Onwelvoeglijk gedrag FOÏRRIÉ'S PBRIREBEB Voor wie het nog niet weet: mijn vader was een briljant opvoeder. Zijn ja was ja en zijn nee was nee. Ook kon hij je zonder gebruikmaking van zinvol geweld zó op je gemoed werken dat je het gevoel kreeg op rozen te zitten. Of in zak en as, hing er van af wat je had uitgespookt. Pa werkte graag met anekdotes en sterke verhalen. Toen ik mee moest naar de ziekenboeg omdat mijn zwe rende middelvinger net zo dik en bonjok was geworden als een overrij pe pisang soesoe, bibberde ik zó hevig dat ma het te kwaad kreeg. Pa daarentegen, bleef er nuchter onder. Zijn dienstpet zorgvuldig waterpas op zijn hoofd zettend, vertelde hij hoe in de oorlog bij talloze soldaten allerlei ledematen waren afgezaagd. Vaak zonder verdoving en pas nadat ze dagen in de stromende regen en onder zwaar artillerievuur in de ondergelopen ruïnes van hun loop graven op hun beurt hadden liggen wachten. Daarbij vergeleken stelde de ingreep die mij te wachten stond niks voor, wist hij. Door mijn grote inlevingsvermogen en het onwankel bare geloof in mijn eigen vader, raak te ik toen zo omgeturnd dat ik fluitend bij hem achterop de fiets sprong. Simpele ziel die ik was, want wat daarna in de behandelkamer van de ziekenboeg gebeurde leek wel een reconstructie van de laatste uren van een ketter in een folterkelder van de Spaanse Inquisitie. Maar dan in het echt, met bijbehorend gejammer en zonder verdoving. Helaas betekende die vingeroperatie niet het einde van de beproeving. Helemaal alleen als een zombie naar huis gestrompeld, moest ik mijn mishandelde vinger nog een hele tijd in een mengsel van heet water en van dat paarse ont smettingsspul laten hangen. Aan de grote etenstafel, op de achtergallerij. Koningin Emma Aan die zelfde tafel heeft pa me later nóg een keer bedonderd. Met een anekdote, en weer zonder dat ik het zag aankomen. We waren net klaar met eten toen hij begon te vertellen over een selamatan ter gelegenheid van koningin Emma's verjaardag in paleis Soestdijk. Het was een intiem onderonsje. De koninginmoeder hield niet van kouwe drukte. Daarom had ze maar een paar voorname buitenlanders en hoogedelgeborenen van eigen bodem uitgenodigd. De rest bestond uit nor male mensen. 'Maar alles was natuurlijk wel piekfijn geregeld,' zei pa alsof hij er zelf bij was geweest. Hofdignitarissen bedienden de gas ten en op de achtergrond speelde een strijkje gezellige deuntjes. Maar toen gebeurde het, als een donderslag bij heldere hemel: de muzikanten had den hun spullen net weggezet voor een korte pauze, toen er een helder getoeter weerklonk. Het kwam onmiskenbaar van de jarige en was herkenbaar als een straffe wind. Pa wachtte geduldig tot we weer bijge komen waren en ging toen verder: 'Het was een jonge luitenant van het Nederlandse Leger die de eer van Hare Majesteit redde door de schuld op zich te nemen. Deze galante offi cier schoof zijn stoel achteruit, schreed in militaire pas naar de gelief de vorstin en ging stram in de hou ding naast haar met bloemslingers versierde zetel staan. Nadat hij met een beleefd kuchje om aandacht had gevraagd, boog hij deemoedig zijn hoofd en verontschuldigde zich luid en duidelijk voor zijn onwelvoeglijk gedrag. Koningin Emma moest er van blozen maar speelde het spel mee. Het lieve mens knikte minzaam en gaf de luitenant op zijn verzoek toestem ming om zich te verwijderen.' Domoor Ik zei dat die luitenant een grote dom oor was en zich met het oog op zijn carrière beter afzijdig had kunnen houden. Maar pa lachte en zei: 'Wat ben je toch naïef. Naar goed gebruik in die kringen hebben ze hem gewoon weggepromoveerd. Hij heeft nog vele jaren als militaire attaché in onbelang rijke landen gediend. En bij het berei ken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft het Hare Majesteit behaagd hem eervol uit militaire dienst te ontslaan. Sindsdien verblijft hij als kolonel b.d. met een half dozijn commissariaten en een brandkast vol aandelen in een riante villa in de buurt van Wassenaar. Rieten dak, overdekt zwembad en twee tennisba nen. Dat heeft die man verdiend.' En toen, na een korte adempauze en met geweldige verheffing van stem: 'Maar dat gaat potjandorie niet op voor de viespeuk die er zo-even ook één heeft laten vliegen onder het eten en denkt dat ik dal niet heb gehoord. Die vlegel hoeft niet op clementie te rekenen en krijgt van mij een zwembadverbod van drie weken opgelegd!' Ma heeft er nog wel drie weken voorwaardelijk van weten te maken, maar zoiets komt toch hard aan. Is net of je als bokser wordt afgeleid door een beauty op de voorste rij en dan tegen het canvas wordt gemept. 47 ste jaargang - nummer 12 - juni 2003 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 27