als
ik er langs rijd. Ik heb er zulke fijne
herinneringen aan.'
Kern Ik mi
Toko Anleda is niet meer, maar de
rijdende toko is een levendige ont
moetingsplaats, soms afgeefbalie en
in elk geval goed voor een praatje.
Oorlogservaringen, jeugdherinnerin
gen, alles wordt besproken. Eén van
Jan's oudere, vaste klanten parkeert
zijn fiets tegen de toko, legt wat
snoepjes op de toonbank en begint
ook maar te vertellen. Over hoe hij in
Nagasaki moest werken en de atoom
bom heeft overleefd. Ook de afgelo
pen nacht had hij weer nachtmerries.
'Mijn haar staat er nog van overeind',
zegt de oude man, terwijl hij zijn pet
afdoet en wijst naar zijn enorme bos
grijs haar. 'Dat komt ook van de
troep in mijn lichaam. Die kernbom,
hé, die zit in mijn haar.'
Of de oudere mevrouw met de
boodschappentas op wieltjes, die nog
even naar de supermarkt moet, en
Jan sommeert haar te helpen het kar
retje zijn toko in te tillen. 'Kan wel
hé, Jan?', vraag ze, meer voor de
vorm dan wat anders. Jan haalt zijn
schouders op. 'Och ja, waarom niet',
en tilt het karretje naar binnen.
Kruidenier
Nog maar een paar jaar, dan gaat
Verweij met pensioen en is er nie
mand om de rijdende toko over te
nemen. Zijn drie dochters zien het
niet zitten, en broer Arie is druk met
zijn eigen rijdende toko waar hij mee
in Breukelen, Moordrecht, Eerbeek
en Doesburg staat. 'Het is toch een
beetje mannenwerk', zegt Verweij,
'sjouwen met die spullen. En ouder
wets, zo'n kruidenierswinkeltje. Maar
voor mij is de drijfveer altijd de zelf
standigheid geweest, voor een baas
had ik dit niet gekund.' Als de marlet
voorbij is, rijdt Verweij nog even naar
de andere kant van Ede. Naar die
oude mevrouw, die hem 's ochtends
belde dat ze niet naar de markt kon
komen, maar dat ze toch wat kleins
nodig had. 'Ik ken haar al jaren. En
voor mij is het toch een kleine moei
te?'
Toko Semoea Ada uit Woerden,
Maandag: Ede, Lunteren of
Opheusden
Dinsdag: Waalwijk, Gorinchem of
Tiel
Donderdag: Woerden, Den Bosch of
Vught
Jan Verweij: 06-547 317 10
moessQn
Toko's in Nederland
42
HEI