Je kunt niet alles hebben PQIKRIE'S PERIKELEN Als in het najaar de wind droefgeestig door de bomen kreunt en de vallende dorre bladeren net zo gerimpeld zijn als je eigen vel, word je als bejaarde wel eens overmand door een gevoel van neerslachtigheid. Dat is niet iets om ongerust over te zijn, dat hoort gewoon bij het ouder worden in een koud land. Maar als er tegelijkertijd een beetje teveel te doen is over allochtonen, wordt het wat anders. Dan kan je het onaangename gevoel bekruipen, dat er wel erg veel mensen besmet zijn met het superieuriteitsvirus: alleen wat eigen is deugt, de rest niet. Dan moet je oppassen dat je van de weeromstuit geen last krijgt van lange tenen. Toch wel zielig Dat kan bijvoorbeeld als je op zo'n cruciaal moment een artikel tegen komt waarin iemand als Anneke Grönloh dermate grof wordt gehekeld, dat het lijkt of ze de auteur iets verschrikkelijks heeft aangedaan; en die verdenking onge grond blijkt, als de auteur afsluit met de sarcastische opmerking dat ze het toch wel zielig vond, dat Anneke als 'halfbloedje' zo werd gediscrimineerd. Dan weet je waar de schoen wringt en is het je duide lijk dat de auteur niet lijkt te besef fen dat het gesproken en geschreven (valse) woord hard aan kan komen en lang kan doorsudderen. Maar je moet schoorvoetend toegeven dat je zelf ook wel eens last hebt of hebt gehad van het superieuriteitsvirus, want dat virus is net als de pest, het discrimineert niet. Weet je nog Weet je nog dat het Solose zwem bad Tirtomojo alleen op de weke lijkse onderhoudsdag toegankelijk was voor alle landaarden? En dat je dan met je vriendjes wegbleef, omdat het water dan vervuild was en je over de hoofden van de inlan ders kon lopen. En weet je ook nog hoe je met je maten van de Gadja Merah een koekje van eigen deeg kreeg toen na het vrijmaken van de Radja Wells bij Pendopo geen gebruik mocht worden gemaakt van het zwembad van de oliemaatschap pij. Een verbod dat niet gold voor de aflossende IvL-eenheid. Kun je er nu om lachen dat het meisje waarmee je ging te horen kreeg dat je al getrouwd was en dit door de legeraalmoezenier van de Limburgse Jagers werd weerlegd? Deze aal was echter tegen een huwelijk vanwege het verschil in cultuur, temperament, et cetera. Vind je het daarom zonde dat hij je 50-jarig huwelijksfeest niet heeft mogen meemaken? En spijt het je ook dat je toevallig kon horen hoe een collegaonderofficier van de Staf 1 e Legerkorps reageerde toen een Indische luitenant in service dress passeerde. Zijn 'moet je kijken, kort geleden liep hij nog op blote poten', prikte net zo hard als het uitbundige gelach van je andere collega's. Kun je je ook nog herinneren dat de verstandhouding met een kennis sterk vertroebeld werd, omdat hij zich afvroeg hoe een andere kennis, die getrouwd was met een donkere Indische, aan zo'n baboe was blijven hangen? Er is wel meer van dat fraais blijven doorsudderen, maar je bent blij dat er ook veel positiefs tussen zit. Zoals de waarderende woorden van een Indië-veteraan over ons oude leger: 'Als het te heet werd, riepen we de jongens van het KNIL erbij, die doken met het mes tussen de tanden de bush in.' Klewang in plaats van mes was nóg mooier geweest, maar je kunt niet alles hebben. moessQn 1 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 26