Cornélie Noordwal (i8e9-i928>
Schrijfsters uit het Damescompartiment
'Juffrouw Noordwal is een
iemand-, dat voelt men in al
haar werken; een iemand,
die beschikt over rijke
gaven, en die tot hiertoe
getoond heeft dat ze daar
van een zeer sympathiek
gebruik weet te maken....'
Prijzende woorden van
jonkvrouw Anna de
Savornin Lohman, in 1903
hoofdredactrice van het
damesblad De Hollandsche
Lelie. Cornélie werd verge
leken met grote schrijvers
als Charles Dickens en
Herman Heijermans, maar
zij werd toch 'oorspronke
lijk' genoemd. Haar romans
waren razend populair en
vele daarvan werden best
sellers. ledereen wist des
tijds wie Cornélie Noordwal
was.
door Vilan van de Loo
Met één enkele schuinen blik, in
een bijna onmerkbaren wending van
haar kopje, zag zij hem naderen:
slanke rijzige jonge man, ernstige
bedaarde figuur. Hij, Richard
Wybrandts, het hoofd in den nek, de
oostersch-zwarte oogen starend over
de menschenhoofden heen in rustig-
koele meerderheid, zag juffrouw van
Rhenen niet.' Zo is de ontmoeting in
een deftige Haagse straat tussen Iris
van Rhenen en Richard Wybrandts.
In deze paar regels schetst Cornélie
Noordwal al het drama dat Intra Nos
(1902) zal beheersen. De jonge
Hollandse vrouw die met extase naar
deze Indische man verlangt, en hij,
die zich van haar terugtrekt, zich
afgeschrikt voelt door haar passie. In
de roman leren we beiden begrijpen,
vooral Richard. Geboren in Indië,
examen gedaan voor Indisch ambte
naar en erop gerekend bij een oom in
Deli op een onderneming te kunnen
komen. Zijn geheime ideaal was deel
te nemen aan een grote expeditie
naar Borneo of Sumatra. Maar alles
liep anders. Zijn vader stierf, daarna
zijn moeder en toen steunden alle
zusjes op hem. Hij ging in betrekking
op kantoor. Zijn leven werd: beheer
sing, verantwoordelijkheid en zich
'hoog' blijven voelen. Maar eigenlijk:
een wanhopig vasthouden aan eerge
voel, omdat hij zich mislukt voelt.
Door de bijna 400 bladzijdes van
deze meeslepende roman leren we
hem steeds beter kennen en soms
lijkt het, of hij naar het leven gete
kend is. Misschien was dat ook zo.
Ambtenaar
Voor Richard Wybrandts heeft waar
schijnlijk een Indische ambtenaar
model gestaan, genaamd Fokko
Fokkens. Hij was in Den Haag tussen
1894 en 1897, en de gedurende de
laatste maanden van dat jaar was hij
in het leven van Cornélie Noordwal.
Dat zij bijzonder gecharmeerd van
hem was en hij zich terughoudend
opstelde, weten we sinds kort. In de
mooie uitgave Cornélie Noordzoal. Veel
gelezen, weinig geprezen (Uitgeverij De
Buitenkant) geeft Hans Pars een over
zicht van het leven en werk van de
schrijfster. Daarin komt heel kort haar
adoratie voor Fokkens aan de orde. Ik
had het graag uitgebreider gezien, ook
al bevat deze uitgave al zo veel: foto's,
een bibliografie en zelfs bonusbijlagen
in de vorm van een cd-met-hoorspel
en facsimile van ansichten die
Cornélie verstuurde, 't Is een waarde
volle bijdrage aan de kennis over de
eens zo populaire schrijfster. Toch
kan ik me niet aan de indruk onttrek
ken dat Hans Pars wel heel erg nuch
ter tegenover Cornélie staat. Hij geeft
belangrijke feiten, waardoor we nu het
bestaan van Fokko weten. Hij citeert
interessante passages uit brieven over
haar. Maar ik miste het innige begrip,
het willen-begrijpen van met name
haar passie voor deze Fokko Fokkens.
Cornélie Noordwal werd geboren in
Den Haag. Ze noemden haar Corry.
Ze had een één jaar broer, Philip
Alexander. Haar vader was werkzaam
als graveur en opticien, later dreef hij
'Noordwal Co', waar in effecten
gehandeld werd. Toen ze later terug
keek op haar kinderjaren, waren de
herinneringen vooral somber van
aard. Bitter schreef ze over haar tijd
bij de schooljuffrouwen: 'Gij waart de
gal en alsem mijner eentonige jeugd;
maar ik dank u toch, want gij hebt mij
geleerd van mededoogen te schreien
om kinderleed!' Cornélie leed onder
veel, want zij was gevoelig. Haar uiter
lijk bezorgde haar veel gepieker - met
name de lengte van haar klassiek
joodse neus - zodat ze meende nooit
een geliefde te zullen vinden. Die
kwam er wel, zij het anders dan ver
wacht.
In 1893 publiceerde Cornélie
Noordwal haar debuutroman
Geraldine, waarmee haar carrière
begon. Spijtig genoeg vermelden noch
Hans Pars noch co-auteur Louis
Putman hoe zij hiertoe kwam. Juist
deze eerste auteursfase lijkt nog veel
moessQn
Netis
36