Baaien door Juul Lentze De Romeinen wisten er alles van, want die hadden al eeuwenlang publieke badhuizen. Als ze rijk waren hadden ze in hun woonhuizen een badkamer compleet met kleedkamer, kamers voor vochtige en droge hitte, en warme en koude baden. De Grieken, je kunt het op antieke vazen zien, gooiden water uit een kruik over zich uit en de Turken verstonden de kunst van stoombaden tot in de puntjes. Baden deden ze niet alleen voor de hygiëne, maar ook voor de gezelligheid. Leuk toch, zo in een handdoek gewikkeld in een stoombad keuvelen met je badgenoten. In Indië baadden we niet, noch namen wij een bad; wij gingen baaien. We baaiden in een badkamer waarvan in een hoek een grote cementen bak stond, soms belegd met witte tegeltjes en altijd vol gevuld met water. Op de rand van de mandibak stond een gajoeng van zink met een handvat dwars erop. Je pakte hem op, vulde hem met water dat je vervolgens over je heen gooide. Als het erg warm was hield je niet op met gajoengen. De badkamer stond meestal in de bijgebouwen, bij ons thuis aan het einde van een hele lange galerij. In moder nere huizen vond je de kamar mandi wel eens in het woonhuis zelf. Dat vonden we vreemd. Wie baaide er nou naast zijn slaapkamer? Maar goed, baaien deden we een paar keer per dag. Vroeg in de ochtend voor het naar school gaan. Adoeh! Vreselijk. Ma pakte zonder veel omhaal de gajoeng op, dipte hem in het water en gebjoeoeoer... een straal koud water over je warme lijf die je naar lucht deed happen. Om één uur 's middags een variatie hierop, want je kwam warm van school en kon nu niet wach ten om te baaien. Ma liet ons onze gang gaan, warm als het was zouden we zeker het water niet ontlopen, wist ze. Wat hadden we een lol. Het afvoergat en de deurdrempel werden dicht gestopt met onze vuile kleren en we lieten het water over ons heen vallen op de betegelde vloer. Het stond er wel tien centimeter hoog en daar zwommen we zogenaamd in tot mijn moeder een eind maakte aan de pret. Toen kwamen we in Holland. Allemaal huizen op en tegen elkaar. Vele van die huizen hadden geen badkamer. Ook wij hadden er geen. In Negeri Koud deden we niet aan baaien, hier namen we een bad, en wel in een badhuis. Je kon er kiezen tussen een douche en een ligbad. Dat laatste vonden we niet zo geslaagd, want we konden ons niet voorstellen zo ingezeept en wel in het water te liggen. Wat moest je met al dat zeepsop als je klaar was? Dus de douche maar. Ik durf te wedden dat velen van ons na een kwartje te hebben betaald en zich heerlijk onder een warme stroom water grondig te hebben ingezeept, onaangenaam verrast onder die douchekop hebben gestaan omdat er geen druppel meer uitkwam. Er werd dan op de deur geklopt, of je alsjeblieft een kwartje meer wilde betalen. Je grabbelde door zeepwimpers naar het geld, betaalde én het water begon weer te stromen. Eens in de week gingen we naar het badhuis, de rest van de tijd deden we het met emmers warm water uit een kleine geiser in de keuken. Het gebeurde wel eens dat die geiser het liet afweten met een oorverdo vende plof. Later werd zowat ieder huis voor zien van een badkamer, maar toen waren wij al lang weg. In New Jersey hadden we een huis met twee badkamers. Dat was een nieuwigheid en wat een luxe. Twee complete badkamers, elk met een grote badkuip en een shower (noem het nooit een douche in de States, want dat is weer wat anders)Er worden nu huizen gebouwd met soms vier complete badkamers, elke slaap kamer heeft er één. Met deze overvloed van badkamers baden de meeste Indische mensen van mijn generatie zich niet en een bad nemen doen ze ook niet. Wij gaan baaien onder de shower bij gebrek aan een gajoeng en laten het water lekker over ons heen vallen. Niet te warm, niet te koud, precies goed. Wij zijn blij tenmin ste eens per dag te kunnen gaan baaien en hoe ven ons geen zorgen te maken om met zeep in de ogen zonder water of kwartjes te zitten. Net als toen in het badhuis in de buurt van de Zoutmanstraat in Den Haag. Dus baaien in een badkuip doen we nog steeds niet. Wat moet je met al dat zeepsop? Nu kun je het desnoods nog kwijt onder de shower, maar toen? Wat moest je ermee, ik zou het niet weten. 8 moessQn

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 8