Na uitspraak bestuursrechter
door Geert Onno Prins
Indische Nederlanders die in Indonesië zijn
achtergebleven, krijgen geen uitkering van
Het Gebaar. Een rechtszaak mocht niet
baten. 'Voor de zoveelste maal vallen de
blijvers tussen wal en schip.'
Op 15 december 2001 vroeg
Johannes Marinus Kreis uit
Surabaya een uitkering aan
bij stichting Het Gebaar. De heer
Kreis, geboren op 11 januari 1931 in
Modjokerto, lijkt aan de voorwaar
den te voldoen om in aanmerking te
komen voor een uitkering: als
Nederlands onderdaan heeft ook hij
geleden onder de Japanse bezetting
en het tekortschietende rechtsherstel.
Op 26 februari 2002 ontving de heer
Kreis antwoord: het verzoek is afge
wezen. Een ingediend bezwaar lever
de niets op.
Zijn zus in Nederland en zijn broer
in Amerika hebben wel Het Gebaar
ontvangen, maar hijzelf niet. Om in
aanmerking te komen had de heer
Kreis - en naar schatting tweedui
zend lotgenoten met hem - niet in
Indonesië moeten blijven.
Terugblik
Een korte terugblik op de totstand
koming van Het Gebaar. Begin 2000
besluit het kabinet dat er een finan
ciële tegemoetkoming moet komen
voor slachtoffers van de Japanse
bezetting. De regering gaat aan de
onderhandelingstafel zitten met het
Indisch Platform, dat de Indische
gemeenschap moet vertegenwoordi
gen. Er zijn nogal wat kwesties die
opgelost moeten worden: zo wil de
regering aanvankelijk slechts 250
miljoen toekennen en wordt er gedis
cussieerd onder welke noemer Het
Gebaar moet worden uitgekeerd:
kille ontvangst in Nederland of
tekortschietend rechtsherstel in
Indië? Moet het geld aan collectieve
projecten besteed worden of indivi
dueel uitgekeerd? En dan volgt de
vraag wie er in aanmerking zullen
komen. De rijke, lange en ingewik
kelde geschiedenis van Indische
Nederlanders is nog altijd slechts
zeer ten dele vastgelegd, dus voor je
het weet, wordt er een groep over het
hoofd gezien. De besprekingen wor
den extra bemoeilijkt omdat het
Indisch Platform forse kritiek te ver
duren krijgt vanuit de Indische
gemeenschap zelf. Het Indisch
Platform zou een gesloten club zijn,
die zich te weinig van zijn achterban
aantrekt. Daarnaast moet er haast
gemaakt worden: de doelgroep is al
oud en wil snel geld zien.
Uiteindelijk bereiken regering en
Indisch Platform een overeenstem
ming: er komt 350 miljoen voor indi
viduele uitkeringen, met de garantie
van minimaal 3.000 gulden per
rechthebbende. Daarnaast wordt 35
miljoen gulden beschikbaar gesteld
voor collectieve projecten, dit alles
vanwege 'het vermoedelijk tekort
schietende rechtsherstel' na de oor
log. Ook buitenkampers komen in
aanmerking, en Indische
Nederlanders die zich buiten
Nederland hebben gevestigd. In een
eerder stadium was dat nog niet van
zelfsprekend.
Nu alles is besloten, krijgt de werk
groep Van Heemskerck opdracht een
uitkeringsreglement te formuleren.
De werkgroep voegt twee voorwaar
den toe: Molukkers ontvangen ook
een tegemoetkoming en rechtheb
benden moeten een 'band met
Nederland' hebben.
Ten slotte zorgt de speciaal daarvoor
opgerichte stichting Het Gebaar voor
de daadwerkelijke verdeling van het
geld. In juli 2003 hebben bijna
100.000 mensen de uitkering van
3.000 gulden of 1.361,34 euro ont
vangen, en, omdat er geld overbleef,
een aanvullend bedrag van 460,66
euro. In totaal 1822 euro.
14
moessQn
Kille bureaucratie rond