een recept van mijn moeder en schoonmoeder en wijkt enigszins af van de manier waarop mevrouw Cress het maakt. Ik geef mijn recept hierbij, zonder hoeveelheden aan te geven, daar die afhangen van per soonlijke smaak. Voeg in een grote kom bij elkaar de inhoud van een pot rode bietjes op sap, fijngesneden zure augurken, zil veruitjes, in partjes gesneden ananas, doperwten, in blokjes gesneden gebraden biefstuk. Mayonaise erdoor roeren en eventueel gekookte aardap pelen en gekookte eieren toevoegen. Max van Balgooy, Rijnsburg Blote voeten Naar aanleiding van het artikel 'Srèèt-srot' Moesson december, bladzijde 22) herinner ik mij het vol gende voorval. In juli 1950 werd ik als een van de gerepatriëerden in Kamp Schattenberg opgevangen. Assen werd aangewezen waar wij onder andere kleding en schoeisel konden kopen van ons kledingvoor- schot. De schoenenzaak Van Haren werd door mij bezocht. Ik paste ver schillende schoenen. Uiteindelijk zei de verkoopster: 'Ach, juffrouw, maakt het voor u wat uit welke schoenen u koopt. Voorheen liep u toch alleen op blote voeten?' De ver koopster verloor waarschijnlijk haar geduld. Non Petrus, Schagen Gedetailleerd Pas kort geleden kwam mij het novembernummer van Moesson onder ogen, met een recensie van mijn proefschrift De petitie Soetardjo, een Hollandse misser in Indië? 1936- 1938). Ik waardeer het zeer dat er in Moesson zo'n ruime aandacht is besteed en dat de recensent, de heer Manuhutu het des te sympa thieker vindt dat ik mijn proefschrift aan de petitie van de verliezer, Mas Soetardjo wijdde, en dat ik een inte ressante studie heb geschreven. Ondanks al deze waardering heb ik gemeend - tot beter begrip - enige kritische kanttekeningen te plaatsen. 1In de recensie staat dat in de peti tie werd aangegeven dat zelfstan digheid van Indië binnen tien jaar gerealiseerd zou moeten zijn. Dit is onjuist. Deze termijn van tien jaar stond oorspronkelijk wel in het petitie-voorstel, maar werd daaruit, vooral op aandringen van het Indo-Europeesch Verbond (I.E.V.) geschrapt. Mede hierdoor stemde het I.E.V. vóór de petitie. 2. De petitie werd niet - zoals de recensie zegt - door de Indische regering afgewezen; formeel kon zij dit niet eens, want de petitie was gericht tot de koningin en Staten-Generaal. De Indische regering, in casu de gouverneur- generaal, adviseerde de minister van Koloniën de petitie door de Kroon af te laten wijzen. 3. De heer Manuhutu meent, dat na lezing van mijn boek, het ant woord op de als ondertitel gestelde vraag - 'Een Hollandse misser in Indië?' - duidelijk met ja beant woord moet worden. In dit ver band wijs ik op de slotalinea van mijn studie (bladzijde 273) lui dend: 'Tenslotte: was de verwer ping van de petitie-Soetardjo een Hollandse misser in Indië? Nee, dat was het niet, want de minister van Koloniën en de Staten- Generaal in Nederland waren ver antwoordelijk voor de afwijzing. Het was een misser in Nederland tegenover Indië.' 4. De geachte recensent meent dat mijn 'soms wat ouderwets aan doende hoffelijkheid ten aanzien van andere auteurs en onderzoe kers' die ik aanhaal in mijn studie wellicht verklaard wordt door het feit, dat ik als jongen in Indië ver bleef toen de petitie-Soetardjo werd ingediend. Het zal misschien aan mij liggen, maar dit veronder stelde verband ontgaat mij. Trouwens wat is 'ouderwets aan doende hoffelijkheid'? Is hoffelijk heid iets wat uit de tijd is, of bestaat er een moderne vorm van hoffelijkheid? 5. Ten slotte de zinsnede dat ik baat zou hebben gehad bij een redac teur die mij 'zou hebben behoed voor de soms te gedetailleerde beschrijvingen van gebeurtenissen en personen die wat afleiden van het verhaal'. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat op bedoeld punt zijn beoordeling berust [op andere] maatstaven [dan] die, welke toepasselijk zijn op een wetenschappelijke ver handeling. Dit proefschrift is geschreven onder begeleiding en goedkeuring van een co-promotor en een promotor en vervolgens goedgekeurd door een beoorde lingscommissie van hoogleraren en doctoren. Deze autoriteiten keur den dus ook de door de heer Manuhutu gewraakte passages goed. Zou het bovendien ook niet zo zijn, dat de 'gedetailleerde beschrijvingen' pasten in de con text van een verhandeling over een onderwerp dat tot dan in de litera tuur onderbelicht was? Mr. dr. N.G.B. Gouka, Bussum AMNESTY 47 ste jaargang - nummer 8 - februari 2003 International www.amnesty.nl/filmfestival

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 5