Poppenkast
John Beer (2)
aaiiis
Jill S t o I k
Wim. Het kampement in Salatiga,
waarin we toen woonden, kon namelijk
door de Japanners gezien worden als
militair object. Op 7 maart trokken de
Japanners in trucks door Salatiga, zon
der een bezetting achter te laten. In het
bergplaatsje waar wij zaten, bleef het
rustig. Dezelfde dag zijn we weer uit
het huis van de familie Doeve naar
ons huis in het kampement getrokken.
Ik heb nog een foto uit 1937 van een
kindertoneeluitvoering in de Harmonie
te Salatiga. Op de foto staan Marcel
Doeve als Elfenkoning, Ietje van Dijk
als elfenkoningin, Diana Doeve, Greetl
Pelen (ik weet niet of je haar naam zo
schrijft), mijn broer Piet en ik als
kabouter en mijn zus Tineke als heks
met een punthoed op. Diana zit aan de
linkerkant van de elfenkoningin.
W. Meelhuijsen, Maassluis
De meeste mensen uit Salatiga kenden
John Beer I en Marcel en Diedie Doeve.
Toen ik het stuk over John Beer II las in
het septembernummer van Moesson,
bracht dit herinneringen aan de Doeve -
familie boven. Mijn laatste uitje in de
bersiaptijd was namelijk bij hen.
Na de kamptijd ben ik van Ambarawa
teruggewandeld naar Salatiga, waar ik
een adres had om te blijven totdat alles
weer in orde was. Op een dag was ik op
de pasar toen ik een Doeve ontmoette,
of het Marcel of moeder was, ben ik
vergeten. Deze nodigde mij uit om
zondag bij hen te komen voor een
makanan (the magic word). Ik nam
deze uitnodiging natuurlijk direct aan.
Die zondag heb ik een geweldig leuke
dag gehad bij de Doeves en natuurlijk
werd ik gelijk verliefd op Diedie.
Ze was toen zestien en wat een
schoonheid! Maar helaas was dat de
laatste keer dat we de Doeves zagen,
want kort daarop werd ik met anderen
naar de gevangenis afgevoerd als gast
van Boeng Karno. Onze hele wereld is
toen veranderd. Het is toch leuk om iets
te lezen over het nageslacht van mensen
die je gekend hebt.
Feite Posthumus, Seatac (Washington)
Het onderwijs staat in deze regeringsperiode weer hoog in het vaandel. Wat gaan de
beleidsmakers verzinnen? Kleinere klassen (en als er dan niet genoeg lokalen zijn?),
waardiger salaris voor de leerkracht, onderwijsassistenten die van wanten weten?
Het is toch oneindig veel interessanter om naar mensen te kijken die blijkbaar voor
het vak geboren zijn: tante Ems, 86 jaar oud, mist de school nog steeds.
Onder haar grootouders telt ze onderwijzers, bij de generatie van de ooms en tantes
evenzo en zij zelf wilde al als baby het onderwijs in. ik weet niet waarom. Van het
begin af aan. In Malang gaat ze naar de kweekschool Tjelaket bij de zusters
Ursulinen. Haar eerste baan is gouvernante op een onderneming. Op een andere
onderneming geeft ze les aan de kinderen van plantersvrouw Henriëtte Marsman.
Als tante Ems, getrouwd met oom Dick, op de onderneming Djorah Mas (rubber en
koffie) zit, zorgt haar man dat er een brug over de rivier komt, zodat ze niet hoeft om
te lopen om haar leerlingen op de naburige onderneming Kali Sat te bereiken. "Heel
romantisch", verzucht tante Ems. Vier leerlingen heeft ze daar van zeventien, vijftien,
twaalf en negen die allemaal apart les krijgen, zodat de ochtend en de middag ermee
gemoeid zijn. "Die kinderen waren zo gemotiveerd. Zo prettig lesgeven. Nooit onbe
schoft. Echte Indische kinderen. De leermiddelen komen van "School en huis." Je
krijgt pakketten. De proefwerkjes daarvan stuur je op. Toen wij daar weggingen
moesten die kinderen naar school en ik was zo bang en ik dacht: hoe zal dat gaan,
maar het was allemaal goed. De aansluiting verliep vlekkeloos." Van 1954 tot 1956
werkt tante Ems op de Besoeki-school in Djakarta. Dan gaat het gezin,
vader, moeder en drie kinderen, met de 'Willem Ruys' naar Holland en komt in een
pension in Leiden terecht. Na twee maanden thuiszitten, gaat tante Ems invallen, het
moeilijkste wat er is. Twee dagen hier, twee dagen daar, soms een week. Steeds een
ander adres vinden. Met het openbaar vervoer, met overstappen en einden lopen.
"Ik heb daar nog nachtmerries van. Dan loop ik te dwalen." "Er was ook een school
voor asociale gezinnen. Daar vloog wel eens een schaar door de klas en het rook er
amis!" Na een halfjaar scharrelen vraagt ze om een vaste baan en wat krijgt deze
ondernemende leerkracht te horen? "Dat moet u maar niet doen, want u bent net
uit Indië." Tante Ems neemt zelf initiatief en solliciteert in Wassenaar bij de Kieviet.
Het hele bestuur plus twee leerkrachten komen de proefles bijwonen. Biologie en
rekenen. "Ik trilde van top tot teen. De volgende ochtend werd ik gebeld dat ik
aangenomen was." Het is de school waar ze tweeëntwintig jaar zal blijven.
Verbaasd is ze wel in het begin. De kinderen maken fouten met d's en t's. Dat deden
haar leerlingen in Indië nauwelijks. Aan wie ligt dat? Na een korte periode van
onzekerheid stapt er iemand op haar af die de school kent. "Eindelijk krijgen ze goed
onderwijs!" Tante Ems: "We hadden een Noors meisje op school, Anne-Grete, en het
hoofd van de school gaf dictee uit de bijbel. Hij wist zeker niet wat hij met zijn tijd
moest doen. Maar goed. Hij kwam naar me toe: "Anne-Grete heeft zoveel fouten
gemaakt". Ze had altijd nul fouten bij mij en nu krioelde het ervan. Dat was het
gemene van dat hoofd. Hij zei: Wij lopen, wij drinken, maar hij sprak de 'n' niet uit
en Anne-Grete schreef ze dus ook niet op. Ze zei: "Ja, ik dacht dat het bijbeltaal
was." Die kinderen waren leuk hoor."
48ste jaargang - nummer 6 - december 2003
15