Een Balische kunstenaar Rob Binkhuijsen was onlangs op Bali. In plaats van een wandeltocht door de natuur, was er iemand die zijn aandacht trok. De wandeltocht ging niet door. door Rob Binkhuijsen De Jalan Kajeng in Ubud ver schilt in weinig van de smalle straatjes die van de Jalan Raya noordwaarts gaan. Links en rechts wisselen homestays, artshops en res taurantjes elkaar af. Het plaveisel bestaat uit een dubbele rij betonnen tegels waarin namen en data staan. Leuk, heb je onderweg wat te lezen. De Kajeng eindigt tussen sawah's. Voorbereid op een lange wan deling volg ik de tegels. Waar die ophouden gaat de weg over in een gewoon pad dat langs een bamboebos leidt. Even verder is een tamelijk nieuw hotel, Puri Bebengan. Vlak naast de ingang, in een hokje, niet meer dan een nis, zie ik een man geconcentreerd aan een schilderij wer ken. Een van de honderden zich kun stenaars noemende vaklui van Ubud. Knappe vaklui, maar vaak niet meer dan dat. Orginaliteit is schaars. Matig geïnteresseerd blijf ik staan. Dan kijkt de man op en wenkt mij uitnodigend naderbij. Ik zeg dat ik hem niet van zijn werk wil houden. Dat is geen probleem. Integendeel, 'de Allerhoogste heeft U gestuurd opdat mijn ogen even kunnen rusten'. Een merkwaardig antwoord. Uit beleefdheid kom ik dichterbij en dan begrijp ik wat hij bedoelt. De tekening - geen schilderij - van ongeveer zestig bij veertig centimeter bestaat uit dui zenden, zo niet miljoenen puntjes en streepjes. Met zwarte inkt en een fijne pen zet hij puntje naast puntje. Het is een landschap. Veel bomen in soorten en maten, een doorkijk op sawah's, bergen op de achtergrond. Het lijkt me een ets, maar dan veel fijner dan ik ooit zag. Ik weet dat ik naar zwarte streepjes en stippen kijk, maar ik zie kleuren. Alleen door de dichtheid ervan worden nuances in ldeur gesug gereerd. Nergens is ook maar het kleinste vakje egaal zwart geverfd. Toch zie ik pikzwarte schaduwen tus sen lage struiken. Ik zie het verschil lende groen van de boomkruinen, de bruinzwarte ribbels in hun stam. Ik blijf kijken. De man laat mij. Kennelijk koestert hij zich in de belangstelling van deze toevallige passant. ILenen Ik had een lange wandeling in gedach ten, maar voor ik het weet zit ik op het stoepje te luisteren naar het verhaal van Fahrudin Malik. Hij is geen Balinees maar in 1960 in Semarang geboren. Na het beëindigen van een technische studie krijgt hij in 1980 een betrekking bij de drinkwatervoorzie ning in Pontianak. Daar ontmoet hij in 1985 de Balische Ni Wayan Weti, met wie hij in 1985 trouwt. Ze krijgen twee kinderen. Dan ontstaan er onrusten op Kalimantan. Ze besluiten in 1997 naar Bali te gaan, waar de familie van Weti ze gastvrij ontvangt. Dat zij tot de islam is overgegaan vormt geen enkel probleem. Malik is zijn baan kwijt en probeert als taxichauffeur de kost te verdienen. Terwijl hij toeristen over het eiland vervoert kan hij van de natuur op Bali genieten. Twee vliegen in één klap. De pater familias, I Wayan Sudharta heeft hem af en toe zien tekenen. Iets waar hij als kind al goed in was. Niet meer dan een hobby. Maar de gedach ten om met het tekenen zijn brood te verdienen was nooit in hem opgeko men. Oom Wayan ziet dat anders en adviseert hem wat met zijn talent te doen. Tot Malik's grote verbazing zijn er mensen geïnteresseerd in zijn werk. In 1998 schildert hij een opdracht voor een Canadees en verkoopt hij een schilderij aan een Nederlandse toerist. Acrylverf op doek. Enerzijds trots op dit succes wil hij anderzijds niet gaan behoren tot het grote leger van middelmatige vaklui. Hij wil er uitschieten, andere dingen maken dan de rest. Uiteindelijk kiest hij voor de techniek die hij inmiddels goed beheerst. De techniek die mijn aandacht trok en vasthield. Zwarte streepjes en stippen op een wit vel papier. Binnen vier jaar veranderen zijn producten van kinder lijk onbeholpen plaatjes waar hij nu om moet lachen, tot juweeltjes van landschappen. Hij krijgt steeds meer opdrachten en hangt in galerieën. Expositie Veel buitenlanders raken geïnteres seerd in zijn werk. Hij krijgt aanbie dingen om in Singapore en New York te exposeren. Omdat hij nog niet genoeg werk heeft om twee exposities te vullen moet hij kiezen. Het wordt New York. Maar dan wordt het 11 september 2001. De aanslag op het WTC. De expositie gaat niet door. Omdat de galeriehouder in Singapore boos is dat hij geen eerste keus was gaat ook die tentoonstelling niet door. Malik maakt zich er niet al te druk moessQn 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 32