Rijkdom Japan v< en Man door Juul Lentze Wij zijn rijken, rijken, rijken.... Elke Sinterklaasavond op de cassaveonderneming Krebet hield tante Poes, de echtge note van de administrateur, de kleintjes bezig. Ze speelde spelletjes met ons waarvan er eentje, hoewel de spelregels met de tijd zijn vervaagd, mij bijbleef. We stonden arm in arm in twee rijen tegenover elkaar, de rijken en de armen. De rijken zongen terwijl ze op de armen toeliepen: 'Wij zijn rijken, rijken, rijken.en ver volgens vroegen ze: 'Mag ik een van jullie hebben?' Op hun beurt kwamen de armen naar voren en zongen: 'Wij zijn armen, armen, armen...' en wie van hen wilden de rijken hebben en wat hadden ze er voor over? Ken naam en een betalingsvoorwerp werden genoemd en als de genoemde persoon het aanbod aannam - je kon weigeren - kwam de arme bij de rijken terecht. Zo was er eens een jochie onder de armen die een kop tjabé rawit wou hebben en zijn partijgenoten zeiden: 'Niet doen, niet doen', toen het hem aangeboden werd. Wat moest hij met een kop tjabé's? 'Ik hou van tjabé', zei de jongeman en liep over naar de rijken. Rijkdom is immers maar betrekkelijk. Bedelaar Voor ons kinderen was het begrip rijk en arm beperkt. Voor de oorlog, op zonda gen, kwamen er bedelaars ons erf op. We gaven ze dan een paar centen en een bord eten waar ze erg blij mee waren en wij voelden ons geweldig goedgeefs. Tijdens de oorlogsjaren, we waren ouder nu, zagen we in de stad zoveel bedelaars. De een zag er nog ongelukkiger uit dan de ander. Ze zaten op het trottoir met uitge strekte handen om geld te bedelen, som migen verminkt door lepra, anderen met grote tropische zweren, weer anderen blind door een oogziekte waar geen aan dacht aan was geschonken. Er was een jongen die alleen maar stompjes had waar zijn benen hoorden te zijn en die zich handig voortbewoog op een plank met wieltjes. Deze armoede was werkelijk heid en we gaven heel wat centen weg, wetende dat het nog niet eens een druppel op een gloeiende plaat was. 'Wat zijn wij rijk', zei ma na zo'n wandeling op de Kajoetangan. Arm aan wereldse goederen voelde ze zich schatrijk in vergelijking. In Holland zagen we al die ellende, als die al bestond, niet. Er waren wel mensen die het minder goed had den dan wij, maar we konden ze niet arm vinden. We hadden immers ware armoede gezien. Armoede die geen dak boven het hoofd heeft, of eten op het bord, of kleren aan het lijf, armoede die stierf op een trot toir. Toen gingen we naar voor wat doorging als het rijkste land ter wereld, waar de straten geplaveid waren met mythisch goud. Hier, dachten we, zal het met de armoede wel anders gesteld zijn. En inder daad, ook hier geen bedelaars zonder benen of met nietsziende ogen. We zagen wel dronkaards die om geld vroegen en er meteen de kroeg mee instapten, verslaafd aan de drank. Ze sliepen op het trottoir in de Bowery in New York. Maar die waren anders arm, 'aan lager wal geraakt'. We zien wel eens men sen die hun hele hebben en houden met zich meesle pen in een karretje gestolen van een supermarkt. Ze zijn homelessproberen werk te vinden, krijgen wel eens een slecht betaalde job, eten bij de gaarkeuken van het Leger des Heils en slapen daar ook. Ze zijn niet straatarm, maar verdienen niet genoeg om zich staande te houden. Harde werkelijkheid. Daartegenover staan al de Rockefellers en andere miljonairs en zelfs biljonairs, mensen die meer geluk hebben gehad in hun leven en die meestal hard werk ten voor hun verworven rijkdom. Betrekkelijke rijk dom. En waar passen wij in dit beeld? We zijn geen biljo nairs of zelfs maar miljonairs, we zijn ook geen bede laars, wij proberen een heel klein beetje het bestaande leed te verzachten. Met ons zondagse centje delen we wat van onze rijkdom, want, ach, hoe je het ook bekijkt en hoe betrekkelijk het ook maar is, wij zijn rij ken, rijken, rijken... President Rock dagmiddag bekei vliegtuigen een gevoerd op Pe Hawaii, alsniecj en leger-,,activité noemde op het 0 a h u. Enkele 11 de bekendmaking ook een luehta gevoerd op de le< te Manila. Zonder waarschuwing Berlijn en Rome: Samenwerking niet onze bondgenooten moessQn H**nda? December 1911 No. 291 lak-C't Ruilra .i Goud geplaveid llTt KOWM l*M. r,»:i kAEKU Dt l ME tx,.i» Kt u-at Im-i (tan 8 BaU»ia-C V.IL JMV'jO ca Aboeorf..r.u-p^», p» k-anaal .1 9.— Voor 'F" S-Xi ,?JÜ J Nrd -ln<He pri lr<*«rUaJ - 13-— ft - airt Ji Brt 'i I li - "oer pjU-nit/Ji.- !j*T bmri 12.50 <Andrr* pltuii-'» P" lodnpo-l <.p aactraa-l Oorln Reuter seint uit W a i h i n g- ton rp OEN hij Roose celt's stappen ter bescher ming nan het, Amerikaansche QfOfKQ aankondigde, eer- klaarde Earl (de secretaris van den president), dat zooals thans bekend aan vallen werden uitgevoerd geheel zonder waarschu wing. toen beide landen in vrede waren en omstreeks een uur. nadat de fapansche ambassadeurs naar het State Department uaren gegaan om Cordell Huil het ant woord te overhandigen op diens nota van 26 Novem ber Reuter aelnt uit Washington De mogelijkheid, dat Berlin eo Bo rne btnaro 24 our aan da Verenigde Staten den oorlog zullen verklaren. »«rd Zondagavond In enkele, gewoon- goed Ingelichte kringen te Waah- *«too be-iprokra. OFFICIEEL WORDT ME DEGEDEELD. DAT DE NE- DERLANDSCHE MARINE rEN NAUWSTE SAMEN WERKT MET DIE DER BONDGENOOTEN. ,,OL( 'F NOIOEL GEN' DE KE OM EN OP E HET TE JAVA Tl VAL NO VOLGf ALDUS ME DE AANV POST VA> HET HICKI OP PEARL VLOGEN KWAM IN TEN TIJD VLIEGTUK EEN L 20 JAVA- TER HOOC DEELGEM PANSCH V WERKEN 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 8