Afscheid Vivian Boon:
moessQn
wil iets
Vivian Boon (Djakarta, 1953)
groeide op met het tijdschrift
Moesson. Toen zij nog een klein
meisje was, werkte haar vader Tjalie
Robinson dag en nacht aan Tong Tong.
Tong Tongen later Moesson, was met
recht een familieblad, want de hele fami
lie hielp mee - net als overigens talloze
anderen. Toen Vivian in 1992 als direc
teur in dienst trad, was zij haar hele
leven al verbonden geweest aan Moesson.
Nu, ruim tien jaar na haar aanstelling,
moet zij vanwege haar gezondheid stop
pen. Ik zocht haar op om met haar terug
te kijken op haar leven met Moesson.
'Wat was er anders, Vivian,' vroeg ik,
'toen je in '92 aantrad?'
Vivian: 'Het verschil was dat ik toen de
leiding kreeg. Daarvoor was ik af en toe
in dienst bij Tong Tong/Moesson en hielp
mijn vader en moeder. Dat deed ik altijd
met veel plezier. Ik heb verschillende
andere banen gehad, maar kwam iedere
keer weer terug als mijn ouders een
beroep op mij deden. In 1992 werd ik
min of meer moreel gedwongen om de
directietaak op mij te nemen, omdat er
geen anderen waren die het konden of
wilden doen.'
Je hebt twee dochters en een zoon, hoe tuist
je moederschap en zuerk te combineren?
'Dat is eigenlijk niet te combineren, het
één lijdt onder het ander. Of ik het goed
heb gedaan, weet ik niet. Je belooft thuis
wel: Ik ben om zo laat thuis en gaat dan
als een razende te keer. Soms stort je
dan in. Het liefste was ik gewoon een
moedertje geweest die appeltaarten
bakte en jurkjes naaide en hielp met het
huiswerk.'
Hoe ivas het als kind om de dochter van
Tjalie Robinson en Lilian Ducelle te zijn
'Hier in Nederland woonden we eerst irf
Amsterdam. Als kind was ik toen een
zaam, niet alleen hoor, want mijn broer
Mark was er natuurlijk ook. Maar ik zat
altijd voor het raam te wachten tot mijn
ouders weer thuis kwamen. Later in
Amerika had ik wel vriendinnetjes, want
hun moeders werkten daar allemaal ook.
Dat was daar heel normaal. Toen we in
Den Haag aan de Prins Mauritslaan
woonden, was het thuis erg druk, altijd
mensen over de vloer. We hadden geen
normaal gezinsleven.'
Je dierenliefde loopt als een rode draad door
je leven. Waar komt die vandaan?
'Eenzaamheid. Je zoekt houvast, kame
raadschap in je omgeving. Als je die niet
hebt door het steeds maar moeten ver
huizen, mis je veel. Een hond of andere
dieren kan je meenemen als je geluk
hebt, een vriendje of vriendinnetje niet.
Indische mensen heb
ben het in hun geaard
heid, denk ik, makkelijk
verhuizen. In Indië
moesten ze door de
vele overplaatsing ook
steeds verhuizen.
Vroeger vond ik ver
huizen niet leuk, maar
nu ben ik het zo
gewend dat ik het zelf
ook gemakkelijk doe.
En mijn dieren gaan gewoon mee.'
Je voelde wel een soort verplichting tot je
ouders. Heeft die ook wel eens op je
gedrukt?
'Nee, ze hebben nooit gezegd van: denk
erom, anders... Mijn ouders verwacht
ten wel veel van mij, maar dat was zon
der Moesson niet anders geweest.'
Iedereen kent je ouders. Mijn indruk is dat
jij je altijd lekkerder voelde wanneer je een
beetje op de achtergrond kon blijven.
'Ja, klopt. Dat is nog zo. Dat heeft met
mijn karakter te maken. Ik ben introvert.
De rust die ik nu krijg, heb ik nodig. Het
klinkt misschien gek, maar het liefst zit ik
nu achter de geraniums.'
Je zegt altijd: Mijn gelukkigste tijd was
toen zuij in Amerika woonden. Wat was
daar zo anders?
'Daar was geen Moesson.
Maar vanuit Amerika werd er door je
ouders toch geiuerkt aan Tong Tong?
'Ja, het ging toen niet goed met Tong
Tong en het ging slecht met de gezond
heid van mijn vader. Het is nooit heel
erg goed gegaan met Tong Tong/Moesson,
wel leuk, maar echt voor de wind is het
nooit gegaan. Hij moest toen kiezen: of
Tong Tong gaat er helemaal aan of we
gaan terug naar Nederland. Ze hebben
We zullen Vivian met
haar aanstekelijke
lach missen op de
redactie.
22