'Mijn hoofd is hier, mijn hart is daar' 'De Pasar Malam Besar is er voor mij jaar november voor het eerst te zeggen dat ik niet lekker in mijn vel zat. Dat ik echt in de knoop zat met mijn afkomst en dat ik naar mijn moeder ver langde. Al vijf jaar wilde ik naar Indonesië, maar durfde niet. Mijn adoptieouders begrepen me heel goed. We hadden afgesproken dat we in mei naar Indonesië zouden gaan. Eindelijk die last van mijn schouders, ik was zo blij, alles zou goed komen. De volgende dag kreeg ik op mijn werk een bericht dat mijn moeder in Jakarta plotseling was overleden, juist die nacht.' 'Nu ga ik over twee maanden voor het eerst terug. Ik heb te lang gewacht, mijn moeder is er niet meer. Spoorloos kan ik ook niet meer kijken. Dat eindigt altijd happy, en dat zal ik toch nooit mee maken.' Robby Vlot (24) Geboren te Jakarta Moeder overleden vlak na Robby's geboorte Vader overleden voor Robby's geboorte Was drie maanden toen hij geadopteerd werd 'Ik ben pas sinds drie jaar bewust bezig met mijn afkomst. Vóór die tijd interesseerde het me niet. Misschien was ik bang voor gevoelens ten opzich te van mijn beide ouders. Ik wilde mijn adoptie ouders niet anders behandelen dan ik altijd deed.' Liever Indisch 'Maar als de Pasar Malam Besar in Den Haag is, neem ik het liefst twee weken vrij en ga elke dag daar naartoe. De Pasar Malam is van mij en voor mij. Ik ben trots op mijn afkomst, en voel me trots als Nederlanders komen kijken hoe mijn cultuur in elkaar zit.' 'Ik heb een Indische tante, een vriendin van mijn adoptieouders, waar ik me bij thuis voel. Bij haar en haar man heb ik mijn eigen kamer en voel ik me meer op mijn gemak dan bij mijn adoptieouders. Mijn tante begrijpt me. Ik neem ook eerder iets van hen aan dan van mijn eigen adoptieouders.' 'Al mijn vrienden zijn Indisch of Moluks. Bij hen zie ik wat ik mis, de onderlinge verbondenheid, de familieband, de adat. Bij hen thuis zie ik twee bruine ouders, en dat hoort zo, dat voelt goed. Als ik thuis kom, zie ik twee blanke mensen. Daar schaam ik me soms voor, ze zijn zo blank. Ik heb het nog nooit met hen daarover gehad en zal er niet uit mezelf over beginnen. Toch bang dat ik ze kwets.' Schuldgevoel 'Sinds twee jaar ken ik mijn familiegeschiedenis en weet ik dat ik als pasgeboren baby tbc had. Omdat mijn vader aan diezelfde ziekte was over leden en mijn moeder ernstig ziek was, zou een tante voor mij zorgen. In het ziekenhuis ben ik schijnbaar afgepakt door een Nederlandse vrouw en in een tehuis gestopt. Mijn vier zussen en vijf broers zijn allemaal overleden aan tbc. Er is nog een broer over, met hem heb ik tot nu toe drie keer contact gehad. Ik heb twee jaar geleden al een reis geboekt, maar door 11 september moest ik die annuleren. Ik ben angstig om daar naartoe te gaan. Voel me raar en schuldig omdat ik mijn Indonesische familie in de steek laat en dat zullen ze me misschien kwalijk nemen. Ik weet dat ik nooit gezien zal worden als hun broertje, maar altijd als de rijke westerling.' moessQn 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 12