Een oude sinjo jr 1 zo lang had ik iets yvan me willen laten horen, maar het leek wel of de maalstroom van gebeurte nissen, die ons zo genadeloos uit elkaar heeft gerukt, mij steeds sneller met zich meesleurde. Nu ben ik ein delijk op een punt aangekomen waar op ik rustig terug kan kijken naar wat er eigenlijk is gebeurd en mij kan afvragen waarom het zo moest lopen. Die rust was kortgeleden ver te zoe ken. Ik kreeg toevallig wat vroegere foto's van je onder ogen: ondergelo pen rijstvelden met een span water buffels voor een bemande ploeg en ranke palmen op de achtergrond, als filigraan afstekend tegen een wazige lucht, die zich als een ijle sluier over de flanken van een vulkaan in ruste plooide; vrouwen die tot over hun knieën in het woelige water van een bruisende rivier stonden, met hun sarongs tot onder de oksels geknoopt en die hun was op de platte rotsste nen langs de oever schoon sloegen, zoals dat bij sommige volkeren nog steeds gebeurt. Toen ik die beelden zag, gebeurde er iets in me. Een onbeschrijflijk gevoel doorstroomde mij. Het was alsof een beest dat lang binnen in me opgesloten had geze ten, losbrak en zoet gif door mijn aderen verspreidde. Als een vloedgolf kwam er een stroom van herinnerin gen los, die bezit nam van mijn gedachten, waardoor ik aan niets anders meer kon denken. Ik was weer terug bij jou, lief Indië (want zo leef je nog in mijn gedach ten voort) en wij waren weer jong. Wat hebben wij samen toch een mooie jeugd gehad! Weet je nog die fantastische tuin in Wlingi? Met die ontelbare vruchtbomen, van elke soort één, waarin de sawahreigers hun nesten bouwden en waar ik zo vaak jonge, uit hun nest gevallen vogels weer op hun plaats probeerde te brengen? En achter in de tuin die geheimzinnige sloot, die vanachter een donkerbegroeide muur schijn baar uit het niets tevoorschijn kwam, zo nu en dan vreemde en opwinden de voorwerpen met zich meevoerde, om vervolgens aan het andere einde weer net zo raadselachtig te verdwij nen? Die min zal voor mij altijd een verloren paradijs blijven. En Eva dan, hoor ik je zeggen. Dat weet je best: je hebt me mijn eerste, grote liefde geschonken in de per soon van Amy. Knap, donker, lief en hartstochtelijk als ze was, zie ik haar altijd voor me als ik aan jou denk. Hoe kon ze zo houden van dat verle gen, brildragende jongetje, dat bij de eerste kus nog niet eens wist dat je die niet op de wang moest geven, moessQn 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 22