Reacties op Elisabeth Lubbers
Vorige maand moest Elisabeth Lubbers, bestuurslid van
Stichting Het Gebaar en inmiddels ex-voorzitter van de klank
bordgroep, aftreden nadat haar privé e-mail waarin ze de
term 'Indische kneuzen' gebruikte, in de openbaarheid kwam.
Moesson had een interview met haar, dit is een selectie uit de
reacties van onze lezers.
J'accuse
Met verdeeld genoegen, ongenoegen is ook genoegen,
heb ik het interview met Elisabeth Lubbers in de
Moesson van maart 2003 gelezen. Laat ik voorop stellen
dat ik normaliter geen reactie schrijf op interviews in uw
blad maar voor Elisabeth Lubbers kom ik mijn
Italiaanse stoel wel uit. Elisabeth Lubbers, jij die
zich zo goed kan invoelen in mensen, jij die ervaring
hebt als verpleegkundige en als ik het goed gelezen heb
maar me niet kan voorstellen, ook als volksvertegen
woordiger, moet toch beter weten. Misschien heeft het
woord kneus in jouw gezin een andere betekenis dan in
het ABN, maar jouw gezin is niet bepalend voor je doen
en laten in de Indische gemeenschappen. Ondanks je
jaren als kamerlid heb je niet begrepen wat dat betekent.
Ik voel me als Indische behoorlijk geschoffeerd als je de
term 'Indische kneus' gebruikt en ook al worden deze
woorden in een persoonlijke e-mail geschreven en vol
gens jou door publicatie uit zijn verband gerukt. Ik ver
wacht dat je beter op je woorden past.[.Uit deze
woorden spreekt een diep gewortelde miskenning van
het ondervonden leed. Als je dan ook nog zegt 'als er
iemand is die weet hoe gevoelig dat allemaal ligt, dan
ben ik dat' dan spreekt uit deze woorden wel erg veel
zelfoverschatting.
En dan het commentaar op Huib Deetman. Wannneer
ik dat lees denk ik bij mijzelf, Elisabeth Lubbers projec
teert haar eigen onlustgevoelens op anderen en weet
door haar woorden niet zelf wat ze aanricht. Maar wat
mij het meeste 'kneust' is dat jij, Elisabeth Lubbers,
geen spijt betuigt van het feit dat jouw woorden ver
keerd konden vallen en dat je er niet bewust van bent
dat Indische mensen zich gekwetst kunnen voelen door
jouw woorden. Jij staat nog steeds achter je eigen per
soonlijke email die door publicatie uit zijn verband werd
gerukt. Door al jouw gedraai kom je er in het interview
niet geloofwaardig uit. Het zal wel heel lang duren voor
dat je de reikwijdte van je woorden begrijpt. Laat het
maar heel en heel lang bezinken. Net zolang als mijn
ouders hebben moeten wachten op het gebaar.
Peter van den Broek, Italië
Excuses
Met interesse heb ik het interview met Els Lubbers in
de vorige Moesson gelezen. Ik had het berichtje over de
Indische kneuzen en het aftreden al in de Telegraaf gele
zen en dacht hoe kan iemand in zo'n positie dat nou
zeggen. Na het lezen van het interview werden mij veel
dingen duidelijk. Met haar bedoelingen zit het wel goed
geloof ik. Maar toch blijf ik met één ding zitten en dat
steekt me. Waarom heeft zij, ondanks dat het een privé -
mail was, niet haar excuses aangeboden voor de term
Indische kneuzen. Er zijn veel mensen geschrokken en
soms zelfs gekwetst door deze term. Dus een excuus, al
was het alleen maar om medeleven met de gekwetste
mensen te tonen, was hier op zijn plaats geweest.
Juliette Niematz, Nijmegen
Discussie in breder bring
Begin maart hebben de landelijke media bericht over het
onstlag van Els Lubbers. De onderliggende kwestie; de
warga negara's als vergeten Indische gemeenschap is in
het nieuws niet aan de orde gekomen. Mevrouw
Lubbers is voor deze mensen in de bres gesprongen en
heeft een missie voor wat hun aandeel van het collectie
ve deel van Het Gebaar zou moeten zijn.
Een belangrijke groep oud-warga negara's als vergeten
Indische gemeenschap is op het hoogtepunt van de
kwestie Nieuw-Guinea uit Indonesië vertrokken als
spijtoptant en in Nederland opgevangen. Andere
Indische mensen hebben deze belangrijke stap in hun
leven niet kunnen of willen nemen.
Als de raad van advies van de stichting niet eensgezind
is in haar oordeel over de aanspraken van de achterge
blevenen in Indonesië, dan heeft het ontslag van
mevrouw Lubbers thans de weg geopend naar een dis
cussie in breder kring. Hiermee legt men wel zolang
beslag op de te besteden financiële middelen van de
oorspronkelijke doelgroep.
dhr. R.J. Haak Wegman, Rotterdam
moessQn
8