Winnie Sorgdrager over DNA, misdadigers en emotie-tv Tijdens het eerste paarse kabinet was ze minister van Justitie. Tegenwoordig is ze ondermeer voorzitter van de raad voor Cultuur en secretaris van Unicef. Onlangs verscheen haar nieuwe boek Zonde, zeden en strafrecht en ging er een film over haar ministerschap in première. Moesson bezoekt deze veelzijdige vrouw thuis in de hoofdstad om over haar nieuwe boek te praten. En over haar Indische roots natuurlijk. door Ygerne ten Brinke en Alinda van Ginkel Blond haar, geen bruine maar ook geen blauwe ogen, hoge jukbeende ren en een Indisch neusje. Te lang voor een Indonesische, normale lengte voor een Nederlandse. Is ze het nou wel, of niet? 'Mijn haar is geverfd', zegt Winnie Sorgdrager. 'Ik zie er niet zo Indisch uit.' Het tegendeel is waar. Je ziet in een oogopslag dat ze een echte Indische dame is. De voormalig officier van Justitie, procureur-generaal en minister van Justitie woont in Amsterdam en Enschede. Als Van Mook, de laatste luitenant gouverneur-generaal van Neder- lands-Indië, het weer eens aan de stok heeft met Den Haag, roept hij uit: 'Ik stuur Schade, Schimmel en Sorgdrager op ze af!' Dat zijn drie van zijn medewerkers van wie de namen het opperbestuur angst moeten aanjagen. Familie van u? Sorgdrager lacht: 'Dat wist ik hele maal niet! Even goed nadenken. Dat moet mijn overgrootvader zijn geweest, die was leidinggevende in Indië. Was mijn vader hier maar, die weet dat allemaal wel. Mijn andere overgrootvader lag met Colijn in de clinch.' Hoe het ook zij, in bestuurlijke kringen klonk en klinkt geregeld de naam Sorgdrager. Dat in 2003 een boek verschijnt van een telg uit dit geslacht is dan ook niet vreemd. Boek In Zonde, zeden en strafrecht doet Sorgdrager een boekje open over seksuele misdragingen zoals incest, pedofilie, porno en prostitutie. De tijd van de seksuele revolutie, waarin alles moest kunnen, is voorbij. Mensen zijn het zat om in de openbare ruimte telkens geconfronteerd te worden met veel bloot, borsten en billen. Sorgdrager: 'Eerst was het truttig je te ergeren, maar later stoorden zich steeds meer mensen hieraan. In de jaren zeventig vonden ze de vrijheid prachtig. Grenzen waren er niet meer. Nu vragen ze zich af of dit de bedoeling wel is.' Daarom vindt Sorgdrager het tijd dat de discussie over de openbare zeden op de politieke agenda komt. De vrije wil van de mens is een telkens terug kerend element in haar boek. In de wetgeving gaat het erom wat mensen tot norm verheffen, lijkt het. Waar haalt zij haar normen en waar den vandaan? 'Onze geschiedenis is niet alleen christelijk. Er gelden algemene normen die hun herkomst hebben in verschillende tradities: christelijke, humanistische, joodse en islamitische. Je vormt je eigen normen op basis van tradities en opvattingen.' Dus de publieke wil is wet? Stel, de ene bevolkingsgroep besluit gezamenlijk een andere stam op te vreten, omdat die minderwaardig zou zijn. 'Niemand zal daarvoor pleiten, want basisnormen zijn er altijd, zoals niet stelen, niet doden en dergelijke. Deze normen zijn universeel en daar wordt niet aan gesleuteld. Boven op die basisnormen zijn de normen van de tijd. Die zijn wel veranderbaar, omdat ze afhankelijk van de omstan- Grenzen van de zeden

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2003 | | pagina 9