Een dorp in Zuid-Bali, R.L.Mellema, archief Moesson. over. Hij is er van overtuigd dat er zich nieuwe kansen zullen aandienen. Voorlopig zijn het de toeristen die schilderijen van hem kopen. Malik's schilderijen zijn zeker niet goed koop. Dat is ook niet verwonderlijk. Aan één nieuwe tekening is hij een maand of twee, drie bezig. Zo'n teke ning wordt na verloop van tijd je kindje. Langs een smal pad opzij van Puri Bebengan, gaan we naar zijn beschei den huisje. Van hieruit kijkt hij uit op een rivier waar regelmatig mensen komen baden. Aan de wand hangt zijn trots. Een enorme tekening. Er zijn al veel mensen geweest die hem wilden kopen. Maar deze verkoopt hij niet. Dan laat hij mij grinnikend een smalle verticale tekening zien. Een riviertje, diep in een dichtbegroeide geul, met badende vrouwen. Of ik er iets in opmerk. Het is een scène die hij dage lijks bij zijn huis kan zien. Ik herken de plek. Maar dat is het niet. Hij pakt een vergrootglas, en laat het me zien. In het struikgewas zit een hoofd verbor gen. De vrouwen worden bespied. Met het blote oog zie ik het nu ook. Een extra element in zijn werk: gevoel voor humor. Op zoek naar meer hiervan ontdek ik op andere tekeningen een fiets, half zichtbaar tegen een boom gezet, twee elkaar vlooiende vrouwen onder een struik, spelende eekhoorns op een tak, een toerist met camera op een dijkje ver in de sawah. Bijna elke tekening heeft wel zo'n grapje. Je moet er alleen goed naar zoeken. Tijdens deze speur tocht wordt je met de neus op elk detail gedrukt. Het kijken is geen ontspannen genie ten, maar scherp waarnemen. Het ver moeit de kijker. Des te meer voor de maker, erkent Malik. Het contrast tussen het zwart en wit probeert hij te verzachten door sepia te gebruiken. Met deze kleuren kan hij langer aan een stuk door werken. Eén experiment met beide op een tekening vindt hij minder geslaagd. Monochroom heeft toch zijn voorkeur. Dan toont hij mij een diepzwart papier. Met gevoel voor drama wacht hij op mijn reactie. Ik kijk goed maar zie geen spoor van een tekening, geen aanzet in potlood ofzo. Er staat niets op. Op mijn vragende blik verklaart hij te spelen met de gedachte om met wit op zwart te werken. Maar dat zijn niet de enige plannen. Zich meer bekwa men in het tekenen van dieren en men sen. Onmiddellijk valt de naam van de in 1978 gestorven beroemdheid I Gusti Nyoman Lempad, haast ongeëvenaard in zijn weergave van mensen in bewe ging- Ook met een goede camera op pad gaan om de natuur in alle details te pakken en hiervan te leren. En dan het proces van reproductie dat nog zoveel beter moet kunnen. En natuurlijk exposeren, het ideaal van iedere beel dend kunstenaar. Urenlang laat ik hem aan het woord. Dan moet ik gaan. Mijn wandeling gaat niet door; de sawah moet wachten. Maar ik heb gezworven door land schappen van een ander soort; en daar bij genoten van het werk van Fachrudin Malik. 47 ste jaargang - nummer 8 - februari 2003 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 33