Ervaringen tijdens de repatrid 'Ik dacht: Potverdomme, waar ben ik nou weer terechtgekomen3 De eerste generatie aan het woord aannam, geeft aan hoe groot de onwetendheid was over Indië. Nederlanders wilden er ook niets over leren; Indië was verleden tijd, niets mocht er meer aan herinneren. Ook stond Nederland niet bepaald open voor de verhalen over de Japanse bezetting en de bersiap. De oorlog in de Pacific telde niet mee. 'We moesten eindeloos horen hoe Nederlanders het hadden gehad onder de Duitse bezetting en als wij dan vertelden over de Japanners, dan waren ze niet geïnteresseerd. Dat is tot op heden zo gebleven. Dat is een grote frustratie waar we mee moeten leren leven.' Aan het woord is meneer Van H. die als krijgsgevange ne aan de Pakan Baroe-spoorweg op Sumatra heeft gewerkt en na de bevrijding direct weer is ingezet als dienstplichtig militair bij het KNIL. Meneer S. vertelt: 'Ik voelde mij niet welkom hier. De Hollanders hebben zich, denk ik, bedreigd gevoeld, van wege de krappe arbeidsmarkt en het gebrek aan woningen. En daar kwa men dan de Indische gezinnen, en dat waren vaak grote gezinnen. Er was altijd een soort afgunst.' Contractpensions Nederland kampte in de jaren vijftig met een enorme woningnood en er repatrieerden meer Indische Nederlanders dan de Nederlandse overheid had gehoopt - Nederland was nog volop bezig met de weder opbouw. Vandaar dat de overheid haar toevlucht nam tot een nood maatregel. Degenen die niet bij fami lie konden wonen of op een andere manier zelf aan onderdak konden komen, werden in contractpensions ondergebracht. In de zomer van 1955 kreeg meneer B. aan boord van de Johan van Oldenbarnevelt een for mulier. 'Je moest invullen welk geloof je had. Naar aanleiding daarvan kon den ze de mensen indelen waar ze het gemakkelijkst naar toe konden gaan. Zo kwam ik in een contract pension in Valkenburg terecht.' Aan de hand van die enquêteformulieren, die vanuit Aden per luchtpost naar het ministerie van Maatschappelijk Werk in Den Haag werden gestuurd, bepaalde de Centrale Planningscommissie wie waar werd geplaatst. Hierbij werd gelet op geloofsovertuiging, arbeidsmogelijk heden en huizenmarkt. De oorspron kelijke bedoeling was dat repatrianten maximaal zes weken in contractpen- sions zouden worden ondergebracht, maar dat bleek in de praktijk niet haalbaar. Meneer B., een ex-KNIL'er die tij dens de oorlog aan de Pakan Baroe- spoorweg heeft gewerkt en die in januari 1950 in Nederland aankwam, had het niet getroffen met het pen sion. 'We hadden een kamertje van nog geen drie bij vier. Als het regen de, werd het hele kamertje nat. Ik werd moedeloos, ik dacht: Potverdomme, waar ben ik nou weer terechtgekomen? Er was geen ver warming. Als je voor je dochtertje luiers moest wassen en je vroeg aan de mevrouw van het pension of je wat warm water mocht, dan gaf ze je een emmertje water en moest je die buiten gaan wassen, in de kou. Nou, mijn vingers waren kapot van de kou en dat vervloekte ik. Ik had er de balen van en zodoende heb ik een keertje ruzie gehad met de pension houdster. Zij zei dat we blij moesten zijn dat we werden opgevangen. Toen zei ik: "Mevrouw, driehonderd jaar hebben wij gevochten voor het rood-wit-blauw, is dit nou tot dank dat u ons zo opvangt. Dank u wel dan." Ik heb DMZ [Dienst Maatschappelijke Zorg, PS] gevraagd of we naar een ander opvangcentrum konden gaan. Toen zijn we overgeplaatst naar Valkenburg. En daar was het precies hetzelfde. Je hebt geen vrijheid, niks. Maar ze willen wel geld hebben. We hebben in totaal in zeven pensions gewoond, waarvan ik kan zeggen dat er maar één goed was.' Aanpassen In de jaren vijftig was het overheids beleid gericht op volkomen aanpas sing aan het Nederlandse model, waarbij er geen plek was voor de Indische cultuur. In Nederland waren Indischen alleen welkom als ze hun culturele bagage overboord gooi den en zich zo snel mogelijk onzicht baar maakten. Meneer Van H.: 'Je probeerde je zo snel mogelijk aan te passen. Dat werd tegen ons gezegd: Je moet je zo snel mogelijk aanpas sen, vergeet nou maar waar je van daan komt. Je bent nu in Nederland en je dient je aan te passen aan de Nederlandse voorwaarden, de moessQn 48

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 48