De Javaanse danseres
Frans Leidelmeijer
wordt tijdens
de Pasar Malam Besar
op woensdag 11 juni
geïnterviewd en geeft
op zaterdag 14 juni
een dia-lezing.
Deze maand het eerste deel van een
nieuwe rubriek waarin Frans
Leidelmeijer een kunstobject bespreekt
dat ontstaan is uit de Europese en
Indische kruisbestuiving.
e is krap 7 cm hoog, dit danseres
je. Haar grote zus, vrouwshoog,
deed haar in brons gestolde dans
bij een trap die leidde naar de eet- en
danszaal van de eerste klasse op het mail
schip de Dempo van de Rotterdamsche
Lloyd. Ze kreeg een zeemansgraf toen de
Dempo in 1944 op de Middellandse zee
werd getorpedeerd. Het schip werd in de
Tweede Wereldoorlog als troepenschip
gebruikt. Daar ligt ze nu tussen alle ande
re schatten op de zeebodem voor de kust
van Noord-Afrika.
Het schip werd in 1931 in gebruik
genomen. De meeste mailschepen van
zowel de Amsterdamse Stoomvaart
maatschappij Nederland en de
Rotterdamsche Lloyd, die vooral voeren
op Nederlands-Indië, waren luxueus inge
richt. Varende paleizen werden ze ook wel
genoemd. Het ontbrak de passagiers tij
dens hun reis aan niets. Het interieur
werd vaak ontworpen door architecten en
interieurontwerpers met klinkende
namen. Voor de Amsterdamse maat
schappij was dat de bekende sierkunste
naar C.A. Lion Cachet (1864 - 1945).
Van al van deze schepen is helaas geen
enkel voorbeeld overgebleven. Ze zouden
nu een tastbaar bewijs van de welvaart
van Nederland en van het hoge peil van
de Nederlandse vormgeving gedurende
het interbellum zijn.
De Dempo werd ingericht door de archi
tect Willem Kromhout (1864 - 1940),
vooral bekend door het American Hotel
in Amsterdam. In dit gebouw uit 1900
heeft Kromhout invloeden van islamiti
sche architectuur verwerkt tot een
geslaagd architectonisch voorbeeld van de
Nieuwe Kunst, de Nederlandse variant
van de internationale art nouveau. Hij
ontwierp ook het nu verdwenen interieur.
Het beeldhouwwerk op de Dempo was
van Theo Vos (1887 - 1948), zo ook de
door hem benoemde Javaanse danseres.
Vos behoorde tot de Amsterdamse
School. Een stroming in architectuur en
vormgeving gekenmerkt door ronde,
expressieve vormen. Rond 1925 - 1930
maakte hij een serie danseressen in brons
die veel verwantschap met elkaar vertonen
in houding, kleding en haardracht.
Stilistisch werden deze danseressen beïn
vloed door de symbolistische tekeningen
en grafiek van de Indische kunstenaar Jan
Toorop. Die zich op zijn beurt weer liet
inspireren door oud-Egyptische kunst en
wajangpoppen.
De danseressen beelden allemaal een
expressionistische dans uit. In die jaren
kwam deze zogenaamde karakterdans
vanuit Duitsland naar ons land. Nu staan
de Javaanse en karakterdans echter haaks
op elkaar. De Javaanse dans is statisch en
ingetogen, terwijl de karakterdans
beweeglijk en expressief is. Dit beeldje is
dan ook een persoonlijke interpretatie
van de kunstenaar waarin hij een expres
sionistische halfnaakte Javaanse danseres
uitbeeldde. De haardracht en de kleding
zien er niet Javaans uit. De lijnen in het
haar en het opwaaierend rokje doen eer
der Egyptisch aan. Alleen de buigzame
vingers doen Javaans aan.
De danseres staat op een ronde kolom
waarin drie maskerkoppen zijn verwerkt
met exotische gelaatstrekken. De kolom
staat weer op een driehoek met op elke
hoek een olifant. Verder zijn in het voet
stuk een vogel, een aap en een wapen
verwerkt. De symboliek van deze afbeel
dingen is me niet bekend. Van het geheel
gaat wel een sterke exotische sfeer uit,
wat waarschijnlijk ook de bedoeling is
voor een mailschip dat genoemd is naar
een vulkaan op Java en een verbinding
onderhield tussen Nederland en haar
kolonie.
Wat benijd ik de mensen die dit specta
culaire beeld in werkelijkheid hebben
gezien op hun reis van en naar Indië. Een
van mijn grootste wensen is om de
Dempo met behulp van een bergings
maatschappij te lichten, vervolgens de
Javaanse danseres wakker te kussen en
haar een mooi plaatsje te geven in het
Scheepvaartmuseum in Rotterdam.
Voorlopig zal ik het echter moeten doen
met het miniatuur.
13
Uit de kunst
47 ste jaargang - nummer 12 - juni 2003