korte tijd weer met De Linge naar Indië terug zou keren. Dit gebeurde echter niet want, wederom op voor spraak van Payen, volgde hij, op kos ten van het Nederlands-Indisch Gouvernement, schilderlessen bij de bekende Nederlandse portretschilder Cornelis Kruseman en de landschap schilder Andreas Schelfhout in Den Haag. Onvergenoegd Wanneer iedereen denkt dat Raden Saleh wel weer naar Indië zal vertrek ken, weigert de jonge schilder. Hij vraagt om een verlenging van zijn ver blijf in Europa om zijn opleiding af te maken. Gedurende een periode van 23 jaar zou Raden Saleh zijn vertrek uit Europa weten uit te stellen; pas in 1851 keerde hij naar Indië terug. Telkens kreeg de in bedelbrieven gespecialiseerde kunstenaar zijn zin. Dat het besluit Raden Saleh in Europa te laten blijven niet helemaal onzelf zuchtig was, blijkt uit het volgende citaat: 'Trekt het Gouvernement zijnen lot niet aan, dan wordt hij onverge noegd en groeit op in openbaren of heimelijken vijandschap. Gaat het Gouvernement daarentegen voort, met hem bewijzen te geven van gene genheid en vertrouwen, dan is het waarschijnlijk dat hij een getrouw en nuttig dienaar zal worden.' Raden Saleh's positie als 'kind van staat' is te vergelijken met de twee Ghanese prinsjes Kwami en Kwaso, zo prachtig beschreven door Arthur Japin in De Zwarte met het witte hart. Zij verbleven in dezelfde tijd om politieke redenen in Den Haag. In Den Haag schilderde Raden Saleh (noodgedwongen) portretten van de hoge heren die zijn verblijf in Nederland mogelijk gemaakt hadden. Zijn ware liefde vond hij echter in de 'Haagsche Menagerie' van Louis Adolphe Martin, waar hij de wilde dieren bestudeerde en de eerste schil derijen van leeuwen en tijgers maak te, een voor Nederland ongebruikelijk genre. Wilde dieren In 1839 verliet Raden Saleh Den Haag voor een kunstreis door Europa. Koning Willem I zelf had daar toestemming voor gegeven. Hij verbleef drie maanden in Berlijn en reisde vervolgens door naar Dresden. Daar zou hij vier jaar blijven en van daaruit bezocht hij regelmatig Coburg om te schilderen aan het hof van de families Saxe-Coburg en Coburg-Gotha. Naast talloze portret ten schilderde Saleh in Coburg voor namelijk composities met paarden, waarvan hij in de hertogelijke stoete rijen studie maakte, resulterend in diverse opdrachten voor paardenpor- tretten. Hoewel het werk van Raden Saleh toen reeds goed verkocht, kwam hij toch steeds geld te kort. Telkens moest hij weer in Den Haag om verruiming van zijn toelage bede len. Bovendien had Raden Saleh besloten zijn opleiding in Parijs te 48 ste jaargang - nummer 1 - juli 2003 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 23