Batok-klapa Wetenschappers hebben voorspeld dat als gevolg van de voortdurende opwarming van de aarde ingrijpende verschuivingen in de planten- en dierenwereld zullen plaatshebben. Ze zeggen ook dat dit zal leiden tot de verstoring of zelfs vernietiging van bestaande voedselketens, waar door het natuurlijk evenwicht verloren gaat en talloze inheemse planten en dieren het loodje zullen leggen. Het ziet er dus somber uit voor onze nazaten. FOÏRRIÉS PERIKBIEB Het 'omwentelingsproces' blijkt het beginstadium reeds te zijn gepasseerd. Geconstateerd werd althans dat tropische zaden spontaan in de natuur zijn ontkiemd en enkele typisch tropische korstmos sen zich op de stam van de aloude Hollandse eikenboom hebben vastge hecht. De wetenschappers zien dit als een door de oosterse flora gevestigd 'bruggenhoofd'. Zij zijn er ook van overtuigd dat deze eerste zege metter tijd op natuurlijke wijze zal worden uitgebreid en uitgebuit door de ooster se fauna. Ik onderschrijf deze invasie theorie omdat ik, net als velen van ons, weet hoe vroeger in de zogenaamde vruchtentijd de hemel verduisterd werd door zwermen tjodots, die (bij voorbeeld) de volbeladen sawobomen plunderden, om na verloop van tijd de onverteerbare pitten op natuurlijke wijze te lozen. Her en der, zodat de sawobomen zich eveneens op natuur lijke wijze in alle windrichtingen kon den verspreiden. Fad e-away-generation Hoewel door deze 'omwenteling' inderdaad veel van de eigen flora en fauna verloren zal gaan, is het grote voordeel dat ons kikkerlandje en de omringende landen zullen worden opgefleurd door een scala van prach tige, veelkleurige en veelal smakelijke en vitaminerijke nieuwkomers uit het oosten. Deze zullen met hun tropische uitbundigheid voor een verrijking van de natuur zorgen en een niet te onder schatten aanvulling betekenen voor het Europese voedingspakket. Is het daar om niet ondenkbaar dat men tezijner- tijd, in het voorjaar langs de Betuwse boomgaarden wandelend, zal kunnen genieten van bloeiende kedongdongbo- men, nangkabomen en andere speci men uit de flora van ons onvergelijkbaar mooie geboorteland. En zich misschien ook zal kunnen ver lustigen aan het vrolijke tjirpen van djangkriks en gangsirs langs de paden en het sierlijke geslinger van Siamangs of geravot van gewone keteks in de bomen langs de snelwegen. Eindelijk gerechtigheid dus, maar men dient zich er ook terdege van bewust te zijn dat mét alle wijsheid en moois uit het oos ten ook de slechte dingen deze kant op komen. Dingen waarvan men hier natuurlijk wel iets afweet, maar welke kennis niet toereikend zal zijn om aan alle problemen het hoofd te bieden. Daar ligt dus een taak voor ons. Juist voor ons, omdat het hier immer aan een goede tropenvoorlichting heeft ont broken (vraag maar aan de Indië-vete- ranen), en wij als Indische fade-away-generation tot de laatsten behoren, die nog over een jarenlange, op praktijkervaring stoelende tropen- kennis beschikken en een onverganke lijke liefde koesteren voor alles wat daarmee samenhangt en samenhing. Dit in tegenstelling tot sommige leken hier, wiens hoofdzakelijk op de com mercie afgestemde kennis van zaken net toereikend is om mensen te infor meren over een Bali- of Tobameer vakantie in groepsverband. Batok-kl apa Een belangrijk facet in onze voorlich ting is dat we bij de behandeling van de ernstigste problemen nadrukkelijk moeten wijzen op de absurde verhou dingen in de wereld, waar de warmere en vaak ook armere landen de dupe van zijn. Met name bij de oneerlijke verde ling van het beschikbare voedsel, waar door het mogelijk is dat de een niet weet hoe hij zijn overtollig vet moet kwijtraken, terwijl de ander niet weet of er vandaag en morgen wel iets te eten zal zijn. Net als het oude vrouwtje uit de doesoen Mendajoen aan de Komering Mati dat gewend was. We vonden haar stoffelijk overschot buiten de in een mooi maar ruig gebied gele gen doesoen. Het lag aan het oog ont trokken in een door de regen gevormd geultje, dat dwars over de door knie hoog gras en onkruid overwoekerde weg naar de kali leidde. We ontdekten het pas toen we de broze botten onder onze voeten hoorden knappen. Veel was er niet over van het mensje. Wat daar lag leek meer op het geraamte van een kind. Vooral de handen, waarvan er één half over een beschimmelde batok-klapa lag. Navraag wees uit dat het vrouwtje niet helemaal goed bij haar hoofd was geweest en zomaar wat had rondge zworven. Echt zo'n onbeduidende figuur waar niemand last van had en waar niemand naar omkeek. Ook niet toen ze uitgeput in dat geultje was gaan liggen. Misschien in de hoop dat iemand iets eetbaars in haar bedelnap zou deponeren. Een ijdele hoop, omdat de nood in dat gebied verschrikkelijk hoog was, de mensen zelf bijna niets te eten hadden en het dan al gauw 'ieder voor zich en God voor ons allen' is. Lang geleden gebeurd, maar toch ook iets van nu en van alle tijden. Gelezen: 'Amerikanen verbruiken twee maal zoveel als Europeanen en vieren twintig maal zoveel als Afrikanen.' Daar krijg je maagpijn van. 47 ste jaargang - nummer 10 - april 2003 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 33