c u I i n door Ciska Cress Om te beginnen wil ik alle medewerkers en lezers van Moesson vanuit Indonesië een gelukkig en gezond nieuwjaar toewensen! Ik heb wel een beetje heimwee gehad naar thuis. Al een paar jaar vier ik de kerstdagen met mijn familie en een kerstboom met cadeautjes, u kent dat wel. Maar het klimaat hier heeft alle heimwee weer goedgemaakt. Mijn etentje en barbecue zijn weer goed in de smaak gevallen. Geen zorgen om regen, koude wind en zon om een barbecue te kunnen houden. Op oudejaarsdag zijn wij naar het strand gegaan, Pelabuhan Ratu, ongeveer twee uur rijden vanuit Sukabumi. Met veertien personen hebben wij op het strand gespeeld, gelachen, in zee gezwommen en lekker gepicknickt. Wat een gek idee hè, om op oudejaarsdag in je badpak op het strand te liggen. Ik was overigens de enige in badpak, de mensen hier zwemmen allemaal met kleding aan. Ik voelde me dan ook erg opgelaten. We hadden een tikar meegenomen die op het warme zand uitgerold werd om op te zitten. Iedereen had wat lekkers gemaakt voor de lunch. Zo hadden Etty en Uwah sambal goreng ikan teri gemaakt, ik had per- kadel daging en pastelletjes en Papaya en zijn vrouw Momoon hadden nasi putih, verpakt in pisangblad. Koffie en frisdrank werden in grote koeltassen gestopt. Dat alles werd gezamenlijk genuttigd op die grote tikar, zo gezellig. Het was een oudejaarsdag om nooit te vergeten. Om op Papaya en zijn vrouw terug te komen, natuurlijk heet die beste man niet zo. In een van mijn vele misunderstandings met het Bahasa Indonesia, is deze naam ontstaan. Begin vorig jaar vroeg ik Etty hoe die man heette die daar in de tuin werkte, en ik wees naar een tuin met papayabomen waar de man aan het werk was. Zij begreep me verkeerd en dacht dat ik vroeg naar de naam van het soort fruit in de tuin. Drie keer zei ze dat de naam papaya was. Dus ik weet niet beter of die man heet Papaya. Elke morgen was het: 'Selamat pagi Papaya'. Iedereen wordt hier Pa zus of zo en Bu zus of zo genoemd. Na drie dagen kwam Etty er achter dat ik iets anders had bedoeld, maar toen was het al te laat, die naam zat er bij mij helemaal in. Toen ik voor het eerst de vrouw van Papaya ontmoette, noemde ik haar dan ook Bu Paya. Giechelend hebben wij haar uitgelegd hoe die naam ontstaan was. Het is nu zo dat iedereen hem Papaya noemt. Ik weet trouwens niet eens wat zijn echte naam is. Maar over papaya gesproken; zelf vind ik papaya niet zo veel smaak hebben, maar schil de papaya en snijd hem in partjes, strooi er een beetje zout over en knijp het sap van limoentjes er over uit. Het smaakt heerlijk fris, vooral op het strand. Dit heb ik weer geleerd van Papaya. Hij weet veel van fruit, geen wonder, hij is hier de tuinman. Maar voor deze koude tijd van het jaar in Nederland geef ik de volgende twee recepten,

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 14