Het vrouwelijke beschavingsic r Indië en haar blanke pioniersters 1 'En nonjoa, kapan nonja blanda ada di sini, rasa-nja dari lain orang tida enak lagi di sini...' (En mevrouw, als een dame hier komt, voelen de anderen lieden zich hier niet meer op hun gemak)...Met even zoovele woorden - de heeren vonden het...gênant...een dame in hun midden, dan moest Rameleh wel veel te verbergen hebben...!' door Janneke Janssen Bovenstaand citaat uit de roman Janneke de Pionierster 1903) van Louise B.B. is een goed voorbeeld van het beeld dat in Indische romans geschapen werd van de blanke Europese vrouw. De 'dame' waar het in dit geval om gaat is Janneke, een vrouw die vanuit Nederland met haar man mee naar Indonesië is gereisd. Het verlangen om naar Nederlands-Indië te reizen nam aan het eind van de negentiende eeuw ongekende vormen aan. Dat vrouwen reisden, was in die tijd nog niet algemeen aanvaard. Maar niet alleen de mannen werden geraakt door de verhalen over die paradijse lijke kolonie in het oosten. Ook de vrouwelijke fantasie werd geprikkeld. Dit ontluikende verlangen kwam aan het eind van de negentiende eeuw tot bloei in de vele Indische romans die over dit onderwerp verschenen. Opvallend is de specifieke rol die de blanke Nederlandse vrouw hierin speelt. Zuiver, puur en verheffend moet zij zijn. Blanke reizigsters 1870 was het begin van een bloeipe riode voor de Indische roman. Door het groeiende aantal Nederlanders dat naar Nederlands-Indië vertrok raakten steeds meer mensen geïnte resseerd in verhalen over het land. Opvallend is dat dit niet alleen man- 34 nen waren, maar ook steeds vaker vrouwen. Nederlandse auteurs ont dekten het Oosten als bron van inspi ratie en begonnen Indische romans te schrijven. De rol van vrouwelijke auteurs in deze periode is opmerkelijk. In tientallen romans en verhalenbun dels beschreven zij de belevenissen van Nederlandse vrouwen in of op weg naar Nederlands-Indië. Zo ook Louise B.B. en Augusta de Wit. In 1904 schreef Louise de Neve onder het pseudoniem Louise B.B, de roman Janneke de Pionierster. In dit boek wor den de belevenissen van de vrouwelij ke hoofdpersoon Janneke gevolgd. Zij vertrekt met haar grote liefde, Henk, naar een afgelegen goudmijn in Indië. Eenmaal aangekomen bij deze mijn blijkt dat de blanke mannen, die daar het rijk alleen hadden, hun westerse normen en waarden compleet hebben laten varen. Ze bedienen zich van alle tropische heerlijkheden die het land hen biedt. Janneke is geschokt en neemt zich voor deze mannen snel weer manieren bij te brengen. Al snel verzucht ze het geluk, dat zij met haar man is meegekomen naar dit exotische oord. Anders zou hij al snel vervallen zijn in zondige gewoonten en hande lingen. Iets wat mannen toch al eigen is. Vrouwen zijn volgens haar veel beheerster en kunnen zich beter wape nen tegen de vele verleidingen die het Oosten de Europeaan biedt. Als een Uitzicht op Padang. Fotocollectie Moesson. baken van zuiverheid en zedigheid torent Janneke boven de mannen uit. Uiteindelijk zullen alle man nen van de mijn zich aan haar zuiverende invloed over moeten geven. Properlieicl Een ander voorbeeld is de roman De Godin die Wacht van Augusta de Wit. Het ver haal gaat over de jonge advo caat Van Heemsbergen die zonder zijn verloofde Ada naar Nederlands-Indië ver trekt om het rechterlijke werk van zijn overleden leermees ter, de vader van Ada, voort te zetten. In het begin loopt hij over van enthousiasme en ambitie, maar zodra hij door dringt tot het echte 'leven' blijft hier weinig van over en verandert hij in een gedeprimeerde, moedeloze jonge man die een uitvlucht zoekt in een verliefdheid op een Indonesische schone. Ada begrijpt al snel uit zijn brieven dat het met Van Heemsbergen de verkeerde kant op gaat. Ze stapt op de boot en snelt naar hem toe. In Indië aangekomen, bekent Van Heemsbergen haar al zijn zondige handelingen. Nu Ada weer bij hem is voelt Van Heemsbergen zich bevrijd van de moessOn

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 34