Sibajak Grand Old Lady van de
Koninklijke Rotterdamsche Lloyd
door Nico Guns en
Frans Luidinga
ISBN 90 6881 098 7
In Padang komen evacué's aan boord van de Sibajak. 29-30 december 1945.
foto: Collectie Maritiem Museum Rotterdam
schepen Indrapoera en Sibajak. De
Sibajak had tijdens de oorlog circa
75.000 militairen van en naar de
oorlogsfronten vervoerd. Pas in
december 1945 kon ze voor het
eerst worden ingezet om een groot
aantal Hollandse burgergeïnterneer
den op te halen in Padang en deze
over te brengen naar Tandjoeng
Priok.
Petra
Op 27 juli 1946 vertrok de Sibajak
onder gezag van kapitein C.H.
Vellenga naar Nederlands-Indië.
Vandaar zou het schip naar Australië
varen waar in november 1945 tijde
lijk evacués waren ondergebracht om
te herstellen van de kamptijd. Bij het
vertrek uit Rotterdam bevond
mevrouw J. van der Kemt zich aan
boord. Zij ging op weg naar haar
man in Indië. Ze was hoogzwanger
en de kans was groot dat ze aan
boord zou bevallen. Met het oog op
het risico dat de baby aan boord
kwam te overlijden, had haar man
erop aangedrongen het kind zo spoe
dig mogelijk te dopen. De bevalling
vond inderdaad op de Sibajak plaats.
Het kindje, dat de naam Petra kreeg,
werd direct na de geboorte gedoopt.
De predikant koos als thema 'Op
deze Petra zal ik mij een gemeente
bouwen'. Kapitein Vellenga schonk de
moeder een doopbeker.
Onheil
Tegelijkertijd waren de Leidse studenten
WH. Dudok van Heel, W. Nolst
Trenité, Piet Leis, Fred Vorst en George
Struwe als corveeërs met de Indrapoera
naar Indië gekomen. In Batavia kwam
het bericht door, dat de Lloyd corveeërs
zocht voor de Sibajak. Fred Vorst,
George Struwe en W. Nolst Trenité
haastten zich voor de aanmelding. Piet
Leis liftte spoorslags van Tandjoeng
Priok naar Batavia, om zich door de
chef van de Lloyd in zijn woonhuis als
nog erbij te laten zetten.
19
47 ste jaargang - nummer 10 - april 2003