Pascal Jalhaij: 'Ik wil geen hype zijn' heb ik nooit iets begrepen, hoewel het mijn favoriete keuken is, de Indische. Eigenlijk ben ik helemaal niet in een eetcultuur opgevoed. Maar juist dat is van invloed geweest op wat ik nu doe. Wat ik namelijk later besefte, is dat je daardoor een hele goede smaak ont wikkelt, ondanks dat je niet bewust met eten bezig bent. Dankzij mijn afkomst weet ik wat een eenvoudige, normale keuken is. Als je daar waarde aan kunt hechten, heb je de helft al gewonnen. Ja, mijn ouders begrepen aanvankelijk niets van mijn roeping. Nu wel. Ze staan altijd achter me, met alles.' Vertel 's wat over je verdere leerschool. 'Mijn opleiding is in mijn geboorte streek Limburg begonnen, maar pas in 1990, in het Haagse Kurhaus, heb ik de romantiek en de keerzijde ervan leren kennen. Ik ging op kamers wonen, was meer op mezelf aangewezen en dan dringt pas goed tot je door welke offers je moet brengen wanneer je verder wilt komen. In het Kurhaus is het huwelijk gesloten. Terug in Limburg begon ik op sterrenniveau te werken. In al die jaren heb ik nooit gedacht: ik kan dit. Maar: als ik dit ga doen, wil ik er het beste uit halen. Uiteindelijk heb ik pas in het Amstel Hotel geleerd wat ik met mijn capaciteiten kan.' Wat vind je van fusion cooking? 'Ik zou het eerder confusion cooking willen noemen. Fusion is de klassie ke gerechten uit elkaar halen en vervolgens vergeten wat het funda ment ooit was. Dan verloochen je als kok je vak. Ik vind dat je de basis van een keuken, welke keuken dan ook, moet respecteren. We hadden het er net al over: ik hou niet van trends. Natuurlijk wil ik graag zelf een trendsetter zijn, maar uitslui tend vanuit de traditionele keuken. Mijn keuken is Frans georiënteerd en de swing zit tussen de kachel en de pas. Dat wil zeggen: tussen de plaats waar een gerecht gekookt wordt en de plaats waar het mee gegeven wordt. Pas op dat moment gebeurt iets met een gerecht waar door het mijn identiteit krijgt. Daar doe ik er iets mee wat niet voor de hand ligt, geef ik het een kleine smaakexplosies extra. Tarbot bijvoorbeeld is traditioneel bereid op de graat, dat is ooit een keer bedacht door goede chefs, dus dat respecteer ik. Maar alles daar omheen - de saus, de kleine gerechtjes - maken het heel per soonlijk. Dat is mijn keuken. Tomatenbavarois met langoustines is een andere klassieker. Daar doe ik appelstroop bij, caramel, tomaat die op drie manieren is bereid. Je ziet geen tomaat en je ziet geen langous tines - het wordt allemaal verweven in smaakexplosies. Een onwerkelijke presentatie totdat je proeft: Hé, dat is tomaat! Het doel dat ik nastreef, is op een bord overbrengen hoe ik me voel in de keuken. De ziel, de passie, de romantiek moet over iemand heen komen. Ik wil dat iemand betoverd wordt. Ik ben heel romantisch en hecht waarde aan alle mooie dingen in het leven. Die deken van romantiek, dat ik iedere dag weer genieten mag van de omgeving waar ik ben. Dat wil ik overbrengen.' Een recensent schreef ooit dat er een ongewone stilte in je keuken heerst. 'Ik zal inderdaad zelden vloeken of schreeuwen. Ik wijs iemand meer op zijn verantwoordelijkheid dan op zijn fouten. Ik beoordeel iemand niet op capaciteiten, maar op inzet. Ik wil niet streng zijn, maar realis tisch als ik iemand opleid. Dus ik vraag niet meer dan mogelijk is. Ik probeer duidelijk uit te leggen wat mijn droom is. Als de jongens mij vervolgens een akkoord geven dan ga ik onvoorwaardelijk voor die droom. Dat is onze afspraak hier en daar zal ik iemand ook altijd mee confronteren. Maar schreeuwen, nee, dat doe ik zelden. Ik bepaal de rode draad, ik ben Vermeer. Maar de gerechten worden door drie a vier verschillende koks gemaakt. En een kok die een gerecht ziet als een deel van zichzelf, is heel waardevol. Daarom probeer ik collega's voor me te winnen in plaats van ze voor me te laten werken. Mensen die voor je werken, hebben geen passie. Verder moet je kunnen relativeren, vind ik. Als er iets misgaat in de keuken, is het uiteindelijk toch mijn fout. Ik had bijvoorbeeld 's middags in de voorbereiding iets al kunnen voorkomen of beter moeten bena drukken. 's Avonds, als ik mijn posi tie heb ingenomen tussen de kachel en de pas, moet ik me niet druk hoeven maken om andere mensen. Door de hele dag tussen mijn colle ga's door te lopen, met ze te praten. Te motiveren. Een goede organisatie voorkomt stress.' 'Ik lijk de meest bevoorrechte chef van Nederland: jong, succesvol, een gezin. Maar als je niet oppast, is het allemaal sneller weg dan dat je het opgebouwd hebt. Alle glamour.ik wil niet zo afgespiegeld worden. Ja, koken is theater, maar maak er geen drama van. Je moet het niet te seri eus nemen. Ik heb niet voor mijn vak gekozen om rijk te worden. Soms sta ik hier in mijn keuken met tranen in de ogen. Je bent toch kok omdat je levensgenieter wilt zijn?' 48ste jaargang - nummer 6 - december 2003 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 35