'En bischen Indisch angeled'
Na Gordel van Smaragd uit 1997 en The Delivery uit 1999
was ze een tijd uit beeld, totdat ze ineens opdook in de
soapseries Goudkust en Costal. Niet dat actrice Esmée de
la Bretonière zich een soapie voelt, maar ze wil gewoon
van alles proberen: 'Een ratjetoe, dat ben ik.'
door Sheila van Rhoon
Als het echt zo is dat er voor
elke leeftijd een mooie rol zou
zijn, dan is actrice Esmée de
la Bretonière nu pas echt klaar om
de rol van Ems te spelen, de jonge
Indische vrouw uit de film Gordel
van Smaragd van Orlow Seunke.
Alleen, ze heeft Ems al gespeeld. Zes
jaar geleden.
Esmée de la Bretonière (Amsterdam,
12 april 1973) verscheen voor het
eerst op het witte doek op veertien
jarige leeftijd. Ze speelde naast
Monique van de Ven in de film De
Johnsons. Na dit succesvolle debuut
werd ze direct gebombardeerd tot
sekssymbool, stond op covers van
tijdschriften en was 'hof. Haar
populariteit groeide en ze stond
volop in de belangstelling. Nadat ze
de toneelopleiding van het
Koninklijk Conservatorium in
Antwerpen had afgerond en de
Kleinkunstacademie in Amsterdam,
kwam de rol van Ems in Gordel van
Smaragd. 19e la Bretonière werd
onder andere gecast vanwege haar
'stille wateren, diepe gronden' uitstr
aling; een cliché waar, bleek achteraf,
de regisseur volgens filmcritici veel
vuldig gebruik van had gemaakt.
Oorlog
De la Bretonière: 'Mijn familienaam
stamt af van Eranse adel die ten tijde
van Napoleon naar Indië is gevlucht.
Mijn opa is half Indonesisch en in
Soerabaja "aan de voet van de vul
kaan" geboren, zoals hij zelf altijd zei.
Zijn vader was er vandoor gegaan,
dus werd mijn opa opgevoed door
een rijke Hollandse pleegvader. Die
stuurde hem op zijn zestiende naar
Nederland zodat mijn opa ingenieur
kon worden.'
'Toen mijn opa in Nederland zat, is
hij getrouwd met mijn oma, een
Hollandse vrouw. Mijn vader is hier
geboren. De oorlog hebben mijn
grootouders in Nederland meege
maakt, daar werden altijd veel verha
len over verteld. Zo weet ik dat mijn
opa in Den Helder met lijken moest
slepen, en dat hij een keer door een
groep Duitsers is aangehouden. "Er
ist ein Ariër, aber er ist ein bischen
Indisch angelegen", zeiden ze tegen
hem en lieten hem gaan. Moet je
voorstellen "ein bischen Indisch
angelegen!", dat verhaal heb ik zo
vaak van mijn opa gehoord.'
'Na de oorlog is mijn opa terugge
gaan naar wat toen Indonesië heette.
Hij had mijn oma erg veel romanti
sche verhalen verteld over Indië, het
moest een echt paradijs zijn.
Eenmaal aangekomen bleek dat het
paradijs het paradijs niet meer was.
Ze hebben nog wel even rustig in
Soerabaja gewoond, want ze hoorden
toch een beetje bij de elite. Maar
mijn oma is Nederlandse en mijn
vader heeft blond haar; het werd veel
te gevaarlijk. Uiteindelijk zijn ze in
1950 toch naar Nederland gekomen.'
'Er werd in mijn familie niet veel
over de periode in Indië gepraat, het
waren meer terloopse opmerkingen,
tijdens het afwassen ofzo. Maar ik
heb wel het gevoel dat opa en oma er
goed vanaf gekomen zijn.'
moessQn
6