Fanatiek tikt hij de codes in totdat
hij zijn naam in morse heeft. Dan
veert hij op en haalt uit de kast een
kartonnen doos waar op een lapje
stof een plastic vliegtuigje, model
Glenn Martin, ligt. 'Toen het KNIL
Glenn Martin's aankocht, hadden ze
telegrafisten nodig, en ik moest als
luchtvaart radiotelegrafist (LVRT)
de Q-code leren (een taal die
wereldwijd wordt gebruikt bij
radiocontacten, red.).'
'Telegrafisten hebben veel vrienden,
en in die tijd heb ik ook mijn vrouw
leren kennen. Mijn vriend Faber
had een vriendinnetje, en omdat
ik Faber's motor had overgenomen,
vroeg hij of ik hem naar de
Babakanweg kon brengen, naar Rika
Louis, zijn vriendinnetje. Natuurlijk
deed ik dat, en toen we voor het huis
stonden te wachten, kwam er achter
Rika nog een meisje naar buiten; het
was Rika's zusje, Dientje. We gingen
een eindjerijden, Dientje wilde
voorop, op de tank. Bij de Dagoweg
stonden we nog even stil bij de
waterval die ze de bruidssluier
noemen. Faber is uiteindelijk niet
getrouwd met Rika, maar ik wel
met Dientje. In 1939 in Bandoeng.'
Oorlogstijd
In de oorlog zatVisker in het krijgs
gevangenenkamp Harima in Japan.
Hier kreeg het verzamelen van
namen, weliswaar onder dwang,
een vorm. Sergeant Visker werd
tot kampcommandant benoemd
en kreeg hierdoor leiding over vier
honderd Nederlanders. Elke och
tend, op alle hoeken van het kamp,
blies hij de reveille en in de avond
de lichten-uit signalen. 'Twee en een
half jaar lang was ik dag en nacht in
de weer met voedselverdeling, zie-
kenbegeleiding, het oplossen van
conflicten tussen Japanners en
kampgenoten. We hadden geen gees
telijk verzorger, dat ben ik ook gaan
Dick Visker in uniform van de
Koninklijke Landmachtnaast de
zelfgemaakt Harima-vlag en met
een oude foto van Dientjezijn vrouw,
foto: Serge Ligtenberg.