Marion Bloem:
'Mijn generatie had weinig om op
terug
te
vallen'
'Mijn muze is verhuisd naar
een verpleegtehuis
De deur naar buiten zit op slot'
Thuis
Ik hoorde ze allebei en moest voor mij
zelf afwegen in hoeverre de realiteit
ermee in overeenstemming was.'
Marion Bloem: 'Begin jaren tachtig
was ik geschokt over hoe weinig men
in Nederland begreep van Indische
mensen, en van migranten in het
algemeen eigenlijk. Het onverwerkte
leed van Indische repatrianten werd
niet gezien door de samenleving, laat
staan de aanpassingsproblemen van
hun kinderen. Nog altijd vind ik het
onthutsend zo weinig erkenning als
de eerste generatie heeft gehad, voor
hun problemen, voor hun trouw.
Hun kinderen, die in Nederland zijn
grootgebracht, groeiden geïndividu
aliseerd op; iedereen ervaart zijn
Indische achtergrond op een andere
manier - een terugkerend gegeven in
Thuis. Mijn generatie had in tegen
stelling tot de eerste nauwelijks een
groepsband, waardoor je veel minder
op elkaar terug kon vallen.
Intelligente en getalenteerde jongeren
maakten hun studies niet af, zonder
zelf te begrijpen waarom. Ze waren
zich er te weinig van bewust dat er
meer mensen waren die zich geïso
leerd voelden. Dit en nog veel meer
hield mij bezig en heeft ertoe geleid
Geen gewoon Indisch meisje te schrij
ven. Toen het boek er eenmaal was,
viel er een last van me af. Maar al
snel bleek dat, ondanks het succes
van de roman, dat een heel stuk van
de Indische geschiedenis nog niet
was verteld. Vandaar dat ik vervol
gens Vaders van betekenis schreef en
De leugen van de kaketoe. Vaders van
betekenis gaat specifiek over de
geschiedenis van de Indische man
die zo totaal anders is dan die van de
Indische vrouw. Zowel Ver van fami
lieuit 1999, als Vaders van betekenis
uit 1989, handelen ondermeer over
hoe veel Indische gezinnen zich in
Nederland niet thuis konden voelen
en dooremigreerden. Ook nu had ik
eerst grondig onderzoek gedaan, net
als bij mijn andere boeken, hoewel ik
er, ondanks mijn studie psychologie,
nooit naar gestreefd heb wetenschap
te bedrijven.'
Tk heb de behoefte om de migrant, de
noodgedwongen reiziger, de mens in
diaspora, de mens zonder thuis, door
middel van mijn verhalen een gevoel
van eigenwaarde te verstrekken.'
identificatiemogelijkheden, behalve
dan in de muziek; Andy Tielman, de
Blue Diamonds, Anneke Grönloh...
In de media had je verder geen
mogelijkheden om jezelf te herken
nen. Je zag je eigen soort niet terug
op televisie, je hoorde je eigen pro
blematiek niet op de radio. Je had
alleen Tong Tongde voorloper van
Moesson. En de boeken van Tjalie
Robinson hebben veel houvast gege
ven, omdat hij met petjoh speelde.
Hoewel onze ouders erop gebeten
waren dat we netjes Nederlands
spraken, want anders zou er tenslotte
niets van je terechtkomen!'
Inmiddels is tweede-generatie proble
matiek een term geworden. Marion
Bloem: 'Toch is er hooguit ten dele
sprake van problematiek. Ik heb in
Geen gewoon Indisch meisje en in late
re boeken enkele kwesties aangekaart.
Maar dat wil helemaal niet zeggen
dat tussen twee culturen opgroeien
per definitie een moeilijkheid is. Er
komen problemen bij kijken en die
moet je onderkennen en niet onder
schatten. Wij - mijn generatie - had
den nauwelijks
Tk groeide op met een vader, ooms en
opa en oma die goed konden vertellen.
Hun verhalen, ook als ze daarmee hun
eigen ervaringen tot in de details trouw
bleven, waren als sprookjes voor mij.'
In tweede-generatie literatuur krijgen
de ouders er nogal eens van langs.
Maar bij Marion Bloem kom je dat
nauwelijks tegen, zij heeft het vooral
voor ze opgenomen.
'Klopt. Ik heb heel veel respect voor
wat de generatiegenoten van mijn
moessQn
10